Ken VanmarckeLieve Ken,

Een mengeling van zweet en regenwater doet zijn benen glimmen. Zo rustig en soepel als hij nu de straat in rijdt, terugkerend van zijn trainingsrondje, zo bonkig en vol vuur zag ik hem vorige week zondag in de koers proberen, proberen en nog eens proberen. Ooit was ik een meisje van dertien, Ken, nieuwsgierig en vol opwinding om de kleinste dingen. Als mijn vader weer eens een nieuwe fiets had gekocht, als mijn oudere broer meedeed aan de plaatselijke kermiskoers, als ik een bidon had bemachtigd van een paar glimmende benen…

Helaas, die gevoelens ebden door de tijd steeds verder van mij vandaan. Mijn vader overleed te vroeg, mijn broer verkoos de fles boven de fiets en ik hield het niet langer dan twee jaar vol met Sjef uit Anzegem. Ik durfde niet meer te kijken naar iets op twee wielen, volledig in de veronderstelling dat het me slechts een eindeloos verdriet kon brengen. Maar toen was daar 1 maart 2014. Toen was daar uw broer.

Uw broer, hij zette aan, hij stampte, perste, duwde. Hij ging één keer, hij ging twee keer, hij leek maar te blijven gaan. Bij elke omwenteling voelde ik mijn hart feller kloppen in mijn keel. Ik wilde hem vooruit schreeuwen, maar verloor de controle over mijn stem. Uw broer maakte mij weer dat meisje van dertien, Ken, en daar wil ik u voor bedanken. Zonder uw toewijding was hem dit niet gelukt. Zonder u had hij zijn karretje al lang en breed in de poep gereden en had ik nooit meer naar iets op twee wielen willen kijken.

U moet weten, Ken, ik kan maar niet stoppen met kijken naar die 4 minuten en 20 seconden. Jullie gaan dwars door elke kassei voor elkaar. Werkelijk, de liefde spat ervan af. Tom Boonen fietst misschien iedereen er vanaf in Vlaanderens mooiste, maar jullie broederliefde geeft Vlaanderen echt hoop. Daarvoor duizendmaal dank.

Alle kracht en alle liefde toegewenst,
Jeanette, de buurvrouw van Sep.