HET IS KOERS!

Tourkronieken – Etappe 15 – Gele Suprematie

Etappe 15 – Gele Suprematie

Lyon – Grand Colombier – 174,5km – Bergrit

“Het is een beetje als worstelen met een gorilla, je stopt niet als je moe bent, je stopt pas als de gorilla moe is” – Fausto Coppi

 

Na dagen vol sprint geweld, misplaatste ellebogen, gedurfde solo’s, zure schuivers en emotionele flashinterviews verschuiven we het blikveld weer naar daar waar in het hooggebergte de prijzen verdeeld worden. Het Algemeen Klassement.

Lyon was niet alleen finishplaats gisteren, maar ook startplaats van vandaag, hetgeen de ploegen een ritje in de bus zou schelen waardoor iedereen de nodige extra rust kon pakken. Zo’n dag vóór de rustdag is dat altijd prettig, zeker als we kijken wat er op de menukaart staat.

De Grand Colombier moet de mensen proberen te vermaken op deze dag voor de rustdag. Een vlakkige aanloop van ongeveer 100km, vooraleer de Alpenreus vanaf drie verschillede kanten belegerd zal worden. De finish ligt voor het eerst in zijn geschiedenis bovenop de Colombier aan het einde van de 17,4 km lange slotklim.

De Grand Colombier klinkt misschien als een col met een grootse historie in de Tour, maar ook deze berg maakt pas sinds 2012 sporadisch deel uit van de route en diende nooit eerder als finishlocatie. Meest bekende renner die hier als eerste wist door te komen is toch wel de inmiddels gepensioneerde beroepsclown van het ASO circus ‘Chouchou’ Voeckler. Aan de renners dus om vandaag wat historie aan de lijst van de Colombier toe te voegen. Bij de teambespreking kwamen geen verassingen aan het licht. Controleren, beschermen, domineren en waar mogelijk de concurrentie verder op afstand rijden met hopelijk een vierde etappe zege voor het team. Over wie ze moesten beschermen bestond binnen het team geen twijfel of discussie meer. Daar was hij uiteraard tevreden mee. Scheelde weer aandacht, onnodige ruis op de lijn, die de focus op het hoogst haalbare binnen de wielersport alleen maar kon verdoezelen.

Het is vandaag 13 September 2020, en dat alle ballen op hem staan in de zwaarste en meest competitieve wielerrace ter wereld, die al ruim 2 weken onderweg is, was een maand geleden, op 15 Augustus nog compleet onzeker. Die dag lag hij nog bloedend op het wegdek in de vierde rit van de Dauphiné te twijfelen of hij op de fiets óf in de auto moest stappen. Het werd het eerste, hij stond immers bovenaan in het klassement, maar de val was dermate heftig geweest en in samenspraak met het team werd die avond besloten alsnog uit de Dauphiné te stappen. De meeste renners zullen beamen dat indien er geen botbreuken of spierscheuringen zijn de echte klap van een brute val soms pas na 48 uur echt doorsijpelt in het lijf. Het lichaam krijgt een oplawaai en waar de adrenaline de renner die eerste 24 uur vaak nog op de been houdt komt de klap onverbiddelijk. Ook bij hem.

In het Grande Casino van de wielerwereld hield hij het liefst zijn kaarten zo dicht mogelijk tegen de borst. Maar na een valpartij was het lastig pokeren. In overleg met het team kozen ze ervoor zo min mogelijk informatie te delen met de buitenwereld. Te focussen op het herstel. Hem zo snel mogelijk weer op de fiets te krijgen en te hopen dat de conditie nog op peil zou zijn voor 3 weken afzien in Frankrijk. In Tigne, op hoogte, werkt hij aan zijn herstel. Niet buiten op de fiets, dat gaat nog niet, wel binnen op de hometrainer. Een week ná de Dauphiné en een week vóór de start van de Tour laat hij in een kort communiqué geheel in zijn ‘kortaf’ stijl weten dat “hij gedacht had zich nu wel beter te voelen”. Op de maandag voor de start van de Tour is het zijn eigen vriendin die wat minder goed in pokeren blijkt en openhartig haar zorgen uitspreekt tegen de Sloveense Televisie. “De val heeft alles stilgezet, de vraag is dan ook of Primoz überhaupt kan starten zaterdag.”

Dit interview wordt vertaald en opgepikt door de internationale pers en levert een storm aan vragen en aandacht op die hij liever niet heeft. Hij heeft weinig moeite met de druk en met de aandacht, maar hoe minder daarvan, hoe beter en makkelijker de focus op hemzelf en de race kan liggen.

It is what it is. De paar dagen voor de Tour kan hij zijn uurtjes buiten op de fiets maken en hij was door zijn team zeer goed beschermd in alle ritten. Zonder kleerscheuren kwam hij de schaatspartij in Nice door en hij voelde zich zelfs zo goed dat hij in de vierde rit naar Orcières-Merlette de etappezege al wist binnen te hengelen. Temidden van twee jonge dames met mondkapje op kan hij die dag al zijn telemarksprong uitvoeren om de overwinning extra glans te geven.

Elke dag een beetje beter dus en na het afhaken van die ene Yates in de 9de etappe mag hij het befaamde geel van de Ronde aantrekken.

De gehele tweede week waren hij en het team niet in de problemen gekomen. De sprinters mochten even uit de schaduw van de klassementsrenners treden en ook de avontuurlijke geesten kregen de ruimte, maar het was duidelijk dat ze vandaag op de afspraak moesten zijn.

De opening van de etappe gaat op hoog tempo. Veel mannen proberen te ontsnappen, maar niemand krijgt echt de ruimte. Al vroeg koerst Primoz langs een gevallen renner die in een klein kopgroepje probeerde zich los te weken uit het peloton . Het lijkt op een teamgenoot, maar die zouden niet mee zitten in een vroege vlucht vandaag. De orders waren duidelijk. Het blijkt ook geen teamgenoot, maar alweer die onfortuinlijke Sergio Higuita die als Colombiaans kampioen in het Nationale geel rond kan koersen.

Primoz kon het vanachter niet goed zien, maar terwijl Higuita achterom kijkt en uit tweede positie de benen stilhoudt, doet de op kop koersende Luxemburgse Locomotief Jungels hetzelfde. Hij stuurt vol naar rechts en de kleine Colombiaan van nog geen 54 Kilo heeft geen schijn van kans tegen de 70 kilo massa van Jungels. Hij ziet de klap nooit aankomen en wordt getorpedeerd om gelijk potsierlijk tegen het asfalt te smakken. Higuita blijft verdwaasd en verbaasd zitten terwijl Jungels een laatste blik achterom werpt, spijt hem moet bekruipen, maar hij onverbiddelijk door blijft koersen. Ook Higuita zal nog even doorkoersen, tegen beter weten in, maar de koersradio brengt al kort daarna het onvermijdelijke nieuws: Abandon Higuita. Waar Bennett tranen van geluk liet zien, laat Higuita bij het instappen van de ploegwagen de verdrietige variant de vrije loop.

Een kopgroep van acht renners zonder gevaarlijke klanten voor het klassement krijgt uiteindelijk de zege en het is Matteo Trentin die bij de tussensprint na 58 kilometer de maximale punten voor het groen weet binnen te harken. In het peloton krijgen we een flashback van het scenario wat zich nu dagelijks afspeelt. Bennett wint, leadout Mørkøv houdt de deur dicht en Sagan moet het doen met twee puntjes minder dan zijn Ierse concurrent. Tergend langzaam raakt het groen waar hij patent op heeft uit zicht, maar Parijs is nog ver…

Met de kopgroep op gepaste afstand, nooit te dichtbij maar ook nooit te ver weg, ziet Primoz de Colmbier opdoemen.

De eerste van 3 beklimmingen is gelijk een steile, maar zijn ploeg controleert fantastisch. Hij merkt dat iedereen in topvorm en op de afspraak is. Hij hoeft geen trap teveel te doen, zit prinsheerlijk verscholen en krijgt al zijn behoeftes van bidonenetjes tot gelletjes op een presenteerblaadje aangereikt. Hij voelt zich goed, gesterkt door het team. Op die eerste klim rijdt Jumbo met 5 man op kop. Bepalen het tempo, houden de kopgroep binnen schootsafstand en zien dat de naaste concurrenten nog ‘maar’ met 3 of minder man in de groep zitten. Ook op de tweede klim heeft nog niemand plannen en zo koersen ze ietwat gedwee op de laatste beklimming van de Colombier af.

Primoz als kopman van het op dit moment meest dominante team in de Tour van 2020. Wie had dat vroeger ooit gedacht? Hijzelf? Nee, zover kon je als mens niet vooruit kijken, al helemaal niet als je in 2007 nog wereldkampioen schansspringen word met het Sloveense team. Hij groeit op in Trblovje, een kleine oude mijnwerkers plaats die naast de hoogste schoorsteen van Europa van 362 meter ook huisvesting geeft aan een skischans. Skispringen. Roglic zal het 15 jaar lang doen tot hij in datzelfde 2007 zo hard ten val komt dat hij de sport na jaren van blessures en revalidaties in 2011, op 22 jarige leeftijd, vaarwel zegt. Maar hij kan niet stilzitten, heeft nog wel meer passies in het leven, volgt de Tour de France al jaren steevast op de TV wanneer de renners het hooggebergte in trekken en ontdekt tijdens zijn revalidatie de liefde en aanleg voor de racefiets. Eerst koerst hij nog voor het kleinere Adria Mobil in thuisland Slovenië, maar al snel krijgt hij op vakantie in Griekenland een belletje of hij naar Amsterdam wil komen voor wat testen bij Team Jumbo-Visma. Hij hoeft niet na te denken, pakt de koffer in, stapt op het vliegtuig en geeft tijdens de testen alles wat hij in zich heeft. De mannen van Jumbo zullen later erkennen dat ze van hun stoel vielen bij het zien van de waardes en meteen doorhadden met een bijzonder iemand te maken te hebben. Waar wattages niet altijd een basis zijn voor succes weet hij de verwachtingen direct waar te maken. Al in de openingstijdrit van de Giro van 2016 wordt hij met 22 duizendste van een seconde tweede achter huidig teamgenoot Dumoulin om vervolgens de individuele tijdrit van etappe 9 al op zijn naam te schrijven. De jaren erna rijgt hij de overwinningen aan elkaar. In 2017 wordt hij de eerste Sloveen die een etappe in de tour wint en in 2019 schrijft hij de ronde van Romandië, de Tirreno en als uitsmijter ook nog de Vuelta op zijn naam. Teleurstellend is dat jaar misschien wel het verlies in de ronde van Italië. Lange tijd koerst hij naar de eindwinst, maar een onbenullig steekspel met Vincenzo ‘de Haai van Messina’ Nibali, zorgt ervoor dat Carapaz als derde hond er met het ultieme been vandoor kan gaan. Niettemin een jaar waar het merendeel van alle renners enkel van kunnen dromen. 2020 moet het dus echt gaan gebeuren. Alle ballen op de Tour en daarvoor moet eerst de Colombier nog overwonnen worden.

De kopgroep is uit elkaar gevallen. De motivatie van de rijders als sneeuw voor de zon verdwenen doordat de hongerige Jumbo leeuwen hen als prooi continu in het vizier houdt. Roglic heeft duidelijk gecommuniceerd over de oortjes: ik voel me goed, ik wil vandaag winnen. En dus zijn de gele helpers niets ontziend, ook niet voor de ouwe rot Rolland die als laatste pionnetje uit de kaken van het beest wil blijven. Ruim voor de top, met nog 13km te gaan en als de klim eigenlijk nog moet beginnen, wordt ook hij gegrepen.

Maar de mannen van Primoz jagen niet alleen op smakelijke hapjes uit de kopgroep. Nee, ze jagen misschien nog wel meer op de simulanten en de intriganten uit eigen gelederen. Fietsers in het favorieten peloton die stoïcijns zijn blijven trappen, maar bij wie het allemaal minder soepel gaat dan de buitenkant doet geloven. Hij was daar zelf kampioen in. Bluffen. Strak blijven kijken en de pijn en emotie achter gesloten deuren houden.

Colombianen zijn daar van nature ook altijd goed in. Lastig te lezen. Lastig te doorgronden. Veelal met een grimas die de perfecte combinatie tussen pijn en plezier laat zien. Maar soms is de koek gewoon op. Valt er niets meer te lachen.

Wout van Aert rijdt nu op kop en het nieuws is kraakhelder. Egan Arley Bernal, tourwinnaar van 2019, zal de tour van 2020 definitief niet gaan winnen. Op dat moment nog 3e in het klassement, 14 seconde achter de nummer twee Pogacar stopt de goedlachse Colombiaan met lachen. Zijn masker wat al sinds de 9de etappe stukje bij beetje opzij was geschoven is definitief van het gelaat gevallen en hij kan enkel nog het hoofd schudden en de tong naar de motards uitsteken.

En alsof landgenoot Quintana solidair wil zijn met het noodlot van Bernal begint ook hij de aansluiting met de toppers te verliezen. Niet langer in staat de wattages te trappen die nodig zijn om in de kopgroep te hangen. Kort aan het elastiek, wat al gauw strak staat en snel daarna onverbiddelijk doorbreekt. Ciao Egan, Ciao Nairo.

De gele trein heeft misschien wel zijn beste dag. Wout houdt het tempo hoog terwijl Roglic prettig verpakt zit tussen Dumo voor zich met Kuss erachter.

Op 7km van de top, besluit Yates zijn geluk te beproeven. Hij heeft van het zoete geel geproefd en wenst meer van die lekkernij. Voor van Aert wel het teken om de kop af te staan en Dumoulin neemt het over.

De vlinder uit Maastricht laat zich gelden vandaag. Geen onnozel harde kopbeurt om zichzelf en anderen de das om te doen, maar steady stoempend op de limiet. Roglic zit in zijn wiel en hoeft enkel te volgen. Yates wordt opgesnoept en niemand valt meer aan, bij dit moordende tempo weet iedereen wel beter.

Roglic staat op spanning. Het team heeft vandaag zoveel macht laten zien, zoveel controle, ik MOET het afmaken. Met nog 600 meter te gaan geeft hij er als eerste een klap op. Een plaagstoot, maar wel gelijk een serieuze. Hij kijkt om, krijgt ploegmaat Kuss met zich mee die zichzelf op kop zet en stevig doorpakt. Moet hijzelf nu de benen stilhouden en de zege aan Kuss laten? Maar het is al te laat want daar doet Richie Porte namens Trek een gooi naar de winst. Die heeft nog iets in de tank wat van de rest nauwelijks gezegd kan worden. De kopgroep staat door de beurten van Wout en Tom in het donkerrood en alleen hijzelf, samen met Tadej weten in het spoor van Richie te blijven. Come on! Zoals ook in voorbije etappes zijn de ploegleiders vanuit de wagen nu onophoudelijk door de micro aan het blèren. Hij hoort de ‘Come on Hey’s’ van Niermann nauwelijks nog want hij gooit er nu alles uit. Pogaçar heeft de versnelling ingezet en gaat rechts om Porte heen. Hij pareert direct en pakt de linkerkant. Dat is de binnenbocht, nog 75 meter. COME ON! Porte laten ze achter zich en samen sturen ze de flauwe bocht door naar de finish en dan is de punch er bij hem toch ineens uit. Bij hem wel, maar bij zijn jonge landgenoot niet. Die kan wel tot de streep doortrekken en hem nu voor de tweede keer verslaan. Verdomme. Deze was lekker geweest voor het team. Hij baalt zichtbaar van het misgrijpen, maar kan enkel trots zijn op de prestatie van de ploeg. Kuss beresterk op het laatste stuk, Dumo een monstersessie en aan het begin van de klim Wout van Aert. Ploegmaat Wout komt ruim 7 minuten later binnen. Hij is rustig omhoog gekacheld. Heeft zich na zijn kopbeurt bewust even laten stilvallen en zijn karretje vervolgens aangehaakt bij de superknechten van Ineos die kopman Bernal in een luxe escorte naar de finish begeleidden. Hij fungeert als sluwe schaduw van het team dat vooraf hun grootste concurrent zou worden, zwijgend is hij toeschouwer van de teloorgang van Bernal en de eerste doorbraak van de Ineos/Sky hegemonie in 6 jaar tijd in de ronde van Frankrijk.

Bij Primoz is de knop alweer om. Terugkijken heb je niets aan, enkel wat nog gaat komen telt.

Vandaag finisht hij weer vlak achter een iets sterkere Pogaçar, maar hij heeft nog altijd een voorsprong en zijn team staat als een huis. Nog een week volhouden, geen fouten maken, niets laten liggen, dan maakt hij zijn ultieme droom waar in Parijs.

Klik hier voor de Podcast – Tourkronieken op Itunes

Klik hier voor de Podcast – Tourkronieken op Spotify

 

Mobiele versie afsluiten