Michael BoogerdDe cliffhanger van Michael Boogerd: hij verschuift ‘m nog even naar de taalkundige toverformule die we ook wel toekomstige tijd noemen. Maar het script van zijn aangekondigde bekentenis is klaar.

De krijtstreeppakken van de bank kunnen weer naar het hockey, die zijn nergens meer verantwoordelijk voor. Andere ex-Rabo-vedetten waren altijd al zo spraakzaam als een grafzerk met gewetensnood. En dus is Boogie het haasje, altijd moeten ze hem hebben. Daar klinkt niet alleen de verbale kramp van de sporter, hij moet het ergens oprecht zo gevoeld hebben.

Daar heb je er weer eentje die over Wenen begint.

Zo kun je het niet eens op de kaart aanwijzen, laat staan dat je er ooit geweest bent.

En zo blijk je er jarenlang gediplomeerd stadsgids te zijn. Dweepte je langs hippe wijnbars met ene Stefan Matschiner, de zakken bloed nog onder je arm.

Boogerd blijkt dus inderdaad weleens gebeld te hebben met die Oostenrijker.

Eerst om iets geregeld te krijgen voor een na-Tourcriterium, later om een vitaminekuurtje te bespreken. Waarvoor mevrouw Boogerd trouwens de factuur ontving.

Wat dopingjagers niet lukte doen zijn eigen verklaringen wel: Boogerd in een hoek drijven.

Volgens mij begon het ooit met z’n non-verbale reactie op de vraag van een sportjournalist, wiens naam me even ontschoten is. Het ging over epo. In zijn goed bekeken avondprogramma vroeg dezelfde journalist wel vaker terloops iets over die kwestie Wenen, met de nadruk op terloops.

Harde bewijzen wilden maar niet komen. En dat bleef dan ook de meest logische verdediging.

En nu is het nota bene de meest kleurloze aller wielercommentatoren, een collega van die journalist die Boogerd erbij lapt. In de randen van de avondprogrammering, tijdens de continue zendtijd van Studio Sport. Die commentator staat ineens doodleuk te vertellen hoe hij zijn tegenwoordige collega eerder die dag aan de lijn had. Er had weer iets in de krant gestaan. Boogerd verzucht dat het eerst eens aan anderen is om te praten, voordat hij de beerput opentrekt. Hij wil geen kop van jut zijn. Het klonk als een off-the record commentaar.

Sommige mensen geven altijd netjes antwoord. Zeker aardige, joviale mensen.

Bij de NRC hadden ze hun journalistieke huiswerk voorbeeldig gedaan, kijk maar in de zaterdagkrant. De Boogerd-bekentenis was niet eens meer dan een bijzin. Het ging om over structureel dopinggebruik bij de Raboploeg, met name over de rol van de voormalige ploegarts. Ze hadden de volledige verklaring achterhaald van Levi Leipheimer. De man die sinds het Armstrong-rapport met terugwerkende kracht heeft aangetoond dat epo en bloeddoping als bijwerking kunnen hebben dat je in je hele carrière niet één keer demarreert.

Eigenlijk bevat de volledige versie van het (oude) Leipheimer-verhoor niet eens zoveel nieuws. Bestudeer de doorgestreepte naam van die Rabo-ploegarts eens, google een nanoseconde en weet dat er Geert Leinders staat. Inderdaad, de arts die met Sky alsnog de Tour wist te winnen en daarna spoorslags en stilzwijgend vertrok. Gewoon je kop houden in tijden van crisis.

Michael Boogerd gaf altijd thuis. Ook als ze een BN-er nodig hadden voor een ijsdansprogramma. Hij zal in zijn whereabouts complete trainingsroutes vermelden hebben met wijzigingen achteraf,  wanneer hij de 200 kilometer eens niet haalde. Boogerd verdient meer credits dan welke Nederlandse renner van zijn generatie ook. Ook al zat er altijd iets van tragiek in verscholen. Dat kan ook niet anders als ze je Boogie noemen.

Tijdenlang moet hij bezig zijn geweest een gevoel van onrecht te onderdrukken: waarom moeten ze altijd mij hebben? Ik deed toch niks anders dan de rest?

In mindere mate misschien zelfs, dat zal blijken bij de bekentenis.

Een nette jongen die hooguit z’n hematocrietwaarde wat kietelde, toen dat nog iets medisch was. Die nooit strakzittende armbandjes de schuld zou geven. Nooit teveel buiten de lijntjes kleuren.

Blijven lachen omdat mensen dat nu eenmaal van je verwachten, net als die sprint te vroeg aangaan. Zijn collega’s waren te saai om onder de loep te nemen, of te doortrapt. Of een combi van beide.

Maar ook die bleef hij braaf verdedigen.

Ik vroeg me deze week af waarom die affaire Rasmussen me al tijdenlang niet boeien kan.

Daar kwam hij weer naar de rechtbank om de leugenachtigheid van de rest van de wereld aan te tonen. Niemand trouwens die zijn getuige Max van Heeswijk nog eens naar zijn eigen bekentenis vroeg. De waarheid eindigt wel vaker in een prullemand.

Je zou maar met Rasmussen naar een hippe Weense wijnbar moeten. Dat is pas afzien.

Die andere Rabo-affaire, die via Mexico en de Dolemieten ook een link met Wenen heeft werd een vieze oprisping. Terwijl de beerput ondertussen zo weelderig riekt.

Ik hoop dat Boogerd zo’n anticlimax bespaard blijft. Dat hij keurig en publique bloost als die onbegrijpende buitenwereld hem nog eens tot een leugentje dwingt. Was die Matschiner er niet met z’n Miss Nederland vandoor gegaan, getuige dat telefoonverkeer?

Natuurlijk zal de naderende biecht niets toevoegen. Geen haast dus, Boogie.

Mark de Bruijn