Het enige dat ik tot nu toe zag was een minuut Avondetappe. Toen ik de tv aanzette stond hij nog op Nederland één. Beginnersfoutje. Ik hoorde een man zeggen dat Argos een sympathiek ploegje is die eerst in een camper op pad gingen en nu hadden ze een bus. Hij sprak volkomen romantisch over de sprintploeg rond Kittel en Degenkolb die het de andere sprinters moeilijk moeten gaan maken. De enige manier om dat te doen is die gasten flink drogeren en die middelen maskeren, en Argos weet dat ook en die journalisten bij Mart Smeets aan tafel weten dat ook en de kijkers weten dat ook, en dan praten ze over campers, en nu dus een luxe bus.
Laatst stond er in de Volkskrant een artikel over Froome, eigenlijk over zijn trainer in Kenia. Hij had potten pindakaas in de kast staan. Daar is die magere slungel groot mee geworden, was de boodschap. Als je zoiets opschrijft ben je niet goed snik.
Frank Heinen schreef een mooie tekst, dat zag ik later terug op Het is Koers, over een Franse renner met een dramatisch verhaal en zijn zoon die ook een dramatisch verhaal heeft. De pa heette Pascal Jules, was belofte en reed zichzelf dood. Zijn zoon sloeg zijn zuipende stiefvader dood en zat vier jaar vast en is nu renner. Die verhalen zijn goed. Ze geven aan hoe krankjorem de sport is.
Fietsen is mooi. Het principe dat je minder energie gebruikt wanneer je achter een ander fietst, concurrent of ploegmaat, is briljant. Maar dat principe wordt overschaduwd als de middelen minstens zo belangrijk zijn als aanleg of training. Ik ga alleen weer fietsen kijken als dat soort verhalen aan bod komen, en niet het gedweep over renners die op pindakaas rijden en met campers op pad gaan en waarbij doping nog steeds een verboden woord is.
- Voltooid commentaar - 18/07/2013
- Nog niks van de Tour de France gezien - 02/07/2013
- Gewoon doortwitteren - 26/01/2013