Etappe 6 – Een hoger doel
Le Teil – Mont Aigoual – 191km – Bergrit
“Ik was zelf ook geen geboren klimmer maar wist toch de Vuelta te winnen en het tourpodium te halen” – A. Vinokourov
Achteraf pas werd duidelijk dat de oersaaie rit van gisteren toch nog een slachtoffer had gemaakt. Waar Cees Bol naast het hoogste treetje greep was het Julian Alaphilippe die hetzelfde deed voor wat betreft het Algemeen Klassement door een tijdstraf van 20 seconden op te pikken. Waar er normaal gesproken moord en brand wordt geschreeuwd na het terugplaatsen omwille van een onbenullige fout van een niet-Franse renner hielden de niet-Franse ploegen zich ineens ijzig stil. Fransman Alaph was in ‘zijn’ Tour de France door een official met haviksogen gespot terwijl hij op 17 km voor het einde een bidon aanpakte en dan ben je drie km te laat. En dus zijn Alaph en Quickstep het geel kwijt en rijdt nu die ene Yates daarin rond.
Dat zal voor onze renner van vandaag allemaal weinig verschil maken.
Nadat hij in de lastige ritten zijn kopman Miguel Angel Lopez (Mal voor intimi) had bijgestaan had hij tevens zijn momentjes al gepakt om zich tactisch te laten afzakken en zo ruim 5 minuten achterstand te hebben op de top 10. Hij was geen bedreiging meer.
Het jaar was hij heel goed begonnen met mooie klasseringen in de UAE Tour en een paar eendagskoersen. Waarbij hij aan het toewerken was naar een vroege topvorm om het voorjaar voor eigen conto te presteren, het restant in dienst van te fungeren, maar met Tokyo als absolute ultieme doel.
De teleurstelling van het vroegtijdig einde van wielerseizoen 2020 was bij hem dan ook extra groot. Hij was al ietsje ouder in verhouding tot de echte jonkies die nu rondkoersten en hoewel hij al wat mooie uitslagen had neergezet en als outsider voor sommige ritten werd opgeschreven moest het echte oogsten nu wel gaan beginnen.
De grootste teleurstelling kwam toen definitief besloten werd de Olympische Spelen van Tokio een jaar te verplaatsen. Daar wilde hij eeuwige roem vergaren voor zichzelf en zijn land door net als zijn huidige ploegbaas de hoogste onderscheiding in hun sport op te eisen. Goud op de weg. Over de wijze waarop ploegbaas Vinokourov het acht jaar eerder in Londen had gedaan wenste hij zelf niet in detail te treden. Als Kazach uitte je geen twijfels over Vino. 39 jaar was Alexandre en verre van een onbevlekt blaadje in de sport toen hij zijn huzarenstukje uithaalde. Al op 27 jarige leeftijd wist hij zilver te winnen in de Olympische rit door net achter Jan Ullrich te finishen, maar de grootste dieptepunten kwamen in 2007 toen hij na één van de meest indrukwekkende comebacks in de rijke geschiedenis van de Tour de volgende dag betrapt werd op epo. Na zijn schorsing te hebben uitgezeten volgde in Luik Bastenaken Luik ook nog de ‘non’-sprint tegen Kolobnev die heel toevallig enkele dagen later € 100.000,- op zijn rekening gestort zag worden. Het kon de man van vandaag, Alexey Lutsenko, bar weinig schelen. Vino was een held in Kazachstan. Een held met een twijfelachtig verleden. Maar ook de man die Kazachstan op de mondiale wielerkaart had gezet. Dankzij Vino zat hij op de fiets. Dankzij Vino verdiende hij veel geld en kon hij zijn familie een mooi leven geven en dankzij Vino reed hij ook nog eens rond in een Kazachstaanse ploeg. Nee, in Kazachstan kwam je niet aan Vino.
Naast Van Avermaet is het een mooi ploegje vluchters van in totaal acht. Hij had het niet erg gevonden als ze met iets meer waren geweest. Paar beurtjes minder op kop draaien is nooit vervelend, maar met de bergen in de slotfase van de etappe wil hij het liefst dat iedereen al een klein jasje uit heeft moeten doen. Met zijn achten kun je je ook niet echt verstoppen. Waarbij in de grotere ontsnappingen het linkeballen hoogtij viert en geen enkele renner het overzicht meer kan bewaren is dat in een kleine ontsnapping het tegenovergestelde. Je wordt gedwongen je taak en je plicht te vervullen. Een iets te kort beurtje komt je al gauw op een boze blik en een vermaning te staan. Een wat langzame overname en de hoon van het hele groepje valt over je heen. Te vroeg demarreren en de kopgroep ontregelen en je kan het de rest van de dag vergeten.
Enfin, het was een goeie groep, met de oude vos Daniel Oss, de leadout van Sagan, De jonge Fransman Remi Cavagna, Powless namens EF Education, Olympisch kampioen van Avermaet, De strak klimmende Spanjaard Herrada, De nooit te onderschatten Puncheur Edvald Boasson Hagen, En de taaie Nicolas Roche namens Sunweb.
Nu kwam het moment waar hij zo goed in was, het moment waarop je je tegenstander mentaal kan laten knakken. Geef zijn wiel geen centimeter ruimte, als hij omkijkt maak je geen oogcontact. En daar voelt hij het. Powless rijdt op kop. Zijn snelheid blijft gelijk, maar hij voelt een verschuiving. Een gevoel wat enkel renners in de koers kunnen opmerken. Bij Neilson Powless is zojuist zijn masker een klein stukje opzij gegleden. Het is een flinterdun verschil met de voorbije minuten. Maar de Cadans lijkt iets terug te lopen, de soepele tred lijkt minimaal te vertragen en Neilson neemt ineens ietsje minder snel de kop van hem over. Wordt hier geacteerd op hoog niveau? Nog heel even laten begaan denkt hij, je weet het nooit zeker. Nu niets laten merken. En dan komt spontaan het moment. Hij voelt het en tegelijk roept Vino het. “Qazir!”, Alexey! “Now Alexey!”. Nog 4 km tot de top van de Lusette en hij plaatst zijn demarrage. Niet door uit het zadel te komen maar door simpelweg de cadans te verhogen en ijskoud te versnellen. Blijven draaien, blijven draaien. “Sizde Bos Orin Bar, Alexey!”, “Je hebt een gaatje te pakken, Alexey!”. “Artqa Qaramañiz”, “Niet omkijken”. Elke meter die hij niet heeft aangevallen, elke meter waarin hij anderen de gaten heeft laten dichten en elke meter die hij sluw uit de wind heeft gereden betalen zich nu uit. Waar Powless de pijn van zijn demarrages begint te voelen en langzaam wegglijdt, lijkt hij juist niets te voelen wanneer hij helemaal alleen op kop komt te fietsen. Een mooier gevoel is er niet. “Keep pushing Alexey”, soms wisselt Vino het Kazachstaans af met Engels zodat het voor alle luisteraars binnen de ploeg duidelijk is wat er gebeurd. Hij glijdt omhoog en hoewel er van achteruit ook wordt door gekoerst en die dekselse Herrada van geen opgeven wil weten, voelt hij aan alles dat het goed zit. En daar is ineens de meet al.. Ondanks het geschreeuw in zijn oortje en de felicitaties in verschillende talen maakt een fantastisch gevoel van rust zich meester van hem. Dit. Deze overwinning. Dit is het bewijs dat alles mogelijk is. Als ik hier kan winnen, tegen de allerbesten, op dit parcours, waarom dan niet in Tokyo?
Klik hier voor de Podcast – Tourkronieken op Itunes
Klik hier voor de Podcast – Tourkronieken op Spotify
De Volgende: Etappe 7 – Gegrift
De Vorige: Etappe 5 – Gapen tot de Sprint