Van de Meulenhof is op dat moment oud-prof, 32 jaar en een eeuwig klimtalent. ‘Overijssel’ rijdt hij dat jaar voor het eerst. ‘Mijn vorige ploegleiders waren van mening dat zo’n klimgeit hier niets te zoeken had’, vertelt hij in Wieler Revue. Als klimmer doet hij het begin jaren negentig meer dan behoorlijk maar grote profploegen tonen geen interesse in de renner die droomt van deelname aan de Tour. Het komt er niet van.
Zijn eerste profcontract tekent hij bij het kleine Zetelhallen, de ploeg waarvoor hij onder andere de klimklassiekers Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik zou gaan rijden. Niet dus, want de ploeg krijgt geen startbewijs en is veroordeeld tot het rijden van vooral kermiskoersen. Het is het lot van de klimmer die het niet verder schopt dan kleine profploegjes als Foreldorado, Bankgiroloterij en Zetelhallen.
Van de Meulenhof laat zijn talent te weinig zien. Maar vooral: kán zijn talent te weinig laten zien. Gedoe met ploegleiders en blessures doen de rest. Het is een carrière die net zo makkelijk net even anders had kunnen lopen. Lijkt het.
Op de site van R&TC Buitenlust, een van zijn vroegere clubs, staat een uitvoerige (maar door het ontbreken van witregels nogal onleesbare) terugblik op de wielercarrière van de man die tegenwoordig een sportschool runt.
[/fusion_builder_column][/fusion_builder_row][/fusion_builder_container]