Aarzelend ‘weeg’ ik twee kippen op mijn handen. De een nog net iets geler, gezonder, biologischer dan de ander. En duurder. De derde, bleek en minder dan vijf euro, durf ik niet eens meer overwegen. Ik laat ‘m meedogenloos liggen onder in het koelschap. Op de parkeerplaats, op weg naar de auto, bedenk ik me dat deze hoeveelheid boodschappen nog wel in een fietstas had gepast. Hoofdschuddend maak ik mezelf hardop wijs dat die twee keer acht kilometer bij deze temperatuur ook geen pretje is. Niet goed ook voor de houdbaarheid van mijn verse ingrediënten. Omstanders moeten gedacht hebben dat ik door de hitte bevangen was.
Die avond beklieder ik thuis in de keuken een prachtige maïsgele biokip met een geurig mengsel van honing, salie en olijfolie. Mijn handen plakken, het aanrecht plakt, het kookboek plakt ter hoogte van pagina 102 aan elkaar, alles plakt. De geur die een kwartiertje later uit de oven opstijgt maakt dat allemaal goed. Nog geen meter gefietst, maar het eerste recept uit Culinaire Tour van Ben van Beurten dat ik bereid smaakt naar meer.
Voor iedereen die net als ik uit een soort fundamentalistisch principe weigert naar Tour du Jour de kijken, is Chef-kok Ben van Beurten wellicht een volslagen onbekende. Zij die het dédain van Mart Smeets niet per se nodig hebben om van wielrennen te kunnen genieten, hebben misschien wel gezien hoe hij tijdens de Tour de France van 2011 en die van 2012 de diepste geheimen uit de keuken van de Raboploeg onder de aandacht wist te brengen. Letterlijk dan. Wat eten en drinken renners om zo’n marathonkoers vol te kunnen houden? En wanneer, hoe vaak, waar en natuurlijk vooral, waarom? Voor mensen zoals mij is er nu het boek Culinaire Tour. Een ‘kookboek voor wielrenners’, met ‘de beste recepten en tips voor optimale prestaties en herstel van je lichaam’. Aldus de cover.
In de inleiding van het boek weet Ben het waarom van een kookboek voor wielrenners treffend te omschrijven: ‘…op een boterham met hagelslag haal je de eindstreep niet’. Logisch denk ik, herkenbaar. En nu? In een honderdzestig pagina’s dik boek doet chef-kok Ben uitvoerig uit de doeken wat de prestaties van een (prof)wielrenner vragen van een lichaam. En wat dat lichaam daar dan voor terug wil. Soep voor de vochtbalans op warme dagen, iets hartigs voor het aan een steile beklimming begint, de wielerchef heeft voor elke situatie de juiste hap. Beknopte informatie. Snelle anekdotes. Heerlijke recepten. Overzichtelijk gerangschikt naar de opbouw van een dag in de koers. Er wordt openlijk gezocht naar een balans tussen de gekende wielervoeding, de eiwitshakes, de mueslirepen, de gelletjes en de blikjes cola, en de toegevoegde waarde van vers en vooral lekker eten voor, tijdens en na de koers. Maar het blijft vooral een kookboek. Mooie gerechten, eten waar je zin in krijgt. Ik moet toegeven dat dat heel wat anders is dan de herinnering aan warme bidons en zweterige partjes sinaasappel uit het shirt van mijn vader.
Dat is misschien ook meteen de zwakte van dit boekje. Het heeft de opzet van een chique koffietafelboek en de technische insteek van een medisch verantwoord dieet, maar aan beide omschrijvingen voldoet het niet. Het ziet er een beetje uit als een zomereditie van de Libelle-lezeressen-boekenclub, en vooral dat doet deze uitgave ruimschoots te kort. Ik heb Culinaire Tour van Ben van Beurten in een adem uitgelezen. Tong uit de mond bij de gedachte aan prestaties die ik zelf met de beste wil van de wereld, en nog betere voeding, nooit zal kunnen leveren. Maar vooral vanwege de prachtig geïllustreerde recepten. Of ik er harder door zal gaan fietsen? Niet wanneer ik al die heerlijke dingen eerst klaar wil maken voor ik op de fiets stap. Daarvoor zijn in elk geval mijn dagen veel te kort. Ik krijg er honger van. En dat lijkt me een compliment voor elk kookboek.
Culinaire Tour
Auteur: Ben van Beurten
Prijs: € 19,95
Bestel het boek hier
Geef een reactie