Al kan de Galibier van twee kanten beklommen worden, in de Tour gebeurt dat bijna altijd vanuit Valloire. Een klein gehucht tussen het Massif des Ecrins, de Grand Galibier en in het noorden de Aiguilles d’Arves en de Mont Thabor. In beschouwingen over de Galibier moet eigenlijk ook de Télégraphe meegenomen worden. Deze Siamese tweeling wordt doorgaans samen opgenomen in de schema´s.

De Télégraphe vormt een ferme voorpost, want met een stijgingspercentage van 8 procent begint de Télégraphe stevig. Deze gelijkmatige klim slingert 12 kilometer door het bos alvorens de top op bijna 1600 meter hoogte wordt bereikt. Tussen kilometer vijf en zes wordt het steilste stuk bereikt: ruim negen procent.

De berg dankt zijn naam aan een fort met een seininstallatie, dat gebouwd werd op bevel van Napoleon. Hij gebruikte deze telegraaf om te communiceren met zijn verschillende legers. Het is een echte Tourklassieker: al in 1911 klauterde het peloton bij de berg omhoog. Dit jaar dus het honderdjarig jubileum.

Na een korte afzink van zo’n vier kilometer volgt het dorpje Valloire, alwaar meteen de Galibier begint. De eerste helft van de meest beklommen Alpencol is niet steil, zo’n vijf procent. Toch klimt de weg gestaag, maar omdat het een bijna rechte weg is wachten aanvallers vaak tot het tweede gedeelte van de beklimming. Met een steile bocht gaat het in het buurtschap Plan Lachat (1961 m) plotseling rechtsaf na het oversteken van een riviertje. Het groene landschap verdwijnt bruusk, slechts stenen sieren de pas. Via korte haarspeldbochten volgt vlak onder de top de steilste passage, drie kilometer aan 8,6%. Hier wordt traditiegetrouw het kaf van het koren gescheiden.

Zo reed Gino Bartali er in 1938 de concurrentie aan diggelen, Anquetil legde er in 1973 de basis voor zijn eindzege. Maar de historie is nog rijker, al in 1911 werd de Galibier voor het eerst opgenomen in het schema van La Grande Boucle. De combinatie van sneeuw, keien en gaten in de weg zorgde ervoor dat de renners liefst 2 uur en 40 minuten nodig hadden om de top te bereiken. Sinds dat jaar heeft de Galibier alle grote renners van de wereld mogen begroeten. Het meest opmerkelijke verhaal komt op naam van Féderico Bahamontes. De Spaanse klimmer bereikte met grote voorsprong de top, kneep in de remmen, at een ijsje en sloot aan bij de eerste achtervolger. Zijn commentaar daarop, zoals altijd in derde persoon enkelvoud: ,,Féderico is niet gek. Féderico is bang om de cols af te dalen, hij doet dat liever in het spoor van een ander.’’

Télégraphe

Galibier

Tom Rustebiel
Laatste berichten van Tom Rustebiel (alles zien)