Site pictogram HET IS KOERS!

Oeps! Foutje!

Het kan geen kwaad om vrienden te hebben.

Dat is ook zo in het Tourpeloton. Je weet nooit wanneer ze nog eens van pas komen. Hoe gaat dat in het leven: je geeft wat, je krijgt wat. Mooi, toch?

Het zat de Fransen niet mee in de Tour van 1976. In de proloog was hun vedette, Bernard Thévenet, nog derde geworden. Op zich was dat niet slecht, maar ze hadden er toch geen vertrouwen in. Ze wisten niet goed wat ze van de Tourwinnaar van vorig jaar moesten vinden. In 1975 had hij Merckx verslagen, de onklopbare Merckx. Maar nu? Geen idee wat Thévenet zou doen. Hij zou in de negentiende rit, compleet uitgeput, opgeven. Een jaar later, in 1977, was hij als herboren. Hij won wéér, met nauwelijks 48 seconden voorsprong op Hennie Kuiper.

Terug naar 1976. Belgisch kampioen Freddy Maertens regeerde over de Tour. Hij won veel. Té veel, vonden de Fransen. Dat werd op de duur vervelend. En de sponsors begonnen te morren. Peugeot, dat Thévenet, Jean-Pierre Danguillaume, Raymond Delisle en Régis Ovion in de ploeg had, sprak er zelfs over om gewoon te stoppen met de ploeg.

Het beterde er niet op toen de spurter van de ploeg, Jacques Esclassan, almaar opnieuw naast de overwinning greep. Hij was eens zesde geweest, eens vijfde, eens zevende. In de rit van Nancy naar Mulhouse was het wéér niet raak. Esclassan werd nu tweede, achter Freddy Maertens (alweer!).

De ploeg van Freddy Maertens, met Lomme Driessens aan het roer, begreep de situatie. Het moest nu niet al te gek worden. “En dus kon er wel een klapke gedaan worden”, vertelde Freddy Maertens me een tijdje geleden. ’s Anderendaags, in de achtste rit naar Divonne-les-Bains, zou er weer gespurt worden. Freddy zou volop meesprinten, maar niet van harte. Hij zou het er zo op toeleggen dat Jacques Esclassan net voor hem zou eindigen. Mooie deal, iedereen blij. Geen probleem.

Na 220 kilometer bood het peloton zich aan in de straten van Divonne-les-Bains. Het werd een massasprint. Vijfde werd Lasa, vierde Paolini, derde Gavazzi. Naast mekaar sprintten Maertens en Esclassan – zonder helm! – voor de zege. Een politieman kijkt met de handen in de zij en een zonnebril op de neus naar de spurt. Met het blote oog is niet te zien wie wint.

“Dat was goed gespeeld van mij, ik moest zien dat ik net niet won, dat was de afspraak”, vertelde Freddy. Een verkochte rit, dus.

Ach, niemand hoefde dat te weten. Zo was dat, toen.

Alleen: er viel iets op, bleek achteraf op enkele foto’s van die sprint. Ergens midden in het peloton richtte Patrick Beon zich juichend op. Beon was een ploegmaat van Esclassan. Raar was dat…

Hoe kon dat nu? Maertens: “Tja, dat was niet de bedoeling, natuurlijk. Beon wist van onze combine. Alleen had hij dat niet hoeven te tonen. Hij was wat te enthousiast.”

Vrienden hebben in het peloton: een goeie zaak. Je moet alleen niet overdrijven.

Laatste berichten van Filip Osselaer (alles zien)
Mobiele versie afsluiten