door: Jan Sonneveld en Martijn Sargentini

Deel 1, ze zijn terug!

Jarenlang was het stil rond de haast mythische Colombiaanse klimmers, die in 1980 voor het eerst gezien werden in het Europese peloton. Het waren rare mannetjes, die Kevers. Ze kenden ‘onze’ manieren nog niet, kwamen met tweedehands fietsen en sliepen in jeugdherbergen. Ze leefden niet op sportdrank en –repen, maar op bocadillo en aguapanela. Ze waren de risee van het Europese peloton.

Op het vlakke hapten ze naar adem, maar o wee als de bergen in zicht kwamen. Dan reden ze als gekken. Na een klein decennium verdwenen de Colombianen langzaam van het toneel, een enkele uitschieter daargelaten. De redenen? Geldgebrek, amateurisme, de kift in het peloton en vooral de hartverscheurende realiteit in eigen land. Ze lieten ons achter met prachtige en soms vreselijke verhalen. En ze lieten ons, liefhebbers van pure klimmers met tomeloze aanvalsdrift, lang wachten op hun opvolgers.

Er schijnt echter licht aan het einde van de tunnel. Zodra een Colombiaan dreigt de Tour l’Avenir te winnen, doen het Europese peloton en haar volgers er goed aan de oren te spitsen. Zoals het in 1980 met Alfonso Flórez begon, zo hernam de geschiedenis van de Kevers zich in 2010 met Nairo Quintana. En nadat Esteban Chaves zijn landgenoot in 2011 opvolgde, kopte De Muur 35 (januari 2012) triomfantelijk: ‘Ze zijn terug!’

Ditmaal blijven ze voor goed. In de hoogste twee regionen van de wielersport winnen ze in 2012 liefst 23 koersen. Aan het begin van dit seizoen bombarderen we, met enig gezond chauvinisme, 2013 tot het jaar van de definitieve doorbraak. In twee delen nemen we u mee langs tien Kevers die u dit jaar nog zult terugzien op ’s Heren wegen. Zodat u het fijne van ze weet, terwijl Dijkstra en Ducrot nog snel hun wikipedia raadplegen. En zodat u, zoals De Volkskrant tijdens de Dauphiné van 1984 (winnaar: Martín Ramírez), kunt uitroepen: ‘Kijk die Kevers fietsen!’

In deel 1 de 5 meest in het oog springende Colombiaanse renners van 2012:

1. Rigoberto Uran (26, Sky)

Begint op zijn veertiende met fietsen. Samen met zijn vader rijdt hij korte rondjes in de buurt van Medellín, op de oude fiets van z’n oom. Rigoberto senior zet zijn zoon precies op tijd op het zadel. Drie maanden later wordt hij door paramilitairen gedood. Rigoberto junior neemt zijn vaders werk over, om de eindjes aan elkaar te knopen. Op straat verkoopt hij lottobiljetten. En hij neemt nog iets van zijn vader over: liefde voor de fiets. Is negentien als hij start in zijn eerste Italiaanse najaarskoers. Maakte sindsdien snel promotie. In 2012 de hoogst genoteerde Colombiaan in de ranglijsten. Zesentwintig en nu al routinier. Versleet al vier ploegen en reed al bijna alle Europese koersen, behalve de Vlaamse voorjaarsklassiekers. Heeft zich voorgenomen ook die ooit te rijden. Moet in staat worden geacht de eerste Colombiaanse winnaar van een kasseiklassieker te worden.

2. Sergio Luis Henao Montoya (25, Sky)

Rasklimmer met heimelijk verlangen naar Parijs-Roubaix. Jeugddroom: aardappelboer worden. Pootte als kind piepers in de achtertuin van het ouderlijk huis in Rionegro, Antioquia. Bleek beter te kunnen fietsen dan aardappels poten: verslaat zijn neven in wedstrijdjes terwijl de aardappelplanten verpieteren. Een andere droom komt uit. Die van zijn vader. Die van zoveel Colombiaanse vaders: Sergio wordt profrenner en rijgt de zeges aaneen. Wint als jonkie de Ronde van Colombia.

Vormt in 2012 een onafscheidelijk duo met ploegmaat Uran, is net als hij een alleskunner. Als duo een garantie op winst in elk ploegenklassement. Tekent in zijn eerste jaar bij Sky voor tachtig koersdagen. Op niveau: haalt evenveel punten als Ryder Hesjedal, de Girowinnaar. Woont, net als veel fietsende landgenoten, in Pamplona. Daar pruttelt altijd verse Colombiaanse koffie van Juan Valdez. Rijdt dit jaar, net als vorig jaar, Giro (meesterknecht voor Wiggins) én Vuelta (vrije rol). Let ook op ‘m in Luik-Bastenaken-Luik en de Waalse Pijl: kon tijdens zijn debuut immers meteen met de besten mee op de Muur van Huy.

3. Cayetano Jose Sarmiento (25, Cannondale)

Geboren en getogen in Arcabuco, de stad waar de Technische School Alexander Humboldt staat. Niet bekend is of Sarmiento er zijn lessen volgde, anders was hij er Nairo Quintana zeker tegengekomen. Pechkever van 2012. Moest doorbreken in de slagschaduw van Liquigas-kopmannen Basso en Nibali, maar ging in de Ronde van San Luis in Argentinië hard onderuit. Vijf minuten bewusteloos, maar brak – geluk bij een ongeluk – ‘slechts’ zijn sleutelbeen. Kwam terug en won in de Dauphiné de bergtrui. Noemde dat: ‘het beste dat me ooit is overkomen’. Is dit jaar verlost van Nibali, maar mag Basso nog als mentor koesteren. Moet in 2013 toch ergens een stevig klassement gaan rijden. We rekenen op hem.

4. Carlos Alberto Betancur (23, Ag2r)

Explosief gifkikkertje, die als renner van Water & Zeep opdook in de Ronde van België en daar de koninginnenrit door de Ardennen won. Herhaalde dat kunstje in de Trofeo Melinda en de Giro di Padania. Geboren en getogen in Bolivar, in de provincie Antioquia. Deelde in Italië een huis met vriend Sarmiento. Was in 2012 bijna diens ploegmaat bij Liquigas, maar was zo dom om twee contracten te tekenen. Even niet opgelet. Broodheer Acqua e Sapone hield hem aan zijn krabbel, evenals de UCI. Dit jaar nieuw in de WorldTour bij Ag2r. Is daar meteen een van de kopmannen.

5. Winner Andrew Anacona Gomez (24, Lampre)

Omdat het zo’n fantastische anekdote is: politieagent Antonio Rodrigo Anacona had in de jaren tachtig twee idolen: de klimmers Andy Hampsten en…  Peter Winnen. Meldde zich op 11 augustus 1988 op het gemeentehuis van Tunja, Boyacá om zijn kersverse zoon aan te geven en hem Winnen Andrew te noemen. Maar het plotselinge geluk moet de kersverse vader in verwarring hebben gebracht. Op de akte die hij mee naar huis kreeg verscheen uiteindelijk Winner Andrew Anacona Gomez.

Vader en zoon kijken in 1995 naar het WK wielrennen in Duitama, bijna om de hoek. Ze zien Miguel Indurain. Het is voor Winner genoeg reden om zelf ook te gaan fietsen. Zeven jaar oud is hij, en Indurain voor altijd zijn voorbeeld. Zeventien jaar later stapt hij op voor zijn eerste grote ronde: de Vuelta. Startplaats: Pamplona, de stad van zijn landgenoten en zijn idool Indurain. Rijdt meteen ’n goed klassement (17e). Een mooie toekomst als ronderenner lonkt.

Valt vlak voor kerstmis bij een trainingsrit in Boyacá over een straathond en breekt zijn enkel.  Verwachte rentree? Met veel geluk al eind maart, tijdens de GP Miguel Indurain.

>Lees ook deel II: “de belofte ingelost.”

Jan Sonneveld
Laatste berichten van Jan Sonneveld (alles zien)