Dus de KNWU en bondscoach Leo van Vliet hebben hun samenwerking beëindigd. Geheel onverwacht was dat niet, gelet op de uitlatingen van Van Vliet na het voorbije WK in Valkenburg. Als je een deel van je renners afbrandt, omdat ze bij een bepaalde ploeg rijden waar ze teveel gepamperd zouden worden, kun je op tegengas rekenen.

Een goede coach geeft zijn atleten persoonlijk kritiek en speelt dat niet via de pers. Een coach die dat wel doet, wil zich daarmee meestal vrijpleiten van teleurstellende resultaten. Omdat het WK na veertien jaar weer eens in Nederland plaatsvond, waren de verwachtingen hooggespannen, ondanks dat de prestaties van de Nederlandse renners daar dit jaar niet direct aanleiding toe gaven. Van Vliet meende dat Nederland met Terpstra een serieuze kandidaat op de titel had. Terpstra kon het niet waarmaken en andere renners zouden de afspraken niet helemaal hebben nageleefd. En wat vond Van Vliet van de vijfde plaats van Lars Boom? “Ik heb het idee dat ik een bijdrage heb geleverd aan de prestatie van Lars.” Het slechte presteren van de rest was dus aan de renners te wijten. Lars werd vijfde dank zij Leo.

De houding van Van Vliet doet mij denken aan die van voetbaltrainers als Robert Maaskant. Bij verlies ligt het allemaal aan de (mentaliteit van) de spelers/renners. Bij winst, of in dit geval de 5e plaats van Boom, ligt het aan de geweldige coach. Ongeacht of Van Vliet een punt heeft, ben je dan niet de juiste persoon op de juiste plaats. En mocht Van Vliet de gedachte hebben gekoesterd dat het openlijk aanvallen van zijn renners de door hem gewenste gedragsverandering teweeg zou brengen, dan kunnen we dit moeiteloos als psychologie van de koude grond terzijde schuiven.

In het semi-opiniestuk in de Telegraaf van vrijdag schurkt Hans Ruggenberg tegen Van Vliet aan en stelt dat zijn vertrek het gevolg is van het feit dat de Rabobank als sponsor van de KNWU en de profploeg van Mollema en Boom geen kritiek duldt. Hoewel dat zeker een rol zal hebben gespeeld, zijn er ook andere argumenten voor het afscheid van de bondscoach aan te voeren. Als Leo van Vliet vindt dat hij zijn renners af en toe een spiegel moet voorhouden, en daar is helemaal niks mis mee, is het niet verkeerd als hij zelf af en toe in die spiegel kijkt. Ook voor een bondscoach kan zelfreflectie geen kwaad. De prestaties van de Nederlandse ploegen onder zijn leiding waren niet om over naar huis te schrijven. Een bondscoach die in 2010 het WK-parkoers in Geelong niet verkent en achteraf verbaasd is dat het toch anders was dan hij zich had voorgesteld. En een ploeg met Gesink, Mollema, Weening en Poels samenstellen op een sprintparkoers als Kopenhagen 2011 (Cavendish werd wereldkampioen) getuigt evenmin van een scherpe blik.

Van Vliet kan zich wat betreft wielrennen verder concentreren op zijn Amstel Curaçao Race. Daar kan hij de renners pamperen na een wielerseizoen hard werken.

Gerdjan Kipping
Laatste berichten van Gerdjan Kipping (alles zien)