Ook met de wetenschap van nu, een dikke pil vol dopingellende achter de kiezen, denk ik bij beelden van Tyler Hamilton aan Tugboat.

Tyler HamiltonTugboat was een hond. Een trouwe viervoeter. Een steun en toeverlaat voor het baasje die dat hard nodig had. Zeker wanneer hij, weer eens bezocht door de pechduivel, onmenselijke beproevingen moest doorstaan. Zo voltooide hij de Tour van 2003 met een gebroken sleutelbeen. Of het echt gebroken was, daar waren de meningen over verdeeld, maar hoe dan ook, dat Tyler Hamilton een taaie rakker was, lijdt geen enkele twijfel. Eerder had de man die in het peloton de bijnaam De Fakir droeg, ook al eens het glazuur van zijn tanden geknarst. Oorzaak: onmenselijk lijden.

Wielrenners en een hond. Het blijft een gevaarlijke combinatie. Neem bijvoorbeeld de zieke hond van Frank Vandenbroucke die zijn onschuldige baasje zomaar opeens in de problemen bracht. Of wat te denken van de hond van Alejandro Valverde, Piti, wiens naam toevalligerwijs op een zak met bloed was beland. Het kostte El Imbatido zomaar twee kostbare jaren van zijn loopbaan. Maar in de relatie tussen Tyler en Tugboat waren dat soort rafels niet aanwezig. Hun vriendschap was zuiver als een bergmeer, een diepgaande liefde tussen mens en dier. En in het jaar 2003, het jaar van het gebroken sleutelbeen, was het Tugboat die zijn verzwakte, maar verbeten vriend dwars door de Tour heen sleepte.

We waren op vakantie dat jaar. En telkens wanneer ik een krant wist te bemachtigen, zocht ik daarin naar de naam van Tyler Hamilton. Reed hij nog mee? Hield hij het nog vol? Of had hij de pijp aan Maarten gegeven? Zo af en toe verhaalde de krant over de hel waarin de onwrikbare Amerikaan zich bevond. Vooral ‘s nachts, uit de fietshouding waarin het lichaam bijna verwrongen was, was zijn lijden groot.

Nachten in de Tour spreken tot de verbeelding. In de nacht wordt de ware ziel van de koers blootgelegd. In de nacht worden wonden gelikt, plannen gesmeed en wordt er gewaakt en gehoopt bij de zieken. In de nacht zuchten de renners om de beproevingen die hen de volgende dag te wachten staan en slenteren doorwaakte mannen door de lange gangen van troosteloze hotels. In de nacht wordt er gebeden, aan heimwee geleden en niet in een luxe camper geslapen.

Ik las een interview over een nachtelijke kraaksessie.

Een donker hotel. Buiten klinkt het krekelconcert van de Franse nacht en alleen op de kamer van Tyler Hamilton brandt licht. Er wordt koortsachtig overlegd. Tyler zit al dagen scheef van de pijn op zijn fiets, als een vogel met een gewonde vleugel hinkt hij zich over de bergen. Zijn ruggengraat vertoont overeenkomsten met een kurkentrekker. De fysio stelt een martelkraak voor. Een paardenmiddel, maar als Tyler zijn heldenepos wenst te voltooien moeten nu de kaken opeen. Een korte knik van Tyler – hij is klaar voor zijn zoveelste lijdensweg- gevolgd door de gruwelijke ingreep. Haven, zijn vrouw (en even trouw als Tugboat), wendt haar gezicht af. Tugboat huilt klagelijk. Daarna legt hij zijn kop op de van pijn zwetende hand van zijn baasje.

Tenminste zo stelde ik mij voor dat het gegaan moest zijn.

Ach, ook bij Tyler Hamilton is de beerput volledig opengegaan. Het jarenlange bedrog, het stelselmatig gebruik van doping ingegeven door een blinde jacht op de troon van Lance Armstrong die ondanks alles onbereikbaar bleef. Eigenlijk was alles wat Lance Armstrong was onbereikbaar voor Tyler Hamilton: zijn prestaties, zijn charisma, zijn verhaal. In feite was Tyler Hamilton niet meer dan een slap aftreksel van The Boss, een Madurodam-uitvoering van het imperium van de man dat uiteindelijk, mede door toedoen van Hamilton, in zou storten gelijk een kaartenhuis.

Maar wellicht is dat nu precies de reden waarom ik nog altijd een zwak heb voor Tyler Hamilton. Ondanks het gedweep met die hond en zijn talloze valpartijen. Het geeft hem namelijk menselijke trekjes. En die onhandigheid, die tekenen van zwakte, compenseerde hij met een ongelooflijke dosis doorzettingsvermogen. Gewoon omdat hij zich weigerde neer te leggen bij de beperkingen waarop zijn ambitie keer op keer stuitte.

Ik weet niet of ik zijn boek van kaft tot kaft moet geloven. En ik weet niet hoe oprecht hij alles heeft verteld, maar juist door het doorzettingsvermogen dat als een reddingsboei door het boek heen drijft werd ik gegrepen. Zelfs toen hij alles kwijt was, zijn loopbaan, zijn geloofwaardigheid, zijn vrouw en eerder al zijn hond Tugboat, weigerde hij de handdoek te werpen. Tyler ging door diepe dalen, hing in 2009 zijn fiets aan de wilgen na een positieve test vanwege het gebruik van antidepressiva, zou daarna ronddolen in uitgestrekte wouden, maar hij bleef knokken. Precies zoals hij dat deed in die onmenselijke Tour van 2003. Een Tour waarin Tyler Hamilton een prachtige ode aan het doorzettingsvermogen gaf.

Joost-Jan Kool