saganPeter Sagan heeft niet zoveel geluk gehad als ik.

Hij is niet opgegroeid met het scherpe koersinzicht van Mark Vanlombeek, de bijna religieuze serieux van Michel Wuyts en de heroïsche dramatiek van Karl Vannieuwkerke. Het is immers weinig aannemelijk dat de VRT op de kabel zit in Slovakije. Ook de NOS en de epische Mart Smeets werden hem vast onthouden.

Het is dus niet de schuld van Peter dat hij niet met de paplepel heeft meegekregen dat de fiets een zeer ernstige zaak is waar niet lichtzinnig mee wordt omgesprongen.
Getuige daarvan de wheelies op de finishlijn. Het de-auto-oprijdend parkeren van de fiets in de port bagage op YouTube. Het olijke knijpen in de vrolijke billen van Maja.

Neen, Peter kon niet weten dat de fietstrui een religieus gewaad is. Soms een boetekleed.
De fiets is een godsdient. De commentatoren zijn haar hogepriesters.

Elk geloof steunt op dogma’s, op rituelen.
En elk geloof heeft z’n bedevaartsoorden waar de gelovige zichzelf met zijn eigen nietigheid confronteert. Uit vrije wil.

Zelf fiets ik op een niveau dat ik, uit respect voor alle niet-profs die een veelvoud aan kilometers malen, niet als amateurniveau zal omschrijven.
Zet me daar maar ver onder. Ik haal wel eens een oudere wielertoerist in. Niet vaak.

Toch is de fiets ook voor mij een zaak van ernst en devotie. Met vaste rituelen.
Truien en broeken worden niet toevallig gekozen, over sokken en hun temperatuurbereik wordt nagedacht.
Zonder hartslagmeter wordt er niet gestart. Wat niet gemeten wordt bestaat niet.
En wanneer ik weer afstap ligt de ketting altijd terug op dezelfde tandwielen. Amen.

Als kleine jongen was ik niet van mijn BMX-fiets te houden. Ook toen al was het ‘crossen’ iets dat je zo goed mogelijk wilde doen. Een verre sprong of een acrobatisch kunststukje bereidde je goed voor. Onhandigheid en overmoed werden bijna altijd meteen afgestraft door de zwaartekracht en door de fiets. Ik heb nog steeds een aantal kleine stigmata op mijn onderbenen, die niet bruinen als eeuwige boetedoening.

We deden het ook wel een beetje om indruk te maken op de meisjes, dat moet ik toegeven.
Een aanmoedigend of juichend publiek is trouwens voor élke fietser een flinke extra motivatie.
Of je nu in groep een Heilige Berg beklimt of, zoals onlangs, door een Franse facteur toegeroepen. Als er naar je gekeken wordt gaat het altijd iets makkelijker.

De heilige bedevaartsoorden doen we, niet gehinderd door een hoog fietsniveau, evengoed aan als ware geloofsbelijders. De Mont Ventoux verschillende keren, vorig jaar de Col de la Madeleine en een flink aantal minder illustere cols in de Jura, het Centraal Massief, de Alpen en de Pyreneeën als bolletjes aan onze paternoster.
De top halen is als een Eerste Communie. Met publiek is het een Plechtige.

Als er geen andere kinderen waren om mee te BMX’en, dan reed ik voor een talrijk publiek in mijn hoofd. Ik hoefde niet te winnen, vaak was het niet eens een koers, maar ik werd wel voortdurend becommentarieerd.

Dertig jaar later is dat niet anders. Als ik alleen met de fiets op pad ben, dan geef ik mezelf commentaar tijdens de lastigere passages. Bergop gaat altijd live.
Zo’n solorit in Frankrijk krijgt achteraf altijd een goed klinkende etappenaam op de computer. Alles wordt immers gemeten en uitgelezen, weet u nog.

Voorlopig ben ik de eerste en enige deelnemer van roemrijke etappes als de grote tijdrit ‘Grand Brassac-Grand Brassac’ in de Périgord. Toptijd. En ik ben steevast vooraan te vinden in de Kleine Ronde van het Hageland.
De enige overblijver ook van een lange vlucht in een etappe in de Jura met 6 cols.
Dit jaar proberen we ook weer een deel van een echte Tour-etappe te rijden. De Tour de Flip.

Het is onduidelijk of ik al die solo etappes uiteindelijk ook gewonnen heb. De commentaarstemmen in mijn hoofd zwijgen gek genoeg altijd vlak voor de aankomst.
Het commentaar wordt overigens niet enkel in het Nederlands uitgezonden. Menige solo en duo etappe werd intens begeleid door een Laurent Jalabert-achtige stem. Vreemd maar nooit door een Hollander.

Voor een wheely aan de finish ben ik meestal te afgepeigerd. De fiets al auto-oprijdend parkeren doe ik om verzekeringstechnische redenen beter niet.
En omdat ik niet weet of ik gewonnen heb, sta ik ook nooit op een imaginair podium. Er valt geen Maja of Femke te knijpen.

Dat heeft Peter Sagan dan wel weer voor op mij.

Dit artikel is eerder verschenen op de website van Filip Aerts.

Filip Aerts
Laatste berichten van Filip Aerts (alles zien)