I
De meeste van mijn truitjes, broeken, sokken, onder- en bovenkleding komen uit de ramsjbakken van Aldi en Lidl. Ik heb mezelf pas onlangs beloond met een account op een serieuze online wielershop. Ik heb geen idee hoe ik mijn fiets schoon dien te houden of onderhouden en heb geen flauw benul of mijn zithouding tijdens het toeren een beetje deugt. Een gemiddelde boven de dertig kilometer per uur red ik tijdens mijn rondjes never nooit niet. En ik ben gezegend met een kilo of vijftien overgewicht waardoor ik perfect voldoe aan de karikatuur van de MAMIL. Die laatste beschrijving googlet u maar even.
Het gevoel van deze man en zijn fiets is vergelijkbaar met iemand met een hengeltje uit de rekken van een Franse hypermarché tussen van die gasten gaat staan die je op Discovery Channel bij Extreme Fishing ziet. Je wéét gewoon dat ze achter je rug de grootste lol om jou en je gepruts hebben. Dat dus.
Inmiddels heb ik een iets serieuzere fiets. Maar ik ken nog steeds niet het onderscheid tussen een stalen frame of een carbonexemplaar. En draag nog steeds die lelijke blauwe Decathlonschoentjes van nog geen twee tientjes. Vraag me ook niet hoeveel bar er in mijn bandjes zit – ik heb géén idee.
Diep in mijn hart wil ik meedoen met een groepje collega-niet-al-te-fitte veertigers die in ieder geval veinzen dat ze ook maar wat doen. Dat zou me troost bieden. Vooralsnog draai ik mijn rondjes in West- en Midden-Brabant eenzaam en alleen. De angst om eraf gereden te worden is me iets te groot.
Tot slot één tip Out-Of-The-Box: vergeet die sjieke powerreepjes. Aan de kassa van de Xenos staat een bak met een soort sesam-honingkoekjes. Kosten 50 cent per pakje van zes biscuitjes. Er kan geen mueslistaaf of knijpgelletje tegenop. Dat u het weet. Laat het ons geheimpje zijn.