Het is natuurlijk niet moeilijk om over het WK van Mathieu van der Poel te schrijven. Of dat van de wereldkampioen-uit-de-hoge-hoed Mads Pedersen. Of het drama-Philippe Gilbert. Maar dat doen tientallen anderen al. Nee, ik wil het hebben over het WK van Mike Teunissen.

Het toeval wil dat ik het weekend doorbracht in Harrogate. Op uitnodiging van de Nederlandse Loterij fietsten Willem Dudok (van podcast De Rode Lantaarn) en ik met een heleboel anderen van Schiphol naar Hoek van Holland. Om van daaruit met de nachtboot naar Engeland te varen en een dag later van Hull naar Harrogate te fietsen. We keken bij aankomst de finale van de vrouwenkoers in de oranje fanzone, dronken een biertje met Bram Tankink om het spektakelstuk van Annemiek van Vleuten te vieren en lieten ons de driftig aangevoerde snacks goed smaken.

Op zondag stapte het gecombineerde team Het is Koers-De Rode Lantaarn het hotel uit, op weg naar een koffietentje. Voor het hotel troffen we de familie Teunissen: vader Martin en diens broer Hans. Nog voor we een woord gezegd hadden, had Hans het woord genomen. En Hans kan praten. Over de koers, over Mike, over zijn broer Martin, maar ook over muziek. Het duurde even voor we het koffietentje bereikten, maar tijdens de verregende wandeling er naartoe hadden Martin en vooral Hans ons geïnjecteerd met verhalen over de wielercarrière van Mike, Ysselsteyn en allerlei vage kennissen die ineens de gele trui van Mike willen veilen voor het goede doel. Als je wint heb je vrienden.

In de middag keken we de wegwedstrijd van de mannen in hotel The Old Swan, waar een kluwen oranje fans, bobo’s en oud-wielrenners zich hadden verzameld voor twee grote tv-schermen. Honderd meter verderop hing de rode vod van de plaatselijke ronde in Harrogate, zodat we elke 12,5 kilometer de renners even live konden bekijken terwijl onze oranje regenjackies ons beschermden tegen de genadeloos neerplenzende regen. De ouders van Mike Teunissen en oom Hans waren er ook.

De rolverdeling tussen de broers Teunissen is prachtig. Hans is de prater, Martin de wat stillere trotse wielervader. Hans vertelt honderduit over zijn hobby’s. Zo koopt hij vier vinylplaten per week, is zijn favoriete platenzaak Sounds in Venlo, bezoekt hij vaak concerten in het buitenland en was hij ooit bassist van de Noord-Limburgse punkband Gatheur (‘konthaar’). En o ja, hij houdt van fietsen. Het mooiste moment volgde toen Hans even het toilet opzocht. Martin keek me met glimmende ogen aan. Praten kan-ie hè. Mijn broer was vijf jaar gedeputeerde van de provincie Limburg. Voor D66. Maar ja, nu heeft Forum heel veel gewonnen hè. Nou is-ie daar weg.

Nadat Dylan van Baarle en Pieter Weening (‘trapt zometeen zijn buitenblad doormidden,’ aldus Bram Tankink) het vuile werk hadden opgeknapt voor Mathieu van der Poel, was het de beurt aan Mike Teunissen. Die vertrok met Mads Pedersen uit het peloton op weg naar Lawson Craddock en Stefan Küng, werd even door Pedersen uit het wiel gereden, maar sloot kort daarna aan bij de koplopers. Even sprak hij Pedersen aan, vroeg hem waarom hij niet op hem gewacht had. Want met een oranje shirt voorin zou de Nederlandse brigade niet achter de kopgroep gaan rijden. Of-ie dat niet zelf had kunnen bedenken. Het gebaar liet zien dat Teunissens status in het peloton sinds die gele trui gegroeid is. Later gaf hij Küng een gelletje. Nog een heel collegiale jongen ook.

De familie Teunissen werd allengs nerveuzer. Samen met Hans rende ik elke 12,5 km van het grote scherm naar het parcours en weer terug, terwijl we bespraken hoe goed Mike er nog bij zat. Toen Mike de groep uiteindelijk moest laten gaan, was Hans natuurlijk teleurgesteld. Hij heeft zich tenminste goed laten zien, was mijn reactie. Zwak, maar ik had even niks beters.

Een paar ronden later moest de zaal de inzinking van Mathieu van der Poel verwerken. De jolige stemming verdampte, Pedersen pakte de wereldtitel. Ik zag ik Martin staan en complimenteerde hem met de mooie koers die zijn zoon had gereden. Mike had hier gewoon wereldkampioen kunnen worden, begon Martin. Hij zat in de goeie ontsnapping. Als hij de benen had gehad van Brussel, en hij had bij die groep kunnen blijven…

Ja, Mike Teunissen had wereldkampioen kunnen worden. Maar even terug op de grond: wie in 2018 voorspeld had dat Teunissen dit jaar het geel in de Tour zou pakken en met de beslissende groep mee zou zitten in het WK, was voor gek verklaard. Maar het was wel zo. En ik zag in de ogen van Martin en Hans dat er nog veel meer in het vat zit.

Op de boot terug naar Nederland viel ik in een diepe slaap. Deinend op het water droomde ik dat Mike Teunissen in 2020 Roubaix wint.

 

 

 

Leon Geuyen