HET IS KOERS!

Strandracen, dat doe je op de KOGA Beachracer

De strandrace heeft zich in zeer korte tijd ontwikkeld tot een volwaardige wielervorm, ook al wordt deze manier van fietsen eigenlijk voornamelijk in Nederland en een klein beetje in België gedaan. Het is in de lage landen al niet meer weg te denken uit de winterse fietsactiviteiten; er worden bijna wekelijks strandraces gehouden langs de gehele Nederlandse kust en op de Waddeneilanden. Het kan dan ook niet anders dan dat een echt Nederlands fietsmerk de eerste fiets heeft ontwikkeld die volledig gericht is op strandracen.

Reed het strandpeloton in het begin op reguliere MTB’s met strandbanden, en kwamen er het jaar erna aparte stuurtjes bij, inmiddels is de ‘strandracer’ een op zichzelf staand model MTB geworden, dat je kunt laten samenstellen en opbouwen bij de plaatselijke fietsenzaak. KOGA biedt sinds een jaar een kant-en-klare strandracer aan; de KOGA Beachracer. Dat deze fiets nu al een vaste plek heeft verworven onder fervente strandrijders, laat zien wat voor topfiets het is. Dat was voor Het Is Koers reden om die eens zelf te willen uitproberen. KOGA gaf een mannelijke en vrouwelijke HIK’er de kans om deze heuse strandfiets bij de MTB Beachrace in Renesse uit te proberen. Marten Schuurman reed de race bij de heren basisleden, Jeanine Laudy startte bij de licentiehouders.

Marten: land van mijn oma
‘Zeeland. Het land van mijn oma. Het land waar ik zoveel zomervakanties heb doorgebracht. Het land van goede jeugdherinneringen. Herinneringen aan de oneindig brede stranden waar je ’s zomers zo goed zandkastelen kunt bouwen. Die stranden zullen op zondagmorgen op een geheel nieuwe manier door mij worden ontdekt. Ik zal er op de fiets overheen knallen. In mijn dromen zag ik het al helemaal voor me. Onder een waterig zonnetje rijd ik mee in de kopgroep en los ik in de finale mijn metgezellen op weg naar een solofinish. Wetende dat dit ijdele hoop is, ga ik toch vol goede moed op weg naar Zeeland.

Ter hoogte van Rotterdam kom ik in een enorme hagelbui terecht en het verkeer op de snelweg gaat niet harder dan 50. ‘Dat wordt nog wat’, mompel ik binnensmonds terwijl de auto rustig door het verkeer rijdt. Het heeft toch iets vreemds, onderweg naar een wielerwedstrijd zonder een fiets achterin de auto. Thuis had ik al wat reviews van de Beachracer opgezocht. De eerste fiets die speciaal voor het beachracen is ontwikkeld kreeg alleen maar lovende recensies. Mijn verwachtingen zijn dus hooggespannen. Onderweg kom ik een aantal auto’s tegen met achterop een mountainbike met brede banden, en achterin een Volkswagen spot ik een gedemonteerde KOGA Beachracer. De gelukkige bezitter van het racemonster waarmee ik morgen ook mag buiten spelen.

Ik kom op tijd aan in Renesse en ga vroeg naar bed. Morgen gaan we koersen, het belooft heroïsch te worden, met harde wind en winterse neerslag. Om vier uur ’s nachts word ik wakker om niet meer in slaap te kunnen vallen. Wedstrijdspanning. Dat hele beachracen maakt me toch wat onzekerder dan ik dacht.’

Jeanine: middelbareschoolherinnering
‘Het is al heel lang geleden dat ik voor het eerst in Renesse kwam. ‘Voor het eerst’ is eigenlijk niet de juiste term, want het is ook mijn enige keer geweest. Bij ons op de middelbare school was het, net als op andere scholen, gebruikelijk om na het eindexamen met een groep op eindexamenreis te gaan; met een vriendengroep of – in ons geval – vrijwel de gehele klas. Het zou uiteindelijk het Spaanse Blanes worden. Die bestemming wisten we toen nog niet, maar we wisten wel dat het misschien goed zou zijn om eens een weekend te ‘oefenen’. Dat zou goed zijn voor zowel ons als onze ouders, want velen van ons waren nog niet eerder in hun eentje op vakantie geweest. Dus trokken we in de zomer na 5 VWO met de gehele klas in tentjes naar Renesse voor een kampeerweekendje.

Gek genoeg kan ik me er niet zoveel meer van herinneren. Ik weet alleen nog dat het érg koud was dat gehele weekend en dat we heel veel hebben gelopen. Het was geen feestweekend met de hele nacht uitgaan, alhoewel de flessen sterke drank wel in de tassen waren meegesneakt om in de tentjes op te drinken. Nu ik hier zo aan terugdenk, geloof ik dat we allemaal naar Renesse zijn gebracht door onze ouders. Die kwamen ons aan het einde van het weekend ook weer ophalen. Zo ging dat ruim tien jaar geleden nog met 16- en 17-jarigen. Gebeurt dat nog steeds of willen jongeren op die leeftijd nu niks meer van een dergelijke regeling weten…? Het enige dat me dus van de lange wandelingen in de omgeving van Renesse was bijgebleven, is dat het er plat en uitgestorven was en dat het er eigenlijk non-stop waaide. Perfect voor een spannende strandrace dus.

Hoewel ik het niet meer herken van al die jaren geleden, komt de omgeving me wel bekend voor. Als ik naar het strand rijd op de avond voor de strandrace zijn ze al druk bezig met het opbouwen van het start- en finishdorp. Nadat ik het nummer en de goodybag heb opgehaald, komt er een gitzwarte lucht aan. Ik stap net op tijd mijn auto in, want niet veel later begint het bijzonder hard te hagelen. Heroïsche omstandigheden zijn misschien mooi voor de verhalen, maar zelf zou ik het niet erg vinden als dit tijdens de wedstrijd achterwege blijft!’

Marten: iedereen doet maar wat
‘De spanning gaat nog steeds door mijn lijf. En kou. Want het is erg koud zo vroeg op de morgen, ik schat net boven het vriespunt. Tijdens het afstellen van de fiets komt er ook nog eens een flinke sneeuwbui over ons heen. Ik baal ervan, maar aan de andere kant schieten allerlei heroïsche gedachten door mijn hoofd.

Nadat de gloednieuwe KOGA Beachracer uit het plastic is gehaald en ik het zadel op de juiste hoogte heb laten zetten door de mechanieker van KOGA begint het spannendste onderdeel. Hoeveel bar gaat er in die banden? Na wat rondvraag bij verschillende deelnemers en de mensen van KOGA ben ik niet veel wijzer. De schattingen vliegen alle kanten op, van 1 tot en met 1,8 bar. Ik besluit om eerst maar eens 1,5 bar in de banden te pompen en een testrondje te rijden. Geen grip. Minder lucht in de banden. Nog steeds geen grip. Na een aantal keer op en neer over het strand vind ik het wel best en besluit ik iets meer bar (1,4) in de voorband te doen dan achter (1,2). Ik heb geen idee of dit een slimme beslissing is geweest, maar uit de reacties om me heen begrijp ik al wel dat iedereen maar wat doet.

Ondertussen worden de eliterenners opgeroepen. Tot mijn verrassing staat ook Tom Dumoulin aan de start. Tom Dumoulin, de reden dat ik van mijn vrouw veel wielrennen mag kijken. Mijn vrouw, die eigenlijk míj komt aanmoedigen, is ineens in geen velden of wegen te bekennen. Achteraf zie ik dat ze prachtige foto’s van Tom Dumoulin heeft kunnen maken. De dag is voor haar dan al geslaagd.

Na het vertrek van de eliterenners mag ik samen met 140 andere basislicentiehouders mezelf opstellen in het startvak. De wind is iets gaan liggen en de zon breekt langzaam door, maar toch is het nog verrekte koud. Nadat de eliterenners een klein rondje hebben gereden en voorbij zijn, mogen ook wij vertrekken. En daar bleek al snel mijn eerste fout. Ik stond namelijk lekker nonchalant achter in het startvak, wat er voor zorgde dat ik vanaf de eerste minuut bezig was met een inhaalrace. Ik ben niet gewend om op de fiets te springen, direct in te klikken en weg te rijden door het mulle zand, waardoor ik direct vast kom te staan. Ik word links en rechts ingehaald en op het moment dat ik wegrijd, is het eerste peloton al een heel eind weg. Ik zal dus aan een inhaalrace moeten beginnen…’

Jeanine: wachten op de quad
‘Verkleumd staan we aan de start. Gelukkig is de sneeuw van vanochtend gestopt en is het wat opengetrokken, waardoor het zonnetje de kans krijgt ons wat op te warmen, maar het is nog steeds goed koud! De eliterenners zijn dus als eerste van start gegaan, waarna Marten met de basislicentiehouders zijn startschot heeft gehad. Eigenlijk moeten we wachten tot ook die groep het kleine rondje heeft gereden en ons opnieuw gepasseerd is, maar het is zó koud en we hebben al zó lang stilgestaan dat er protest komt, zowel van de vrouwen als van de recreanten in het startvak achter ons. Op een gegeven moment zien we dat één van de quads, de voertuigen die ons moeten begeleiden op het asfalt van het extra lusje, toch al naar de start is teruggekeerd. Ze hebben naar ons geluisterd en dat wordt erg gewaardeerd. Maar er moet toch nog wat langer worden gewacht, omdat twee dames nog even op het toilet zitten. Daar was toch tijd genoeg voor. Gelukkig horen zij ook via de speakers dat we ons mogen klaarmaken voor de start en komen ze zo snel mogelijk uit de wc’s van Beachclub Perry’s, de strandtent die deze wedstrijd als permanence dient. Er wordt afgeteld. 5, 4, 3, 2, 1: mijn eerste strandrace gaat beginnen!

Rennen, rennen, rennen! Ik ren de poten onder mijn lijf uit, maar links en rechts komen ze me allemaal voorbij. Eerst alle vrouwen met wie ik vooraan in het startvak mocht staan, daarna ook mannelijke recreanten. Die startten in het startvak achter ons, maar hebben me al snel bijgehaald. Voor mijn gevoel ren ik zo hard ik kan, maar ik kom niet zo snel vooruit als ik wil. Blijkbaar hoort dit ook bij het ‘technische’ gedeelte van een strandrace.

Zodra we het mulle zand voorbij zijn en op een harder gedeelte van het strand aankomen, is het mogelijk om op mijn fiets te springen. Ik doe dat vast een paar stappen later dan ervaren strandracers, maar als ik eenmaal op de fiets zit is mijn nadeel ten opzichte van hen wel weg. Ik heb nu zelfs een licht voordeel. Want alsof het niks is rijd ik verschillende mannen en een aantal vrouwen voorbij. Goed, ik ben in elk geval niet de laatste vrouw meer in de race! Dit harde strand is eigenlijk prima te doen. Zonder dat ik me daar op dat moment echt bewust van ben, komt dat natuurlijk door de fiets. De KOGA Beachracer, die ontwikkeld is om op deze ondergrond de beste prestatie neer te kunnen zetten, helpt me in alle opzichten gemakkelijk vooruit. Een licht frame, geen verende voorvork, en een stuur dat aan de buitenzijden naar beneden toe loopt, zodat je een beetje aerodynamischer kunt gaan zitten dan op een reguliere MTB. Aan alles is gedacht. En de banden (niet meer dan 1,2 bar erin! – ook even wennen) maken het strandmonster helemaal af.’

 

Marten: deze fiets heeft maar één voorblad!
‘Al snel krijg ik een goed gevoel met de fiets en het verbaast me dat ik op bepaalde delen van het strand vrij gemakkelijk snelheden van boven de 30km per uur kan rijden. Op andere delen blijk ik veel moeilijker vooruit te komen. Het mulle zand bij de duinen moet ik sowieso mijden en in het natte zand aan de waterkant zakken de banden weg. Het is dus continu zoeken naar een goed spoor om op te fietsen. De inhaalrace zorgt ervoor dat mijn hartslag de eerste twintig minuten tegen de max aanzit, maar ik zie in de verte een peloton van een man of dertig rijden en daar wil ik graag bij aansluiten. Samen met twee andere hardrijders draai ik kop over kop om het gat dicht te rijden. Op een technisch gedeelte spat het peloton voor ons uit elkaar, gelukkig kiest mijn groepje het juiste spoor en kunnen we de eerste mannen oprapen en sommigen zelfs achterlaten. Ons groepje wordt steeds groter zodat er meer mensen kopwerk kunnen doen. Ik laat me wat naar achter zakken om mijn hartslag wat te laten zakken. Voor ons zie ik geen grote groep meer en achter ons ook niet. De wedstrijd ligt in zijn plooi.

Met de groep komen we op het keerpunt af. Hier gaan we via een strandovergang het strand af en gaan we via een asfaltweg weer terug het strand op. Dat betekent weer van de fiets af, opspringen en inklikken. Een techniek die ik nog steeds niet onder de knie heb. We gaan in tegengestelde richting terug richting Renesse. Ik voel me gelukkig nog erg goed, ik was een beetje bang dat ik last zou krijgen van mijn rug, omdat ik op een vreemde fiets zat, maar gelukkig zit de Beachracer me als gegoten. Nu ik wat bijgekomen ben heb ik me voorgenomen om op de terugweg een paar keer de gashendel open te trekken en te zien of ik het groepje, dat inmiddels uit een man of twaalf bestaat, wat uit kan dunnen.

Dat lukt aardig, maar doordat we op de terugweg wind tegen hebben kun je vrij gemakkelijk uit de wind zitten terwijl de man op kop veel energie verspeelt. Ons pelotonnetje blijft daarnaast groeien doordat we steeds meer mannen oprapen. We rijden bijna continu boven de 30 kilometer per uur en dat geeft wel een enorme kick. De zon is ook doorgebroken en van kou is geen sprake meer. Ik manoeuvreer de fiets zo goed als ik kan door de lastige stroken en blijf daar bij de sterkste renners van de groep.

Beachclub Perry’s, waar de finish is, komt nu in zicht. Net op het moment dat ik al mijn kaarten op tafel wil gooien met een splijtende démarrage komt de eerste vrouw in koers onze groep inhalen. Zonder na te denken spring ik in haar wiel en we laten het groepje achter ons. ‘Hup, op het grote blad’ denk ik! Tevergeefs probeer ik de grote plaat te zoeken. Als ik naar beneden kijk kan ik mezelf wel voor mijn kop slaan, deze fiets heeft maar één voorblad! Met man en macht probeer ik het wiel van de dame te houden, ik kijk naar beneden en zie de kilometerteller dik boven de 35 kilometer per uur aangeven. Mijn hartslag is ook tot ver over het omslagpunt gestegen en mijn gedachte om even over te nemen stop ik snel weg. De finish komt nu heel dichtbij en het groepje heeft het gat jammer genoeg weer dichtgereden. Zonder er een woord over te spreken beslissen we om de eerste vrouw een solo-finish te gunnen, waardoor er van een eindsprint geen sprake is. Ik kom al snel stil te vallen in het mulle zand en ren zo hard als ik kan naar de finish.

Moe maar voldaan kom ik bij de KOGA-bus aan. Ik haal mijn eigendommen van de fiets en op het moment dat ik mijn fiets wil gaan afspuiten begint de huldiging van de eliterenners. Tom Dumoulin heeft gewonnen en mijn vrouw maakt mooie foto’s van haar held (en later ook van Dumoulin). Zelf eindig ik als 77e van de 140 deelnemers in mijn klasse en daar ben ik meer dan tevreden mee voor een eerste strandrace.’

 

Jeanine: het begint te branden in mijn benen
‘Bij het keerpunt komt een dame me voorbij. Ha! Die heb ik al vaker op strandrace-foto’s gezien, dus het feit dat ik haar tot het keerpunt nog achter me kon laten zie ik als een flinke opsteker! Helaas is mijn euforie van korte duur, want het tempo waarop ze me voorbij komt is niet mis. Ik probeer in haar wiel mee te gaan, maar rond het keerpunt ligt er nog veel water. Kuilen in het zand, met soms enkeldiep water. Ik probeer me er een weg door te banen, want ik merk dat de Beachracer zijn eigen weg wel zoekt door het nattige zand als je goed achterover zit; een techniek die ik vanuit het crossen uiteraard goed ken. Maar hoewel het materiaal meehelpt, ontbreekt het bij mij wel nog net aan die voldoende technische kunde om deze lastige passages in het wiel van deze dame te blijven. Dus als we weer even op weg zijn zak ik terug naar de twee mannen waar ik ook op de heenweg mee ronddraaide. Er zit nog een vrouwelijke recreante bij, die zich bij het keerpunt bij hen heeft gevoegd.

Het stuk terug naar Beachclub Perry’s is het zwaarste stuk. Hier heb je de wind pal tegen. Was het op de heenweg nog wel leuk om mee te draaien en de kop te pakken, hier op de terugweg merk ik dat we alledrie uiteindelijk proberen zo weinig mogelijk op kop te komen. Drie ja, want één van de beide mannen, die al niet meer meedraaide, heeft ons laten gaan. Altijd een fijn gevoel als je zo sterk bent dat je iemand, die niet eens meer op kop meedraait, eraf rijdt. Ik vraag me af of dit ook met de fiets te maken heeft. Dat moet wel. Die meneer reed namelijk op een reguliere, zware MTB, terwijl ik met mijn licht framepje en aangepast stuur veel makkelijker de tegenwind kan hebben. Alhoewel het bij mij nu ook begint te branden in mijn benen. Dit is echt wel zwaar!

Op het moment dat ik herken waar we zijn en weet dat we dus niet meer zo heel ver hoeven, komen een zoon en zijn vader ons voorbij. De meneer uit ons groepje geeft net af, maar ik wil niet weer op kop! Het vader-zoon-koppel rijdt nu zo’n drie fietslengtes voor ons. Tegen de finale kan ik in een koers meestal nog net wat meer en in een split second besluit ik dat ik naar het koppel moet. Ik zet aan en hoewel mijn benen branden kom ik in hun wiel. Ik doe het niet expres, maar hierbij los ik de man en vrouw met wie ik fietste. Ik hoop dat een deel hiervan komt omdat al dat koersen en hard trainen in de winter niet voor niets is, maar ik kan niet ontkennen dat deze lichte fiets er een grote bijdrage in heeft dat dit zo gemakkelijk gaat.

Samen met de zoon en zijn vader rijd ik nog een ander groepje voorbij, een groepje dat mij net na het keerpunt had ingehaald. Ik rijd er in het wiel van de zoon en zijn vader strak voorbij. Wat gaat dit lekker! Ik vlieg over het strand. Als ik nou vanaf de start direct bij zo’n groepje had gezeten, in plaats van dat ik hele stukken in mijn eentje of in het kleine groepje van drie zelf ook veel op kop had moeten fietsen, dan had ik zeker een mooiere tijd neergezet, gaat het een beetje teleurgesteld door mijn hoofd. Maar door de start in het mulle zand had ik al direct de aansluiting bij de eerste dames verloren en dan kun je bijna alleen nog maar meer tijd verliezen. Als je geen steun krijgt van een groepje, dan is in je eentje een gat naar een groepje dichtrijden heel lastig.

Op het eind hoor ik de zoon nog tegen zijn vader zeggen dat hij mij wil lossen. Een vrouw in je wiel, dat kan natuurlijk niet op de finishfoto, ofzo? Ze zetten goed aan en ik moet inderdaad lossen. Gelukkig zie ik dat de vader niet kan doorfietsen in het mulle zand dat voor Beachclub Perry’s ligt, terwijl ik nog een heel eind kom. Uiteindelijk moet ook ik afstappen. Compleet kapot kom ik na een veel te slechte tijd om hier te noemen, lopend over de streep. Wat was dit zwaar, gaaf, frustrerend, leuk, anders en vooral; voor herhaling vatbaar!’

En wat is het oordeel over de KOGA Beachracer?
‘Het strandracen heeft me enorm verrast,’ zegt Marten. ‘In december en januari heb ik extra getraind om een beetje met een goede conditie aan de start te komen. Gelukkig waren al deze zorgen nergens voor nodig en heb ik een heerlijke dag gehad.’ Bij Jeanine heerst er meer teleurstelling over de sportieve prestatie. ‘Er deden over alle categorieën maar 26 dames mee, en dat waren (op één andere debutante na) allemaal vrouwen die al heel vaak strandraces hebben gereden en daar dus goed in zijn. Dan weet je dat je in de achterste regionen eindigt, maar het is vooral zuur als je op de technische stukken de aansluiting verliest en dan in een groepje terechtkomt waarmee je ook niet meer het gat kunt dichtrijden. Had ik bij hele snelle mannen in een groep gezeten, dan had ik vast en zeker met ze meegekund in het wiel.’ Want de Beachracer gaat als een speer, daarover zijn beiden het eens. Hij is licht, stabiel, stevig en het is niet moeilijk om hem op het strand in bedwang te houden. ‘Ik houd er ook van als een fiets er goed uitziet,’ voegt Marten toe, ‘en wat dat betreft stelt de Beachracer absoluut niet teleur!’ Dat beaamt Jeanine: ‘De ice blue kleur van het frame valt enorm op en heeft een stijlvolle uitstraling.’

En schaffen Marten en Jeanine nu ook zelf een KOGA Beachracer aan? ‘Ik woon niet in de buurt van het strand en met het brede stuur door de bossen is toch niet bepaald ideaal,’ twijfelt Marten. ‘De fiets is toch echt speciaal voor standracen ontwikkeld. Maar als je dé perfecte fiets voor het strand zoekt, dan kan ik de KOGA Beachracer in ieder geval van harte aanbevelen!’ Jeanine woont dichter bij het strand. ‘Maar bij mij is het vooral een gebrek aan ruimte waardoor ik twijfel. Met al een koersfiets, winterfiets, baanfiets, crosser en tijdritfiets in de schuur (en de fietsen van mijn vriend niet meegerekend), wordt het allemaal wat krap thuis. Maar ik vond dit wel echt heel leuk om te doen. En ik ga deze zomer verhuizen naar een groter huis, dus ik reserveer stiekem eigenlijk al een plekje daarin voor deze KOGA Beachracer… Maar vertel dat nog maar niet aan mijn vriend!’

Zowel Marten als Jeanine bevestigen in elk geval dat er voor strandraces eigenlijk maar één fiets is die je moet hebben en dat is de KOGA Beachracer!

KOGA Beachracer

De KOGA Beachracer kost je 1699 euro, wat voor een top of its class MTB een zeer schappelijke prijs is. Hiermee heb je in één keer het beste van het beste voor een strandrace. De fiets is er in de maten 50, 54, 56, 58 en 60, wat voor de meeste mensen prima is, maar het zou fijn zijn als hier op den duur een maatje 48 bij komt voor de echt kleine fietsertjes onder ons. Jeanine paste met haar 1m65 goed op het 50-frame en Marten zat met zijn 1m75 als gegoten op het 56-frame. Maar er zijn vast ook jongere deelnemers, of extreem kleine of grote mensen, die graag van deze Beachracer gebruik zouden willen maken.

Door het enkele voorblad en de SRAM Rival-afmontage heb je maar aan één kant een shifter, wat het wel zo gemakkelijk maakt om, als je aan het afzien bent, niet na te hoeven denken waar je nou moet duwen om te schakelen. De banden die van deze MTB een echte beachracer maken zijn de Schwalbe Thunder Burt 2.1 om het voorwiel en de Schwalbe Big One Evolution 2.35 aan de achterkant. Mocht je de fiets buiten het strand vaker willen gebruiken als reguliere MTB, dan kun je ook voor de X29 Team-editie gaan, waarbij je een triple crank hebt, zodat je in totaal 30 versnellingen hebt. Deze is 1799 euro, maar denk er dan wel aan dat je er even andere bandjes onder zet!

Mobiele versie afsluiten