De uitvinding van de co-commentator bij live wieleruitzendingen is één van de belangrijkste mediawetenschappelijke gebeurtenissen van eind twintigste eeuw geweest. Het is dat er geen Nobelprijs voor Televisie bestaat, anders had de uitvinder van de co-commentator bij live wieleruitzendingen al lang een telefoontje uit Stockholm gehad.
Wie is eigenlijk de uitvinder van de co-commentator bij live wieleruitzendingen? Is hij dezelfde als de man die enkele jaren daarvoor de sidekick bij radio- en televisiepraatshows bedacht? Iemand zonder al te veel kennis van zaken laten plaatsnemen naast iemand mét kennis van zaken, dat is een behoorlijk briljante gedachtegang.
Je zou kunnen zeggen dat ze bij De Wereld Draait Door het begrip ‘tafelheer’ nieuw leven in hebben geblazen, maar we weten allemaal dat de tafelheer niets anders is dan de zichtbare co-commentator. Jan Mulder bestaat uitsluitend dankzij de uitvinder van de co-commentator bij live wieleruitzendingen. Zonder de uitvinder van de co-commentator bij live wieleruitzendingen zou Jan Mulder al lang zijn opgenomen in het Tehuis Voor Chronisch Gestopte Topsporters.
De enige reden dat wij de uitvinder van de co-commentator bij live wieleruitzendingen niet kennen, is zijn bescheidenheid, die wij qua omvang slechts kunnen vergelijken met die van André Meganck, de man die al co-commentator was toen de de uitvinder van de co-commentator bij live wieleruitzendingen nog geboren moest worden, maar voor wie helaas nooit een microfoon beschikbaar was.
Laten wij de goden danken, voor André Meganck en voor de uitvinding van de co-commentator bij live wieleruitzendingen. Laten wij de goden daarnaast danken voor het feit dat het experiment van co-commentatoren bij voetbalwedstrijden zo gruwelijk in het honderd liep. Het getuigt van barmhartigheid om Pierre van Hooijdonk en Wim Kieft uit het zwarte gat te trekken en ze op vrijdagavond naar Willem II – Roda te sturen, maar ook aan barmhartigheid zitten grenzen, namelijk die van de betamelijkheid. En hoewel betamelijkheid vaak geen specialiteit is van mensen die bij de televisie werken, was hier duidelijk een grens overschreden.
Co-commentatoren zijn vaak oud-sporters. Hun bestaan ontlenen zij aan het misverstand dat iedere oud-sporter ook een kenner van die sport is (dit is niet zo, onder wielrenners bevindt zich een relatief lage concentratie wielerkenners, dit percentage is ongeveer te vergelijken met niet-wielrenners) en daar bovendien nog gematigd grappig, ter zake doend en in vloeiende volzinnen verslag van kan doen.
Hoe mooi is het dan ook als een oud-sporter niet alleen een kenner blijkt, maar daar ook nog eens gematigd grappig, ter zake doend en in vloeiende volzinnen verslag van kan doen. Laten wij de goden daarom danken voor José de Cauwer.
De rolverdeling tussen commentator – vaak een journalist, soms iemand die bezig is journalist te worden – en co-commentator – vaak een oud-sporter, soms een kenner – ligt vast. De commentator vertelt wat er gebeurt, wat er te zien is, wat hij op Internet heeft gelezen over de streek, welke de windrichting is, wie er in 1957 in deze plaats won, wat er eerder vandaag gebeurd is en welke programma’s er straks nog allemaal te zien zullen zijn.
De co-commentator beperkt zich tot de duiding van het getoonde. Hij hoeft de kijkers niet welkom te heten, nee, hij wordt welkom geheten door de commentator. Zijn rol is die van de geprivilegieerde tv-kijker met achtergrondkennis. Wanneer je geen zin hebt om iets te zeggen, kun je als co-commentator moeiteloos een paar minuten zwijgen. Doet de commentator hetzelfde, dan is dat te beschouwen werkweigering en zal de man op het matje moeten komen bij de zenderbaas, waarna oneervol verslag volgt. De tijd moet immers volgeprietpraat, niemand zit te wachten op het geluid van zoevende wielen over warm asfalt.
‘José, hoe blaast de wind hier, op de kasseien van de Haaghoek?’
‘Van alle kanten, denk ik, Michel.’
‘Karl op de motor, van welke kant blaast de wind volgens jou?’
‘D-d-d-d-d-e w-w-w-w-w-w-i-i-i-i-n-n-n-nd kokokokokokomt hier schui-schui-schuin vanananananan achter.’ (over de man op de motor een andere keer meer. Veel meer).
De edele kunst van het co-commentaar: niemand weet hoe het moet, iedereen weet hoe het niet moet. Het geheim van de perfecte co-commentator is beter bewaard dan de receptuur van Coca Cola. Hierbij een top-5 van de beste co-commentatoren, volgens een zeer ondemocratische verkiezing op Twitter – het medium waarop iedereen zich even co-commentator kan wanen:
Op 5. Michael Boogerd. Voldoet aan alle criteria om een goede co-commentator te zijn, maar is er nog lang niet. In de bergetappes van de Tour de France vaak de co-co-commentator, naast Dijkstra en Ducrot. Wie Boogerd hoort over de ‘Maddelijne’ (La Madeleine), de ‘Gállibjee’ (Le Galibier) en ‘Brammetje’ (Tankink), weet: hier spreekt een renner, gevangen in het lichaam van een co-commentator. Welke ploeg geeft Michael een contract voor de Amstel Gold Race en Luik-Bastenaken-Luik?
Op 4. Jeroen Blijlevens. Heeft de juiste, rooms-katholieke tongval om een grote co-commentator te worden. Beheerst, evenals zijn Eurosport-collega Nelissen (die het co-commentatorschap oversloeg en ineens commentator werd. Goede genen, vermoedelijk) de kunst van het zwijgen. Soms zeggen de twee minutenlang niets. Danny pelt een mandarijntje, Jeroen lost een sudoku op. Dit moet uiteindelijk leiden tot een volledig gezwegen wedstrijdverslag.
Op 3. Stef Clement. Vorig jaar, tijdens Parijs-Tours, was er opeens een nieuw geluid bij de NOS. Het bleek Stef Clement te zijn, die al een voorschotje nam op het einde van zijn loopbaan door een middag met Herbert Dijkstra in het commentaarhokje te kruipen. Het was een aangename verrassing. Stef, als tijdritspecialist, lijkt de geboren lange-afstands-co-commentator. Integrale uitzending van Milaan-San Remo, Stef aan de finish, microfoon open en dan maar uren maken. Misschien ook een idee om Stef tijdens de wedstrijd co-commentaar te laten geven?
Op 2. José de Cauwer. Buitencategorie. Mastodont. Machtig interessant ook om te horen hoe hij zich jarenlang op de vlakte probeerde te houden over wanpresterende werkgevers (de Belgische bond en later Davitamon-Lotto). Iedere lettergreep van De Cauwer ademt liefde voor de sport. Waarmee overigens niet gezegd is dat hij uit zijn mond ruikt. Wie iets van wielrennen wil snappen, luistere naar José. Uren achtereen.
Op 1. Je hebt bergen van buitencategorie (zoals José de Cauwer) en je hebt bergen die niemand durft te beklimmen en die zodoende geen categorisering kennen. Zo’n soort berg is Mark Uytterhoeven. Geen oud-sporter (-5 punten op de co-commentaarschaal), maar een enthousiaste (+5), afwijkende (+5) en humorvolle (+387) co-commentator. Co-commentaar zoals de uitvinder van de co-commentator bij live wieleruitzendingen het bedoeld heeft. Het gerucht gaat dat men midden jaren negentig het wielrennen wilde afschaffen wegens grootscheeps dopinggedonder, maar dat men ervan heeft afgezien omdat Mark Uytterhoeven co-commentaar gaf. Nu hij zich sinds enige jaren stilletjes heeft teruggetrokken uit de co-commentaarscene (zoals Marco van Basten zich zo fraai zwijgend terugtrok uit het voetbal), pakken de donkere wolken boven de sport zich weer samen. Daarom: keer terug, Mark. Al is het op Al Jazeera, al is het bij de Naamse Pijl of de Druivenkoers. Je bent het ons verplicht.
P.S.
Een kleine Tiplijst: co-commentatoren die kans maken zich alsnog op de lijst te babbelen zijn onder meer Hans de Clerq (Gans de Hlerq, geeft helaas geen co-commentaar meer), Tom Steels (het mag wat losser, Tom!) en Paul Herijgers bij de cross (‘Dieze zoone is verskrikkelek zwoar’).
Niet in de lijst opgenomen zijn:
- commentatoren die co-commentaar geven – en vaak nog goed ook. Ondanks de uitstekende prestaties in heden en verleden van o.m. Karl Vannieuwkerke, Renaat Schotte en Jean Nelissen, kunnen wij dit onmogelijk als co-commentaar beoordelen. Eerder als broodroof.
- Co-commentatoren die zich ontwikkeld hebben tot commentatoren. Maarten Ducrot is hiervan het beste voorbeeld. Niet zo lang geleden becommentarieerde Ducrot een wedstrijd alleen. Dan kan er onmogelijk nog sprake zijn van co-commentaar. Jammer.
- Steven Rooks.
- Voorpublicatie ‘Fietsen om niet aan te komen’ van Frank Heinen - 30/04/2021
- Vergeten wielrenner: José Beyaert - 20/04/2021
- Vergeten wielrenner: Rebecca Twigg - 01/04/2021