Terwijl we renners bij bosjes zien bezwijken onder de warmte, blijven de organisatoren van het WK in Doha bij hoog en laag volhouden dat er niets aan de hand is.

In een  reportage van de NOS tonen ze aan de hand van de WGBT-hittestressindicator aan dat de omstandigheden in Doha op dit ogenblik vrijwel ideaal zijn om te sporten. Waar zeuren we over, zeg.

Deze WGBT-indicator houdt rekening met de luchttemperatuur en de luchtvochtigheid. Volgens de dokter van de organisatie heerst er in Doha 97 procent van de tijd code groen (“veilig”) en 3 procent code geel (“klein risico”). Van code rood (“risico”) en zwart (“hoog risico”) is er volgens hem met 0 procent totaal geen sprake. Kortom: een heerlijk fietsweertje in Doha! Waarom zien we dan al die beelden van zwijmelende renners?


Simpel. De organisatoren maken een cruciale denkfout. Ze meten de temperatuur niet op, maar langs het parours. Dan meet je 37°C bij een dauwpunt van 20°C (zoals tijdens de beloftenwedstrijd), wat goed is voor een WGBT van 28,8. Laat dat nou net toevallig al die 3 procent code geel zijn.

Helaas rijden renners niet op anderhalve meter hoogte langs het parcours, maar wel op fietshoogte boven het gloeiend hete asfalt, dat ligt te blaken onder de loden zon. In het filmpje beseft renner Tom Dumoulin dat maar al te goed: “Hier, deze moet je laten zien”, zegt hij terecht. Op de thermometer van zijn fietscomputer staat 43,6°C.

Als we die 43,6° combineren met het dauwpunt van 20°C, dan komen we aan een WGBT van 32,2 in plaats van 28,8. Dat is is geen groen, geen geel, maar donkerrood, randje zwart zelfs.

Daarom vallen ze in Doha van hun fiets.

Gert Coone