Site pictogram HET IS KOERS!

Op bezoek bij een ‘big man’

Afrika wordt geleid door ‘big men’. Mannen met macht. Het volk danst naar hun pijpen. Maar het volk kan hen ook om gunsten vragen. Geld en aanzien verzamelen is prima, maar die moet je wel delen. Vanmorgen ging ik zelf op audiëntie bij een ‘big man’: de voorzitter van het nationale parlement.

Sinds mijn introductie in het Malinese wielrennen train ik af en toe met nationaal kampioen Jackarie Sangare en zijn coach ‘Taximan’. Op zaterdagochtend om 7.15u wordt er verzameld bij het nationaal museum om bij wijze van klimtraining de plaatselijke heuvel een paar keer op en af te rijden. Jackarie deed dat vandaag met in zijn rugzak de bokaal die hij twee weken geleden won. We moesten namelijk na de training nog ‘quelque chose officielle’ doen: de parlementsvoorzitter en tevens tweede man van Mali vragen om het Malinese wielrennen onder zijn hoede te nemen.

Voor diens huis was het een drukte van belang. Een paar militairen hingen rond een groen-geel-rood wachthuisje. Daarnaast draalden heel wat mensen in hun zondagse pak. En tot slot stonden er al een stuk of zes sjofele fietsers te wachten. Toen wij aankwamen was ons groepje direct aan de beurt. De heer des huizes had kennelijk een druk schema. Hij gaf zijn assistent een uitbrander dat die hem niet gewaarschuwd had dat er echte sportmensen langs zouden komen. Maar dat leek onderdeel van een vast repertoire dat de bezoeker nog meer onder de indruk moest brengen van het feit dat hij zijn tijd vrijmaakte.

Wij vormden een kring van tuinstoelen om hem heen. Gezeten op een grote zwarte leren bank op zijn veranda monsterde hij ons één voor één, waarna hij begon te vertellen over zijn bezoek aan Nederland. Fietsen, fietsen, overal fietsen. Zelfs alle vrouwen. ‘Och, wat zou het mooi zijn als Malinese vrouwen ook wat meer de fiets zouden pakken. In Burkina Faso doen ze dat allemaal. Maar hier heerst het volksgeloof dat vrouwen die fietsen kinderloos zullen blijven. Je krijgt ze er met geen stok op. Kan Nederland niet een van haar vrouwelijke kampioenen sturen om ons mannenpeloton te verslaan? Dan kunnen we die ban misschien breken.

Hierna zag de voorman van de Malinese coureurs zijn kans schoon om de bokaal te overhandigen. Een vederlichte goudgeschilderde aluminium trofee met grote oren. Op de plek waar normaal gesproken het ingegraveerde plaatje met de naam van de winnaar prijkt, was nu een scheef uitgeknipt papiertje geplakt. ‘Le president’ bekeek het ding evenwel met de aandacht en het respect dat de onderliggende prestatie verdiende.

Hij bleek een echte liefhebber van de sporten. Maar dat was tegelijkertijd ook zijn probleem. De afgelopen twintig jaar had hij zich over tal van sporten ontfermd. Van atletiek tot voetbal. En ontfermen, daar wond hij zelf geen doekjes om, dat betekent in Afrika betalen. Alles betalen. Daarom kondigde hij aan niet direct te zullen besluiten. ‘Terwijl ik erover nadenk, moeten jullie reflecteren op de vraag waarom je wielrenner bent. Ik steun alleen sporters die de competitie ingaan uit liefde voor de sport en voor hun land. Geen broodrijders die alleen maar denken aan geld.’

Desalniettemin diepte hij uit de plooien van zijn boubou een ‘petit cadeau’ op. Een bundeltje biljetten van 100.000 Francs om aan materiaal uit te geven. Een klein fortuin voor de lokale renners en hopelijk een eerste stap naar acceptatie van het grote verzoek.

Hiermee liep onze audiëntie op zijn einde. Hij besloot de sessie met een opdracht aan de Nederlandse gasten. ‘Als jullie nou wat goeie fietsen verzamelen in Holland dan zorg ik wel voor het transport en de douane.’ Terwijl we naar buiten liepen vroeg ik me af hoe hij dat dan zou fixen, maar de rest van het gezelschap straalde. Voordat de big man de baas werd van het parlement was hij de baas van de douane. Het inklaren van de fietsen zou niet meer dan een knip van zijn vingers vergen. Die horde was dus alvast genomen. Nu mijn deel nog…

Mobiele versie afsluiten