Site pictogram HET IS KOERS!

Hij is overal. Verschrikkelijk.

Ik schijn overal te zijn. Een verschrikking. In voetbaltalkshows, in uw favoriete krant, er zijn zelfs Tourcolumnisten die het gevoel hebben dat ik hun holletje in de diepste krochten van het internet inneem, Pro Deo voor 5000 euro, wat het faillissement van deze sinistere wielerblogs zou betekenen mochten die geen wielerquizzen organiseren. Waar is de tijd dat columnisten hun ei nog legden voor een beenhesp en geen abonnement op De Telegraaf? Zeggen zal ik het je. Een andere keer.

Ja ach, je kunt er gewoon niet omheen. Alles is geld. Voetbal is uitgevonden om breidelloos te sjacheren met mensen verward met bedorven koopwaar. De columnistiek is een eerloos defilé van grootverdieners wier mening zo zoutloos mogelijk wordt genoteerd. Door henzelf, je kunt het hen niet kwalijk nemen. Of door een ander. Onmiddellijk ontslaan zeg ik. Oprotpremie niet inbegrepen.

Zelfs het wielrennen ontsnapt niet aan de teloorgang. De sport van Apo Lazaridès, Garrincha op de fiets. En Alfredo Binda, een prachtige naam voor een balgoochelaar. Nu van Patrick Lefevere en Oleg Tinkov. Wat is er met het wielrennen gebeurd? Zulke wonderschone sport. En dat zeg ik zo-ho-nder ironie in de stem, zo-ho-nder ook maar een andere kant op te kijken of met mijn rechterhand het gezicht zijdelings te bedekken.

Alejandro Valverde. Heerlijke renner. Zonder weerga. Wie ik ook aanbid: Peter Sagan. Maar ik heb vooral een zwak voor Chris Froome. Jah, zulk charisma.

Of ik hen altijd de hemel in zou prijzen? Ben je helemaal besodemieterd? Af en toe een beetje gal is ook wel lekker. Een columnist dient nu eenmaal het algemeen belang. Hij observeert het futiele met grote betekenis, destilleert de nietigste sporen van hypocrisie uit woorden, schopt een geweten en vindt steeds die andere invalshoek. Dat hij hiertoe persoonlijke voorkeuren en mogelijke eigen gevoelens (niet zeker of hij die heeft) achterstelt, is zijn verdomde plicht.

Ik kom erop terug, omdat ik hier onlangs werd over aangesproken.

‘Vindt u niet dat sommige columnisten te streng zijn voor de heren wielrenners?’ vroeg een ouder ogende man van vijftig me terwijl ik in de schaduw van de VRT-toren de eerste helft van een match van Portugal niet kon aanzien.

‘Nee, vind ik niet.’ Ik zei het niet alleen omdat ik mijn vakbroeders onvoorwaardelijk steun, maar ook omdat ik die mening echt ben toegedaan.

Hij had duidelijk nagedacht over zijn vraag, niet zeker of hij gekomen was voor het Portugese voetbal, het matchverloop verraadde alvast van niet. ‘Meer adoratie, minder ironisch gezanik. Daarom bewonder ik u zo.’

Ik zei dankjewel, gaf hem een aai over de bol en hij liep weg. ‘Heb jij goed opgelet de jongste jaren?’ Ik probeerde de spot in mijn stem te onderdrukken zoals Axel Witsel een stap over de middenlijn. Het lukte me nauwelijks. Gelukkig hoorde hij me niet en ben ik een oude man van wie men inwendig gemompel verdraagt.

Weer in mijn nederig hotelkamertje in hartje Brussel dacht ik na over deze korte ontmoeting. Columns, humor en alles wat subjectiever is dan een rekenmachine vinden we subliem als die onze mening vertolken, verwerpelijk in geval van onenigheid. Ik betrap me er zelf ook nog weleens op. Terwijl ik achteraf moet toegeven, spits geschreven, ja eigenlijk goed gevonden. Of andersom: ik deel deze of die mening wel, maar kom op zeg. Mag het ietsje meer zijn?

Ik schonk mezelf een borrel in en keek naar buiten. De stad sliep. Ik dacht even aan de kat die het nog een paar dagen zonder mij moet stellen. Of is het ik zonder haar? Een columnist is het gewend een andere wending te geven aan de werkelijkheid. Mocht die dan al bestaan. Wat is dan nog de waarde van meningen? Het antwoord schijnt: even hulpeloos als Cristiano Ronaldo die op het punt staat een vrije trap te nemen. Het enige wat nog overblijft is het schrijven.

Nee, ik noem mezelf geen voetbalanalist, maar columnist. Het is de spits die met een virtuoze flits gesprekken kruidt. Alle respect voor voetbalanalisten die het zware voorbereidende werk doen, ik moet voor de quotes zorgen, het publiek opzwepen. Of denk je dat ik over alles een mening heb? Mijn leven is hondsvermoeiend, maar nu toch ook weer niet van die aard. Ach, columnist rijmt op opportunist? Hij zou het tegengestelde schrijven van wat hij denkt wanneer het een mooi metafoortje oplevert. Valt nog wel mee, niet?

De kritiek? Geweldig. De andere mogelijkheid is onverschilligheid. Het doorzichtige spel dat columnisten met het geschreven of gesproken woord spelen leidt maar niet tot ontmaskering. Zolang gevoelig en gepikeerd reageren om een niemendalletje de regel is, blijft de columnist die vervelende mug in de slaapkamer die zich met uw bloed blijft voeden. Niet in het minst tijdens de Tour, waar dingen die je in het jaar probleemloos kunt zeggen microscopisch worden ontleed.

Ja, wielrennen leeft. Een sport naar mijn hart. Heb je ooit al een renner buitenspel zien rijden? Ik niet.

Laatste berichten van Matthias Vangenechten (alles zien)
Mobiele versie afsluiten