Bauke Mollema heeft alles, of in ieder geval bijna alles, mee. Nuchtere kop, bedachtzame wijze van koersen en een krachtig, pezig lijf waar – hoogstwaarschijnlijk – geen vochtafdrijvend middel in te vinden is. Dat bedachtzame toonde de jonge Groninger in de tweede etappe van de Tour 2013, toen Chris Froome een op het eerste gezicht opmerkelijke demarrage plaatste (later verklaarde Froome een goede uitgangspositie voor de linke afdaling te willen hebben). Na afloop van de etappe liet Mollema weten dat hij best met Froome mee kon, maar daar niet zo’n trek in had: “Ruimte hadden we nooit gekregen. Nu liet ik het aan Contador en de zijnen om hem terug te halen, het is niet mijn werk.”
Heerlijk, Helder, Hollands. Het schijnt voor je te pleiten als je onverstoorbaar, nadenkend en beheerst bent. Bij een overwinning een kusje op de trouwring, bij een nederlaag de simpele constatering dat het er vandaag gewoon niet inzat. Om vervolgens een douche te nemen en met een wielerboek de hotelkamer op te zoeken. Een café au lait op het nachtkastje.
Mollema verbaast vriend en vijand met zijn virtuele podiumplaats tijdens de lopende Tour. Tevredenheid alom. Maar, wat had ik graag het temperament van Marco Pantani teruggezien in de klimgeit van het Groninger platteland. Emotioneel, opgefokt en bij vlagen helaas ook instabiel. Pantani was een einzelgänger in zijn eigen ploeg en had genoeg karaktertrekken om een negatief oordeel over te vellen. Toch had Il Pirata ook één tot de verbeelding sprekende eigenschap. Eergevoel.
Dat eergevoel toonde Pantani nadat Lance Armstrong claimde dat hij in 2000 de Touretappe naar de Mont Ventoux aan hem had weggegeven. Was het psychologische oorlogsvoering van de Texaan? We zullen het nooit weten, maar het feit ligt er dat Pantani gekrenkt was door deze woorden en de laatste dag in de Alpen, in de rit naar Courchevel, op grootse wijze het peloton aan barrels reed. Door de vernederende woorden van Armstrong kwam de vernedering als een boemerang retour. Il Elefantino liet het peloton sidderen.
Zou Mollema boos worden als Cyril Gautier het dopje van zijn ventiel los zou draaien? Mocht Blel Kadri bergop zijn handrem dichtknijpen, zou Mollema vloeken? “Kzal die de darms uut de pokkel rop’m” roepen? Ik hunker er naar. Vuur in de ogen van Neerlands wielerhoop in bange dagen. In ieder geval een paar Italiaanse vonken.
- Opgefokte Mollema - 09/07/2013