Het Ide Schelling-virus grijpt razendsnel om zich heen. Het is een virusvariant van het meest besmettelijke soort. Tegen zijn enthousiasme, zowel in de koers als daarbuiten, bestaat gelukkig geen vaccin, en gaat er hopelijk ook nooit komen. Sinds deze Tour houdt het Schellingvirus zich niet meer aan de landsgrenzen. De wereld maakt deze week kennis met Schelling, gehuld in zijn dik verdiende bollentrui.

Mijn band met Ide Schelling gaat ver terug. Althans, relatief ver. Zijn naam kwam al voor in de database van procyclingstats en hij was al doorgegroeid tot prof, maar noemde je bijnamen als Eddy the Eagle of Idefixie dan keek men je meewarig aan. Dit zit zo. Sinds ongeveer een jaar rij ik mijn rondjes in de omgeving van Den Haag. Het leuke van verhuizen naar een nieuwe omgeving is dat je opnieuw de weg kunt leren kennen. Elk rondje dat je maakt voelt daardoor als een nieuw avontuur. Het minder leuke van verhuizen naar een nieuwe stad is dat je telkens verdwaalt en dat achter een glad ogende asfaltstrook op de routeplanner in werkelijkheid een grindweg vol kuilen, scheuren en ouderen op elektrische fietsen kan schuilgaan. Mijn eerste ritten werden daarnaast ernstig verstoord door ontelbare stoplichten, doodlopende wegen en weinig inspirerende stadscentra waar je er in Zuid-Holland nu eenmaal veel van hebt. (Het is overigens niet de liefde voor de fiets die mij van de rand van de Utrechtse Heuvelrug naar de dichtstbevolkte provincie van Nederland bracht, maar de liefde voor mijn vriendin.) Steeds moedelozer stapte ik eenmaal thuis van de fiets af. Tot ik Schelling tegenkwam. Vanaf toen werden de kilometers steeds leuker. Hij wees mij de weg naar de Vliet, loodste mij via groene stroken langs de hardnekkige stadskernen van Leiden, Zoetermeer en Delft en stuurde mij bij Maassluis het water over richting dunbevolkte gebieden. Zo werd Schelling (of mag ik inmiddels Ide zeggen) mijn gids in Den Haag, iets wat hij tot de dag van vandaag nog steeds is.

Dit weet hij zelf overigens niet. Dus het kan zijn dat mijn hier beschreven band met Ide vooral eenzijdig is.

Dat vraagt wellicht om een toelichting. Bij toeval stuitte ik vorig jaar tijdens een wanhopige zoektocht naar betere wegen op het Strava-account van ene Ide Schelling. Zo te zien woonachtig in Den Haag. Had ik die naam niet eerder voorbij zien komen? Was dat niet die jonge Nederlandse renner, eerstejaars prof en rijdend voor het grote Duits BORA hansgrohe? Ik scrolde door zijn ritjes. Mijn wielerhart maakte een sprongetje. Honderden kilometers asfalt rondom Den Haag gingen schuil achter dit account. En als een prof zijn duurtrainingen, koffieritjes en intervallen hier kon doen, moest het voor mij ook goed genoeg zijn.

Ik bouwde een extra routine in voordat ik op de fiets sprong. Ergens tussen het potje billenzalf en het vullen van mijn bidons, keek ik naar zijn laatste ritjes om te bepalen welke kant ik op zou gaan. Mijn mening over Zuid-Holland als fietsprovincie stelde ik langzaam bij. Het kost moeite te accepteren dat er geen heuveltjes zijn, maar verder is het allemaal zo slecht nog niet. Als je maar weet waar het groen en die autoluwe wegen zich bevinden. En Schelling weet dat.

Ik merkte al snel dat het een band schept als je exact dezelfde trainingswegen met iemand deelt. Maar het is niet alleen het geografische gegeven wat maakt dat ik zijn ontwikkeling nauwgezet ben gaan volgen en me op het bovenmatige af betrokken voel. Ik analyseer elk trainingsrondje, hou zijn uitslagen goed in de gaten en ken zijn wedstrijdprogramma. Waar komt dit gevoel van verbondenheid vandaan? Behalve dat ik hem mijn asfaltmaatje kan noemen, zijn onze overeenkomsten net zo schaars als een eerste tourweek zonder massale valpartijen. Ja, hij heeft meermaals gezegd dat plezier in wielrennen (en het leven) voor hem belangrijker is dan alles eruit halen om maar het hoogst mogelijke in de sport te bereiken. Dat is voor mij niet anders. En in de podcast de Rode Lantaarn zegt hij dat hij er nog niet helemaal uit is wat voor type renner hij is. Als iemand mij ooit die vraag zou stellen, zou dat ook mijn antwoord zijn. Maar behalve deze parallellen is er weinig dat ons bindt.

Ik denk dat het antwoord even clichématig als waar is: het is een ‘gewone jongen’. Ik zou daadwerkelijk met hem rondjes kunnen rijden. Hij woont niet in een oord waar het belastingklimaat minstens zo gunstig is als de wieleromstandigheden, hij heeft net zo goed andere hobby’s (in zijn geval skateboarden) en heeft vrienden die hij moet uitleggen wie Alejandro Valverde is. Tijdens het wielrennen zwaait hij opgewerkt naar bekenden langs de kant, of hij nu een ritje maakt door de duinen op zijn zelfgemaakte fixie of de laatste keer de Cauberg opdraait in de Amstel Gold Race. Hij maakt de reepjes voor tijdens zijn trainingen zelf en in zijn bidons stopt hij niet de gesponsorde drankjes die hij krijgt van zijn ploeg, maar gewoon de aanmaaklimonade van de supermarkt op de hoek. Hij juicht als hij met een tussensprint de bolletjestrui veilig stelt en simuleert een sprintje tegen onzichtbare tegenstanders om het publiek bij de tussensprint te geven waar ze voor komen. Precies wat ik – net als elke amateurwielrenner – doe als ik een plaatsnaambordje langs de weg signaleer (alleen moet ik ook het publiek dat me toejuicht erbij fantaseren).

Het afgestompte profleven, waar focus op plek één, twee en drie staat, heeft kortom nog geen beslag op hem genomen. Hierdoor is het niet zo moeilijk je in Ide Schelling te verplaatsen. Zijn leven is ook herkenbaar voor eenieder die wielrennen slechts als hobby heeft. Ik denk dat daar de echte basis van mijn gevoelsmatige verbondenheid met Schelling vandaan komt.

De komende paar weken moet ik het nog stellen zonder mijn gids in Den Haag. Maar Schelling bewijst dat een gids niet altijd letterlijk de weg hoeft te wijzen om te inspireren. Dankzij zijn aanstekelijke manier van koersen heeft hij zich van gids ontpopt tot de attractie zelf, waar mensen gretig voor in de rij staan om het met eigen ogen te aanschouwen. Een attractie die geen gids nodig heeft om uit te leggen wat er zo bijzonder aan is.

Kijk en laat je inspireren.