Godzijdank, het hele paasgeleuter zit er weer op, helaas tezamen met de hoogmis der Flandriens, steeds bestaande uit het tweeluik Ronde-Roubaix. Verrijzenis en kruisiging, alles was aanwezig voor een naar mijn bescheiden mening goede week van zondag tot zondag, met daarvoor al een prachtige vastenperiode gespijzigd door een geruststellende Gent-Wevelgem en een prachtige vijfde E3 Harelbeke voor de heer Boonen. In het omstreden Oudenaarde wist onze Heiland die twee Romeinen er op het einde af te schudden in een vroeg aangetrokken sprint. Cancellara, de Zwitserse tank met een engelengezicht als vizier, kwam jammerlijk ten val nog voor hij zijn duivels kon ontbinden. Een klinknagel in het sleutelbeen als stille getuige van zijn boven alles mentale lijdensweg, hij was er immers klaar voor. Dat wist ik al op voorhand. De opeenvolgende beklimmingen van Pater en Kwaremont, ’t leek welhaast Golgotha voor de achterhoede in het peloton. Niet zo voor Boonen, hij legde er de ultieme basis voor een wederopstanding zonder weerga.
Een week later, gedokker van kassei naar kinderkop, de stroken als staties van een voortgezette lijdensweg. Slechts voor die ene een welhaast gladgestreken pavée richting godendom. Zweven deed onze Kempenzoon, richting Olympusberg in pistevorm. “Ik zit hier nu toch.” Zo omschreef Tommeke de impuls tot zijn heroïsche actie op 53 kilometer van de streep. Geniaal in al z’n eenvoud. Als ik me dan toch richting een plaatsje in de geschiedenisboeken ga laveren, moet ie gedacht hebben, dan best op onversaagde en bovenal onvergetelijke manier. Zelfs een fluim vond het de moeite waard om even aan zijn mouwtje te blijven hangen. Wuyts en Vannieuwkerke vulden de commentaarkabine met kirrend chauvinisme en geëxalteerd gekwebbel. Terecht overigens, koers kijken doe je op het gevoel, met kiekenvel en tranen in de ogen. Kasseifretters, berggeiten en Flandriens van het veld: stuk voor stuk heerschappen die ons leven voor enkele uren uit de middelmatigheid weten te rukken. Dankzij een Boonen of een Nys wanen wij ons voor even heroïsch: zij laveren bovenmenselijk van kassei naar kassei, ploeteren van zand- naar modderstrook. Wij leunen zwalpend van pint naar borrelnootjes en terug.
- Ik wist het al op voorhand - 11/04/2012