“De dag erna”…

De uitdrukking is uitgevonden voor vandaag, na de dag van gisteren.

Had u het ook? Dat u deze morgen wakker werd en dacht: “Hé, dat was gisteren geen zondag zoals alle andere?” Dat u dacht: “Hoe zou het met Jürgen zijn?”

Ik had het wel.

Ik houd van de koers. Ik weet er alles van (denk ik van mezelf).

En toch heb ik het elke keer (ik ga nu iets bekennen, maar het moet nu maar, ik mag me vandaag zwak tonen): elke keer als ik naar de koers kijk, val ik toch even in slaap. Ik weet niet hoe dat komt. Het dipje van de ouder wordende man? Zoiets?

Ik had het bij Dwars door Vlaanderen: er waren nog meer dan tachtig kilometer te rijden. En daar ging ik. Toen ik wakker schoot, stond Jelle Wallays op het podium. Had ik zomaar twee uur koersplezier aan me laten voorbijgaan!

Gisteren had ik het weer. Ik had de waaiers gezien (volgens Michel mochten we nog niet spreken van waaiers, het waren renners die maar wat over de breedte van de weg aan het zwalpen waren), ik had de rukwinden gezien, ik had Ben Swift op vijf minuten tijd veertig jaar ouder zien worden, ik had gedacht aan de Eerste Wereldoorlog (ook daar in de streek), ik had al kip met friet gegeten, ik was op weg voor mijn eerste taartje van de middag. Er waren nog 120 kilometer te rijden.

En ineens sliep ik. Ik sliep de slaap van de zondagnamiddag.

Toch hoorde ik de wind en de regen, bij ons op de “boerenbuiten”, op het Vlaamse platteland. Het water kletterde tegen ons raam; hoorde ik in mijn slaap.

Ik schoot wakker.
Het schemerde lichtjes.
Ik keek naar buiten, naar nog meer regen en wind.
Ik dacht aan het avondeten. Het werd zo stilaan tijd, dacht ik.
Een gewone boterham, met kaas?
Mijn vrouw had een film opgezet.
Tegen de verveling van een kletsnatte, grijze, vuile, kille zondag.

Ik wreef in mijn ogen.
“Hé”, zei ik.
“En de koers? Wie heeft gewonnen?”
Het werd buiten nog grijzer, de schemer werd harder.

Ik zapte naar Sporza, snel even kijken naar de uitslag. Had ik nu verdorie wéér een koers verslapen.
Ik zag een eenzame fietser, in dat heerlijke retrorood.
Hij fietste van windvlaag naar windvlaag.

Nog 72 kilometer, zag ik in het hoekje van het scherm.
Gent-Wevelgem zou nog uren duren.
Het werd een pracht van een zondag.

Gelukkig hadden we het zomeruur.

Filip Osselaer
Laatste berichten van Filip Osselaer (alles zien)