Afgelopen zondag in de bioscoop vond ik bijgaande flyer voor de film Ventoux. Ik bleef er naar kijken en ging speculeren over de portee van de film. Van onder naar boven, van voor naar achter scande ik tekst, beeld en belofte. Dit alles zonder ook maar een woord van het boek gelezen te hebben waarop de film is gebaseerd. Ik besloot een voorschot te nemen.

Om te beginnen lezen we op de flyer dat Ventoux een film is ‘naar de bestseller van Bert Wagendorp.Bert ken ik uit de krant die hier elke ochtend op de mat pronkt. Als hij zijn dag heeft, en dat komt voor, behoort hij tot de beste columnisten in Nederland. Als hij niet zijn dag heeft, ook dat is geregeld het geval en hoort bij de risico’s van het vak, schrijft hij altijd nog beter dan het gros van zijn collega’s. Wat ik niet onvermeld wil laten: voordat Bert zich als columnist vrijelijk over de grote wereld mocht uitspreken, schitterde hij in de Volkskrant als wieler- en sportjournalist op een manier die ik nooit iemand voor of na hem heb zien evenaren. Echt.

Televisie

Kortom: een film naar een boek van Bert, dat biedt een zekere mate van vertrouwen. Waarom dat zuinige ‘een zekere mate’? Dat komt, ik kan het ook niet helpen, door de televisie. En televisie is in Nederland vaak een opmaat tot film. Op televisie zien we Bert mid-zomer tijdens de Tour als een klassieke rooie-wijnman, die overal het zijne van denkt, maar meer dan wat ook, de romantiek hoog weet te houden. Je moet daar van houden, dat geschmier met verhalen rondom het menselijk tekort. Vaak is het mooi. Soms is het prachtig. En dan ineens is het een overlopende emmer sentiment die je het liefst aan de kant schopt. Vooral omdat je weet dat de professionele wielrenners , die de grondstof vormen voor al die verhalen, zelf een broertje dood hebben aan dergelijke romantiek. Zij doen gewoon hun werk. Worden ze voor betaald hoor.

Pijnpunt

We zien nu VENTOUX met hoofdletters. De X is rood gespeld. Dat kan niet moeilijk zijn: we zien liefde. We zien gevaar. We zien kruisende wegen. We worden nieuwsgierig.

Dan, het eerste pijnpunt. Een film van Nicole van Kilsdonk, lezen we. Maar dat is een vrouw. En vrouwen bestaan helemaal niet in het wielrennen. Ja, op het podium. En thuis, terwijl hij kilometers maakt. Maar verder niet. Vrouwen en wielrenners, dat is altijd trammelant. Dat zei onlangs zelfs nog de terzake kundige Karsten Kroon 2.0 in de krant van Bert. Dus: scepsis.

Meisje

Nu gaan we plaatjes kijken. We zien de vertrouwde enscenering van de Mont Ventoux, en wie niet weet wat dat is, zal waarschijnlijk nog nooit naar de Tour hebben gekeken. Als u bestaat: stop met lezen. En met kijken. Deze film is niet voor u.

Wat zien we? Onmiskenbaar zien we een vrouwspersoon waar, gelijk aan het wielerpodium, eigenlijk alle aandacht naartoe gaat. Ze ziet er goed uit. Heel veel geld heeft haar kleding niet gekost. Ze is een girl next door. Net als Bert lijkt ze overal het hare van te denken – zo lezen we tenminste in haar uitdrukking. Welwillend en sceptisch tegelijk is ze niet vrij van zelfvoldane arrogantie, maar hoe kan het ook anders: als de voortekenen niet bedriegen zijn er vier kerels die naar haar gunsten dingen. Ze is helemaal het meisje.

Dan, de mannen, van links naar rechts. Die op links heeft het moeilijk. We zien de tekortschietende streber, die zich erbij neer moet leggen dat het smakelijke toetje buiten handbereik verkeert. Hoe ongelooflijk hij daarover de smoor in heeft. Als dat geen tijdbom is. Dan, die dikke met het rooie shirt. Type joviale horecaman. Denkt alleen aan zichzelf en de rest zal hem zo ongeveer een biet wezen. Hij is sociaal vaardig, neemt het voortouw, zal een bassige stem hebben, misschien vertrouwt iedereen hem wel van alles toe – maar hij toch zeker de ander niet. Ik zie intrige. Een beetje verscholen zien we daarna de goedlachse wielerman die me enigszins aan Bert doet denken –hij is ‘De Bert’ van het gezelschap. Ongeschoren wielermannen zijn er niet heel veel. Laatst won er eentje met een heuse baard een wedstrijd en dat leidde in de krant van Bert al onmiddellijk tot een vorm van homo-erotische wielerjournalistiek. Kortom: ook al staat hij daar een beetje verscholen, hij heeft onmiskenbaar de gunfactor.

Dan, achter het meisje. Een kale die hoe dan ook in beeld wil. Die het meisje eronder houdt. Die veel heeft gewild in het leven en veel heeft gekregen in het leven. Hij heeft een afgetrainde kop. Hij heeft afgetrainde poten. Hij draagt vintage wielerkleding. Hij heeft het goed met zichzelf getroffen. Hij is een onmiskenbare jazzman. Hij heeft schwung en zwier en lijkt buigzaam als tropisch hardhout. We zien ongenaakbaarheid, misschien wel genadeloosheid. En o ja: hij draagt knap malle schoentjes. En mocht de film internationaal worden uitgebracht, dan zullen alle gedachten uitgaan naar Marco Pantani.

Stellen we de ogen scherp, dat zien we dat de titelsong door Blaudzun is geschreven. Prima natuurlijk, maar iemand die alles van de Ronde van Lombardije weet kan natuurlijk nooit de finesse van de Ventoux doorgronden. Risicootje!

Kerktorentje

Nu draaien we het plaatje om.

We zien, andermaal van boven naar beneden, een kerktorentje. We zien een heiig dal. We vermoeden wijnranken. Kortom: we zien pieken. We zien dalen. We zien broeierigheid. We zien vruchtbaarheid. We zien het leven zelf en niets minder.

Foto: September Film

Foto: September Film

En we zien onze vier musketiers. De verdeling daarbij is er evident eentje van ‘3+1’. De jazzman mag de show stelen. Hij rijdt op een vintage fiets. Hij draagt vintage kleding. Zelfs zijn malle schoentjes lijken vast te zitten in ouderwets toeclips-pedalen. We zien onmiskenbare eerzucht in zijn ogen. Voor hem is waarschijnlijk alles een wedstrijd. Hij houdt van winnen, liefst van winnen in mooie kleding. Waar de rest lijkt rond te rijden met ongeschoren benen, oogt het bij hem gladjes. Ja, hij is glad van boven en glad van onder. Een helm is hem te min. Andermaal: heel de wereld behalve Nederland en Vlaanderen zal aan Pantani denken.

De rest is een betrekkelijk anoniem drietal met verschillende, zeker niet ongebruikelijke of zorgwekkende gradaties van overwicht. Gewoon gezonde Vinexmannen uit het gouden, tegenwoordig zwaar onderschatte midden. Twee ervan zijn moderne wielermannen. Zijn dragen witte schoenen. Complimenten. Slechts één ook met witte sokken. Twee dragen zwarte sokken. In hen vermoeden wij pretentieloze hobbyisten, doch schijn kan bedriegen. De figuur op links, met het zwarte T-shirt, lijkt te broeden op snode plannen. De lach van de man met de blauwe helm geeft strijdvaardigheid bloot. De man met het blauwe shirt denkt er intussen het zijne van – geen wonder, hij is ‘de Bert’  van het gezelschap.

Tekst

Nu lezen we de tekst. Er staat: “Vier mannen, vrienden van weleer, beklimmen op hun racefiets de Mont Ventoux, zoals ze dat 30 jaar geleden ook deden. En ze doen wat mannen zo goed kunnen: loodzware ernst en slap ouwehoeren moeiteloos afwisselen. Totdat hun jeugdvriendin, de prachtige Laura zich meldt en de spoken uit het verleden zich aandienen.”

Spoken uit het verleden? Hammer House of Horror op de Mont Ventoux? We zijn nieuwsgierig. Een prachtige jeugdvriendin, als dat niet garant staat voor trammelant. Intussen vind ik het afwisselen van loodzware ernst en slap ouwehoeren meer iets voor klassieke voetbalmannen van het type Jack van Gelder. Wielermannen zijn wellicht beter in loodzwaar ouwehoeren en slappe ernst, zou ik denken op grond van bijvoorbeeld de columns van Peter Winnen.

Het vervolgt met: “In een hedendaagse en herkenbare mix van hilariteit en weemoed overwint de vriendschap, die juist door dat verleden een vriendschap voor het leven blijkt.”

Op die laatste zin kunt u kauwen wat u wilt, maar u zult naar de film moeten, vermoed ik, om de toedracht daarvan te kunnen doorgronden. Zijn de heren wellicht chantabel door een gebeurtenis in het verleden en daarom veroordeeld tot vriendschap voor het leven, was mijn eerste ingeving. Wellicht. Dat zal de bioscoop wel uitwijzen.

Actrice

O ja. Er staat ook nog een foto van aan meisje op de achterkant, gemodelleerd naar een Franse actrice uit de jaren vijftig. Ze is mooi. Ze kan lezen. Ze lijkt meer te weten dan ons wellicht lief is. De vier musketiers zullen voor haar geen partij zijn, zo vermoed ik. Glad of ongeschoren, afgetraind of volgevreten, ze zal ze inpakken met de elegante routine waarmee Franse bakkersmeisjes elke ochtend weer vier croissants in een vetpapiertje wikkelen. “Voila, c’est à vous!”

Ventoux draait vanaf 14 mei in de bioscoop. Het boek hoefde ik niet te lezen. Mannenvriendschappen en wielrennen, het ligt ingewikkeld. Het een staat op gespannen voet met het ander. Het is zeker geen vanzelfsprekende combinatie. Mogelijk zelfs een voedingsbodem voor niks dan gedoe en gedonder. Maar de film ga ik zien. Zeker wel.

 

ventouxkop

Naar de Het is Koers-première van Ventoux op 14 mei in Utrecht? Bestel hier de kaarten (klik op de tijd ‘19.30u’ om naar de reserveringspagina te gaan).

 

Jan Hiddink