Zijn leven vòòr zijn wielercarrière is wellicht wat minder bekend. Hij werkte voor boeren uit de buurt van Sint-Willebrord (ook wel ’t Heike). Maar er was, in de buurt van de grens met België, een nog lucratievere manier om geld te verdienen. En dus werd Wim van Est net als de meeste ‘Heikesmensen’ smokkelaar, schrijft John Graat in Dagblad Trouw op het moment dat Van Est net is overleden.
‘Met kaas ging hij naar België, met tabak kwam hij terug. ,,Kistjes kaas, bollekes kaas, dat was heel moeilijk dragen en dan met de tabak terug, met zes, zeven man, hier binnendoor, langs de boeren heen”, vertelde hij tegen journalist Jeroen Wielaert in het boek ‘Bravo les Hollandais’ (1997). Met de Duitse soldaten aan de grens had hij nooit problemen. ,,Je handelde met ze.”
Maar in 1947 wordt hij veroordeeld tot een halfjaar celstraf. ‘Verraden. Hij moest op zoek naar een andere kostwinning. Als mensen hem vroegen wat hij nog eens wilde worden, had hij gezegd: ‘sporter’. Dan bedoelde hij wielrenner. Sint-Willebrord had met Marinus Valentijn, tiende in de Ronde van Spanje in 1935, Janus Braspennincx, John Braspennincx en Kees Pellenaars al succesvolle renners voortgebracht.
Van Est had als smokkelaar zijn talent om te fietsen al ontwikkeld. Oudrenner Valentijn adviseerde hem om wedstrijden te gaan fietsen. Hij was al 23 jaar toen hij als amateur in de Ronde van Zuid-Beveland debuteerde.’
- UCI-man springt en juicht voor Jopie - 25/09/2020
- Raad het plaatje - 25/09/2020
- De spreekwoordelijke rode lantaarn - 18/09/2020