Site pictogram HET IS KOERS!

Tour de France: The Killer Years

ValpartijSinds het jaar dat Johnny Hoogerland in het prikkeldraad lag retweet ik in de eerste dagen van de Tour de vraag: “waarom dragen die wielrenners geen fatsoenlijk beschermende kleding?” Dit jaar was het uiteraard bij de derde etappe, na het ongeluk op weg naar Huy.

Na alle commotie heb ik een van mijn favoriete sportfilms weer eens bekeken: de BBC documentaire: F1 The Killer Years. Het gaat over Formule 1 autoracen in de jaren 60. Van een kleinschalig tijdverdrijf voor rijke heren groeide de sport in dit decennium uit naar een sport waarbij de limieten tot het uitersten werden opgerekt. In dit geval betekende dit: meerdere doden per jaar in een sport met niet meer dan dertig deelnemers. De film is hier te bekijken. Het deed mij soms denken aan de Tour de France 2015.

Er zijn grote verschillen: de kans dat een wielrenner verkoold op zijn wrak blijft zitten terwijl de langsrijdende collega’s elke ronde zijn verbrande vlees ruiken (zoals Ferrari coureur Lorenzo Bandini in Monaco in 1967; de race werd niet gestopt.) is niet groot. Maar toch zijn er interessante parallellen tussen de huidige wielerkoersen en autoracen in de jaren zestig. The Killer Years begint met beelden van de Grand Prix van Italië 1961. Door een ongeluk wordt de Ferrari van Wolfgang von Trips in het publiek gelanceerd. Dat is niet zo vreemd, want er is nauwelijks afscheiding tussen de baan en het publiek. Von Trips en 15 toeschouwers vinden de dood. Je ziet in de film de start van een Grand Prix en in de binnenkant van de bocht liggen verschillende fotografen. Ze steken hun telelens niet daadwerkelijk in de baan van de coureurs. Maar ze liggen wel in route van de auto als die zijn controle zou verliezen.

De held van de film is Sir Jackie Stewart, drievoudig wereldkampioen Formule 1. In de film krijgt hij een zwaar ongeluk in de GP van België in 1966 in de Ardennen. Hij raakt van de weg, schiet het bos in en botst op een schuurtje. Het duurt een half uur voor hij uit zijn zwaar beschadigde auto kan worden bevrijd. Hij krijgt medische assistentie van een Waalse non die de post bemant omdat ze ooit een cursus EHBO heeft gehad. Toegesnelde coureurs moeten steeksleutels lenen uit de auto’s van toeschouwers om Stewart te bevrijden uit zijn wrak. Op weg naar het ziekenhuis verliest de ambulance het contact met de vooruitrijdende motor en verdwaalt. Stewart overleeft het ongeluk en neemt het lot in eigen hand door in volgende races met Gaffer Tape een steeksleutel aan zijn stuur te bevestigen. Maar vooral door met meer kracht dan ooit te pleiten voor veranderingen.

In 1968 verongelukt wereldkampioen Jim Clark; hij wordt 15 meter uit zijn auto geslingerd en breekt zijn nek tegen een boom. In de maand erop verongelukken er nog drie coureurs dodelijk. Reden voor de rijdersbond onder leiding van Stewart om te pleiten voor veiligheidsmaatregelen. Naast verplichte helmen, brandvrije pakken en gordels gaat het ook om aanpassingen aan de circuits. Rond het circuit van Spa-Francorchamps is er prikkeldraad om de koeien van het circuit te houden (prikkeldraad aan de rand van een wedstrijdparcours, kun je het je voorstellen? Nee toch?). Jackie Stewart pleit voor veiligheidsmaatregelen ondanks verzet van binnenuit (niet alle coureurs zijn overtuigd) en van buitenstaanders. Als hij vraagt een aantal bomen te verwijderen is het antwoord van de bond: “If Jackie Stewart wants trees removed, he knows where the saws are”. De rijders boycotten de Grand Prix van België als de gevraagde aanpassingen niet worden uitgevoerd. Een autosportblad schrijft: “Deze rijders zouden moeten gaan breien, met naalden zonder scherpe punten”.

Volgens The Killer Years was het omslagpunt voor de F1 het gruwelijke ongeluk van Roger Williamson op het circuit van Zandvoort in 1973. Terwijl zijn collega David Purley de handbrandblusser uit de handen van de slome marshall griste om te proberen het brandende wrak te blussen ging de race gewoon door. Live op televisie. Daarna zag iedereen dat het zo niet door kon gaan. Of zoals een van de pratende hoofden in de film fijntjes opmerkt: als je je firmanaam op een auto hebt staan wil je wellicht niet dat er een jongeman in zit te verbranden.

Volgens mij is er voor de wielersport geen andere weg dan hetzelfde traject dat de autosport heeft gevolgd. Eerst heb je de ontkenningsfase. Zeg maar dat je na de dood van Fabio Casartelli nog klaagt dat je geen helm wilt omdat je dan zweet in je ogen krijgt. Dan is er de volgende fase dat het publiek op meer afstand wordt gehouden. Over een aantal jaren denken we ‘hoe is het mogelijk dat die idioten gewoon op dezelfde weg mee mochten hobbelen met de coureurs”. Men kijkt dan ook naar klassieke Youtubefilmpjes uit 2015 waarbij iedereen zich verbaast; als een coureur onderuit ging was hij gekleed in een dun laagje cellofaan dus als hij viel zag zijn huid eruit als een tomatensalade. Net zoals de Formule 1 sinds Senna in 1994 al twintig jaar geen dodelijk ongeluk meer heeft gehad, komt er een moment dat het wielrennen opgroeit. Als je dan over het asfalt valt draag je geen lycra meer maar iets stevigs ontwikkeld door NASA dat ervoor zorgt dat je huid werkelijk wordt beschermd. En als twintig renners tegen een lantaarnpaal crashen hebben ze allemaal een soort van airbag-nekbescherming. Ik weet niet of wielrennen een Jackie Stewart nodig heeft of een Roger Williamson. Maar ik weet dat het moment ooit komt.

Noot van de redactie: De renners van Team Giant-Alpecin rijden met broeken die versterkt zijn met Dyneema. Sportvissers kennen die naam al jaren als de onbreekbare superdunne vislijn, als kledingvezel is het nieuw. Het zorgt er voor dat de broeken tijdens een valpartij niet scheuren en voorkomt op die manier de vreselijke schaafwonden en erger.

 

Laatste berichten van Rick Buur (alles zien)
Mobiele versie afsluiten