Gilbert Duclos-Lassalle is een jongen uit de Sud Ouest. Vanuit Lembeye, het stadje in de wijnstreek van de Madiran waar hij geboren is, kan je alle hoge Pyreneeëntoppen zien. Als renner woont hij even verderop in Gan, het land van de Béarnais en witte Jurançon-wijnen die rijpen aan de voet van de Aubisque. Dat Gilbert Duclos-Lassalle een kasseienvreter zou worden, stond niet meteen in de sterren geschreven. Jongens uit zijn streek spelen rugby en doen aan de jacht.
Duclos-Lassalle is een kleine twintig jaar profrenner. Dat is verrekte lang. Hij verandert wel eens van shirtje maar nooit van ploeg. Het is de ploeg die verandert, of toch de sponsors, niet trouwe Gibus. In de vroege jaren ’80 wordt hij tweemaal tweede in de Hel van het Noorden. Anderzijds wint hij de Route du Sud, etappekoers in de Pyreneeën, en Parijs-Nice. Wat ook wel eens vergeten wordt: Duclos-Lassalle wordt in 1988 tweede op Luz-Ardiden in de Tour, na de broze maar met flitsen geniale klimmer Laudelino Cubino.
Zo lang hij renner is, wint Gibus elk jaar zijn koersen. Toch zal hij enkel herinnerd worden om wat hij als oude man deed, namelijk achteraan zijn dertiger jaren tweemaal op rij Parijs-Roubaix winnen. 1992 en 1993: Gilbert Duclos-Lassalle. Welke de mooiste is? Moeilijk te zeggen.
Er zijn renners die alleen aankomen na een lange rush het allerhoogste vinden, genre Boonen in 2012. In 1992 wint Gibus na een solo van een kilometer of vijftig. Zevendertig jaar oud is hij. Andere renners houden het liever bij een millimetersprint, genre Planckaert versus Bauer in 1990. Gibus verslaat in 1993 op zijn achtendertigste Franco Ballerini in een millimetersprint op de velodroom.
Dan krijg je als Fransman, volledig terecht, je eigen secteur de pavés. Nummer 17, Wallers à Hélesnes, beter bekend als Le Pont Gibus. Vier sterren voor 1,6 kilometer kasseien. Hier stonden en staan ook zondag de supporters van Duclos-Lassalle, aan de brug waar zijn bijnaam vereeuwigd werd, op de kasseien die zij zelf in ere herstelden omdat niemand er bij gebaat is wanneer een klassieker zijn monumenten verliest. Supporters die vechten voor hun stukje koers: mooier wordt het niet.
Een schoon eerbetoon aan Gibus zou het zijn, zondag een ontsnapping met ouwe venten. Tossato en Hinault, bouwjaar 1974. Opgejaagd door een jonkie als Paolini, deze winter zevenendertig geworden. Wacht eens … Zevenendertig? Zou het?
- De grootste niet-winnaar uit het peloton - 13/09/2016
- Duizenden kilometers op kop - 29/06/2016
- Een biljartvlakke rit - 28/06/2016