HET IS KOERS!

‘IJzeren Brik’ en de toekomst van de wielersport…

Bric Schotte - Cichorei Beukelaar‘Je spreekt over de toekomst van de wegrensport alsof je gelooft dat die blijft bestaan. Vrees je niet dat mettertijd de wielersport het loodje zal leggen?’ Het is eind oktober 1952 en de vragensteller is Jaak Veltman, redacteur bij het Nederlandse blad Wielersport. Hij is in gesprek met Briek Schotte, bijnaam ‘IJzeren Brik’, die hij zonder afspraak opzoekt in Kortrijk.

Maar ja, moet je met je met iemand die een koffiehuis runt, dat doet Schotte, een afspraak maken voor een bakkie koffie en een praatje? Veltman vertelt dat Schotte na een treinrit van 20 uur net terug is van de Ronde van Lombardije. Terug in zijn koffiehuis. ‘Toevallig daar voorbijlopend, zagen wij hem door het venster heen in een stapeltje oude kranten verdiept’, verhaalt Veltman. ‘In de plas daglicht, die op hem viel, kwam de onregelmatige vorm van z’n hoofd nog scherper uit. Het hoofd van iemand, die zich afgewerkt heeft of, zoals dat hier heet, die gewoon is ‘hard labeur’ te doen.’

Schotte sombert tegen Veltman wat over zijn opgave in de herfstklassieker. ‘Nu was ik veertien dagen geleden zo best op dreef in Parijs – Tours, je weet, ik werd tweede, en dacht dat ik me daar in Lombardije ook eens op m’n voordeligst kon laten zien. Ik stond gewoonweg stil!’

Het gesprek gaat verder over de Italiaanse toppers Coppi en Bartali en op het laatst volgt er de aan het begin gestelde vraag over de toekomst van het wielrennen. Veltmans vraag is ingegeven door de flink dalende productie- en verkoopcijfers van fietsen, een trend die alles te maken heeft met de opkomst van de bromfiets, een markt die veel fietsfabrikanten niet wisten op te pakken.

Bedrijven moesten sluiten of waren niet meer in staat een wielerploeg te financieren. Een regelrecht gevaar voor het profwielrennen dat voor een groot deel afhankelijk was van deze sponsorgelden. Maar in de loop van de jaren vijftig veranderde dat en de Italiaanse renner Fiorenzo Magni was, schrijft Benjo Maso in ‘Het zweet der goden’ de eerste die met het idee kwam om zich bij de zoektocht naar sponsors niet te beperken tot fiets- of fietsbandenfabrikanten. Begin 1954 kwam hij op de proppen met handcrèmefabrikant Nivea.

Eind 1952 was het aantal fietsmerken als sponsor al tanende maar was er nog geen sprake van de zogenoemde extra-sportieve merken als Nivea in de wielersport. Briek Schotte maakte zich sowieso weinig zorgen om de toekomst van zijn sport. ‘Hoeveel renners in ons land hebben er nog een fabriek? En is er daarom een minder? Neen, zo lang het publiek naar koersen vraagt, zullen er renners zijn.’

Mobiele versie afsluiten