“Nog even wachten. En dan ga ik.” Hij voelt de benen niet. God allemachtig, wat is hij sterk. Maar toch, nog even wachten. Het is nog ver. Te ver, waarschijnlijk. Ja, het is te ver. Maar dan gaat hij – zomaar – op de trappers staan, en is hij weg. God allemachtig, wat voelt hij zich goed. Ginder, in de verte, rijdt de kopgroep. Maar dat zijn de mannen die van zichzelf weten dat ze straks, boven op La Toussuire, niet zullen winnen. Daarom rijden ze nu ook al in de kopgroep, denkt Louis. Neen, dat zijn geen winnaars, daar vooraan.
Maar hij wel. Louis weet het van zichzelf. Hij klimt naar de top van de Col du Molard. En straks, op de Col de la Croix de Fer, pakt hij de kopgroep en laat die achter. God allemachtig, wat voelt dit goed. Louis kan klimmen. Hij denkt aan later, daar in de zevende bocht van La Toussuire. Nog maar net heeft hij getekend bij Lotto-Belisol. En zie me hier nu klimmen. Hij lacht bij zichzelf. God allemachtig, ik doe het. “Ik haal het”, juicht Louis. “Ik haal het!”
“Nog even”, denkt Igor.
“Nog even wachten. En dan ga ik.” Hij voelt zich goed. God allemachtig, wat doet dat deugd. Gewoon met vrienden en vriendinnen. Gewoon lekker uit, even niet aan de koers denken. Dat komt morgen dan wel weer, denkt Igor. Maar nu even niet. Het is fijn, hier. Gewoon een fuif. En gewoon jong zijn. Maar dan gaat hij – zomaar – midden in de nacht. Ik kom eraan, mama. Nog even. En dan. Sporen. Een trein. Niets.
Louis Vervaeke won het afgelopen weekend de laatste etappe in de Ronde van de Toekomst. Hij is klimmer. Over vijf jaar wint hij de Tour.
Igor Decraene vond het afgelopen weekend de dood. Hij is voor altijd wereldkampioen tijdrijden bij de junioren. Hij is voor altijd achttien.
- Het is stil in Wetteren - 27/03/2018
- Ze zijn daar! - 23/02/2017
- Lucien: Aux Champs-Elysées! - 18/07/2016