Pordoi, Gardena, Sella en Campolongo. Maar ook Fedaia, Valporola, Gardeccia en San Pellegrino. Wie vanuit het Val di Fassa de hoogte zoekt, betreedt historische wielergrond. Tom Rustebiel zakte voor hetiskoers.nl af naar de Dolomieten en sneedt via de Passa Fedaia de Passo Pordoi aan.

Met gids Luca Ceolan

Met gids Luca Ceolan

Skiliften, die vanuit het dal de bergen in schieten. Een batterij stubes en sportwinkels. Maar ook een wirwar van wielrenners, die zich opmaken voor hun rit door de majestueuze bergwelt. Canazei is niet alleen een wintersportdorp, maar vooral ook een wielerdorp. En daar zijn ze maar wat trots op, getuige de driemanshoge Trofeo senza Fini. Deze ‘trofee zonder eind’ werd een maand eerder uitgereikt aan Tom Dumoulin in Milaan, nadat hij ook hier had gestreden tijdens een rit over onder meer Pordoi, Valparola en Gardena. Ons wacht óók Giro-historie, met de Passo Fedaia en de Passo Pordoi voor de wielen.

Passo Fedaia
‘Vai!’, roept gids Luca Ceolan voordat we Canazei uitrollen richting de voet van de Fedaia. We zitten hier aan het einde van Val di Fassa, de enige weg die ons nog rest is omhoog. Dat doen we dan ook, via de langzaam stijgende Strada Statale 641. Het blijft geleidelijk 7 tot 8% klimmen, maar de natuur wordt wel grilliger. Het aanpalende ravijn diept uit en de tunneltjes volgen elkaar steeds sneller op. De pas is bosrijk en heeft continu het vizier op de imposante Marmolada-gletsjer. Plotseling staan we boven, op bijna 2.100 meter hoogte. We turen over het azuurblauwe stuwmeer dat scherp afsteekt tegen de grijze rotsen en de witte ijsformaties.Trofeo senza fini

Stuwmeer
Het meer wordt omzoomd door een weelderige bloemenpracht én door twee wielerteams, die er rondjes over het recreatieve fietspad van zo’n drie kilometer lengte lijken te rijden. Ik vraag Luca wat ze bezielt. ‘Je kunt natuurlijk op hoogtestage gaan naar de Teide op Tenerife, maar hier kun je die rode bloedlichaampjes ook kweken.’ Luca, die 15 kilometer verderop in Val di Fassa woont, verbleef er eens drie (!) weken in de tijd dat hij bij een prestigieus belofteteam reed. ‘Ik heb toen hier toen vele, vele ronden gereden over dit toeristische fietspaadje langs het meer. En ja, dat werkte goed voor me.’

Tornante
Zo geleidelijk als de beklimming was, zo’n achtbaan is de afdaling. Letterlijk. Onder ons kronkelt een wirwar van wegen, bochten, viaducten en overspanningen de duizelingwekkende diepte in. Het knalt meteen 15% naar beneden en in de krappe tornantes is het lastig om de snelheid uit de fiets te halen. Een luxeprobleem, dat de vele coureurs die omhoog krasselen niet kennen. Sommigen staan al te voet, anderen slingeren over de baan omhoog. Wij vliegen daarentegen de regio Veneto binnen via Sottoguda, Bosco Verde en Col di Rocca. We worden vergezeld door de torrente pettorina, die via weelderige watervallen en stroomversnellingen naar beneden klotst.

Schijfremmen
Bruusk gaat het na Rocca Pietore linksaf omhoog, terwijl de borden ons ontmoedigend vertellen dat de kruin van de Pordoi zo’n 27 kilometer verderop ligt. De zwier naar links komt goed van pas, want het remblokrubber stonk onbarmhartig. Een heel contrast met de Deense fietsgenoot, die met zijn schijfremmen z’n rempunt steevast later kon leggen. De gekozen Strada Provinciale klimt gemoedelijk. Door tunnels, onder rotsformaties en parallel aan de bergrivier. Echt klimmen begint na Digonera. Eerst door het open veld, daarna door verkoelende bossen. Aan de einder gloort de majestueuze Gruppo Sella, waar ook ergens de Passo Pordoi moet liggen.

Pasta!
‘Nu komt een vlakke weg’, roept Luca me toe. Prachtig, dan gaat-ie nu op het buitenblad om er niet meer vanaf te komen. Met een mooie snelheid draven we door dorpjes, bossen en landerijen. Maar vlak, dat is het zeker niet. En het voornemen om niet terug te schakelen laat zich voelen richting Arabba, terwijl ik me afvraag of de beroemde spaghetti arrabiata daar misschien vandaan komt. Waar een mens al niet aan denkt tijdens het fietsen. Tijd om het Luca te vragen is er echter niet, want na de rotonde in de centrum van het dorp begint de weg stiekem te klauteren richting de top van de Passo Pordoi.

Klimritme
Op de Pordoi begint naast de hellingsgraad ook de hitte een concurrent te worden. Vanaf Canazei is de route nog lommerrijk, maar hier is het landschap open. Logisch ook, aangezien Arabba zelf al op 1.600 meter hoogte ligt. De Passo is afwisselend met bochten die allerlei kanten opdraaien, terwijl het hellingspercentage rond de 8% blijft liggen. Ik kan met een mooi beentempo de 34X25 blijven trappen en in de bochten nu en dan zelfs bijschakelen. Wat is dat toch een heerlijk gevoel, wanneer het klimritme daar is en je nog een paar kilometer ‘mag’. Tijdens het fietsen staan alle zintuigen open en ik neem het adembenemende decor in me op, ondanks het afzien.

Gruppo Sella & Sassolungo
De rotsblokken van Gruppo Sella en Sassolungo. De omhoog serpenterende weg. De andere fietsers. En natuurlijk de blik de diepte in naar Arabba, inmiddels alweer een mooi stuk achter me. Vlak voor de top blaast de wind ferm in het gezicht, waardoor ik toch nog even stilval. Tijd om het monument van Fausto Coppi te aanschouwen, die vijf keer de Giro won in een tijdsbestek van 13 jaar. En daar zat dan ook nog eens de Tweede Wereldoorlog tussen, anders was-ie waarschijnlijk alleen recordhouder geweest. De afdaling is ronduit genieten. Opnieuw goed asfalt, redelijk overzichtelijk en de bochten in een prachtig ritme aaneengesloten. We halen mooie snelheden, maar gevaarlijk hard gaat het nooit. Dan is er namelijk wel weer een volgende tornante.

Trofeo senza Fini
Opeens zwieren we langs de Trofeo senza Fini Canazei weer in, pardoes de finishstraat van 17e giroetappe op. Toen mocht Pierre Rolland juichen, iets wat ik nalaat. Want het feit dat deze geweldige fietstweedaagse er alweer op zit, stemt weinig gelukkig. Tegelijkertijd weet ik ook, dat een terugkeer naar Val di Fassa onvermijdelijk is geworden. Benieuwd naar het etappeschema van de Giro, wie weet is er een mooie combi van koers kijken en zelf fietsen te organiseren.

Zie ook:
De rit op Strava
Fietsen vanuit Val di Fassa

Binnenkort volgt deel 2 van dit verhaal, over de Sella Ronda met Pordoi, Campolongo, Gardena en Sella.

Tom Rustebiel
Laatste berichten van Tom Rustebiel (alles zien)