Roze pruiken. fluorescerend groene cowboyhoeden. Veel Shimano-blauw. Heel veel zwart-geel-rood. En nog meer oranje. Een orgie van kleuren maakte van de Brabantse wal bij Hoogerheide het meest kleurrijke gebied van de wereld tijdens het WK Veldrijden dat daar afgelopen weekend gehouden werd. Een groot internationaal carnaval van bierdrinkende Vlamingen en Hollanders, schnapps nuttigende Zwitsers plus wijnzuipende Fransen. Samen met een handvol Amerikanen en een stel hossende Tsjechen vormen ze een internationaal koor dat in volgepakte feesttenten meebrult met hits als „Joost is anders geaard” en „Zeven zonden in een nacht”.
Een stelletje betweters ook, dat er gezamenlijk van overtuigd is dat Mathieu van der Poel, Nys en Vos de regenboogtrui wel even gaan winnen in hun categorie. Antoine Daninck uit Lokeren weet ook zeker dat Sven Nys gaat winnen. „Nys is de enige die het hele jaar durft te leven als een pater”. Zijn vrouw Rita Marchand vult aan dat het voor „hun” Sven juist een zegen is dat Styby (Zdenek Stybar) aan de start van dit WK verschijnt. „Als jullie Larske (van der Haar) er van tussen gaat, zal geen enkele Belgische ploegmaat hem voor Sven gaan halen. Maar Styby wel. Dat wordt de redding van Nys, let maar op.” Rita en Antoine kunnen het weten. Ze volgen het veldrijden al hun leven lang en hebben dit seizoen alleen de cross in Namen gemist.
De koffie blijkt niet te zuipen in Hoogerheide. Maar je moet vooral ook bier drinken, vertelt een Amerikaan in café Boulevard terwijl hij zondags om half negen ’s ochtends het eerste glas leegdrinkt. Zijn tijdelijke Belgische buurman heeft dan al vier pintjes op. de Amerikaan organiseert jaarlijks 9 cyclocrosswedstrijden in Oregon. Met het geld dat ze overhouden, gaan de organisatoren elk jaar naar het WK toe. „In het veldrijden gaat het uiteindelijk allemaal om het feesten!”, legt hij uit. De mooiste editie tijdens hun Cyclocross Crusade is dan ook de Halloween Cyclocross Crusade, waarbij zowel amateur als prof volledig uitgedost in feestkledij hun wedstrijd rijden.
Voor zijn landgenoot Curtis White, die uitkomt in de categorie mannen onder de 23, is het veldrijden serious business. Hij oefent zondagochtend nog op de scherpe en steile bocht die in in het bos ’t Koepeltje naar het hoogste punt van de Brabantse wal voert. 20 meter boven NAP. Hij rijdt zo’n 5-6 keer snel en geconcentreerd door dezelfde bocht en neemt daarbij steeds de binnenkant. Hij zou moeten oefenen op de buitenbocht, roept Slate Olson, eigenaar van wielerkledingmerk Rapha en sponsor van Team Rapha-FOCUS, dat uit 3 Amerikaanse veldrijders bestaat. „In de wedstrijd zal hij nooit de positie hebben om de binnenbocht te kunnen nemen, mark my words”. White wordt 24e in de wedstrijd die toch wel verrassend gewonnen wordt door de belg Wout van Aert. Topfavoriet Mathieu van der Poel wordt derde wat tot meesmuilende reacties van de Belgen leidt. „Het is stil aan de overkant, Het is stil aan de overkant” wordt richting het Oranjehuis gezongen en menige Vlaming leegt zijn blaas door tegen het tentzeil van het Rabo KNWU Oranjehuis aan te pissen.
In het volgepakte Oranjehuis ruikt het naar glühwein en frituur en zit de stemming er goed in. Luidkeels wordt er „We are the Champions” gezongen op de noten die door dweilorkest De Tivoli-band de tent ingeblazen worden. Marianne Vos showt aan haar uitbundige Hollandse fans de regenboogtrui, die ze zaterdag voor de zevende keer binnensleepte. Voordat ze samen met haar fans het volkslied gaat zingen, krijgt ze de oranje NoMudNoGlory-muts aangeboden. De muts die dit weekend massaal door de KNWU werd uitgereikt en van het gehele WK-parcours een grote ‘oranjebocht’ maakte.
Modder is er genoeg in Hoogerheide. De lobbige blubber ligt als een onwijs grote klodder grijze mayonaisesaus tussen de vele mobiele frietkoten. Met hoge wandelschoenen of laarzen zijn de vele Belgen hier goed op ingesteld. Dat kan niet gezegd worden van enkele dames die met hun UGG’s over de zompige ondergrond schuifelen. Ook de meeste Australische veldrijders zijn onvoldoende op het veldrijden op Europese bodem voorbereid. In alle categorieën horen zij bij de hekkensluiters. Hun Nieuw-Zeelandse collega Alexander Revell heeft wat meer ervaring en vooral meer fans. De man met snor wordt luid aangemoedigd met „kiwi” en „mustache”. Na afloop van de wedstrijd van de elitemannen kijkt Alexander in de autospiegel van zijn bestelauto. Automatisch vormt hij zijn snor weer goed. Al kijkt hij vooral naar zijn neus. Tijdens de eerste loopstrook in de wedstrijd stuiterde zijn fiets tegen de grond en knalde het stuur vervolgens hard tegen zijn neus. Deze staat scheef en is wellicht gebroken. Toch vond Revell zijn race „pretty good”. Hij wordt 52e. 1 plek voor zijn landgenoot Angus Edmond.
Een daverend slotnummer is de wedstrijd bij de elite mannen door de strijd tussen Sven Nys en Zdenek Stybar. Het publiek loeit, schreeuwt en rinkelt met hun bellen als beide coureurs voortdurend de koppositie van elkaar stelen. Het aanzwellend geluid verraadt waar beide renners zich op het parcours bevinden. De bellen verwijzen naar de Zwitserse koebellen die bij het veldrijden gingen horen vanaf het moment dat het veldrijden gedomineerd werd door Zwitserse klasbakken als Frischknecht en Zweifel. Dat was in de tijd dat Elsloo nog het wielerdorp van Nederland was, zo vertelt ene Jan Janssen die daar geboren is. Hij volgt het veldrijden al 50 jaar en heeft zijn vriend, ook Jan, pas meegenomen toen bleek dat deze ook enthousiast was. „Want ik heb geen zin om samen naar de wedstrijd te gaan met een of andere sneue snijboon die het na 1 ronde al gezien heeft”.
Even verderop wordt een Belg steeds enthousiaster. Hij ziet dat Tsjech Stybar de beste papieren voor de winst heeft. De langharige Vlaming heeft een weddenschap lopen. Als iemand anders dan Nys wint, krijgt hij een diner in een drie-sterrenrestaurant van zijn vriend, die wat beteuterd ziet dat Nys uiteindelijk ook verliest en tweede wordt. Hij is niet de enige Belg die van een koude kermis thuiskomt „Het is altijd weer een domper, dat veldrijden in Holland”, roept een landgenoot van hem. “We zouden ons geld terug moeten vragen…”.
Bort Hartog (1977) is in het dagelijks leven gezins- en relatietherapeut. Hij doet dit werk vanuit de systeemtheorie en is erg geïnteresseerd in de onderlinge wisselwerking tussen mensen in een sociale groep. Hij vindt het wielerpeloton een fascinerende sociale gemeenschap en is daarom trots dat hij als kleine voetnoot voorkomt in het boek dat Maarten Ducrot hierover geschreven heeft (Wie de trui past, trekke hem aan). Opgegroeid in een goed gereformeerd gezin, keek hij op zondag nooit televisie. Hij heeft daardoor lang niet geweten dat Greg Lemond de Tour van 1989 gewonnen had. Hij heeft recentelijk - op zondag - de Mortirolo, Gavia en Stelvio bedwongen en bevindt zich daardoor nog steeds in hogere sferen.