De laatste tijd zie ik vaak mensen vallen met de fiets, gewoon in Amsterdam. Ik ben zelf heel vaak gevallen, na een avondje uit, dat was in 2009, mijn rampjaar wat betreft fietsen. Een ontwrichte schouder en een bezoekje aan het ziekenhuis na een andere val waren de schade. Hartstikke bezopen natuurlijk, maar de zuster die me bij dat laatste ziekenhuisbezoek hielp schreef op het papier: ‘adequate jongeman’. Een kopie hangt nog steeds in mijn voetbalkantine.
Maar dat vallen. Laatst zag ik een vrouw met een bakfiets vallen op de trambaan. Een bakfiets. Toen ze omrolde zag ik dat ze geen onderbroek aan had en toen mensen haar wilden helpen riep ze: Wat zijn jullie allemaal lief! Die was dus hartstikke bezopen. Telt eigenlijk niet mee, die val, maar ik zag meer mensen vallen. Een jongen die een sms wilde versturen. Een man op leeftijd, een jongen met een mountainbike. We kunnen niet meer fietsen.
Misschien heeft het iets met het echte fietsen te maken, met de val van Johnny Hoogerland vorig jaar, toen hij de weg afgereden werd. Die prikkeldraad is allemaal niet zo erg, daar werd heel dramatisch over gedaan, maar ik ken dat, alle boeren kennen dat, en het stelt niks voor, hechtingen ook niet. Wat wel telt is de val.
Van een val word je bang. Dat duurt een jaar. Daarna gaan we winnen!
Mijn zoon leerde laat fietsen. Hij durfde eerst niet. Hij durfde wel te fietsen maar niet te vallen. Zijn opa wilde het leren fietsen versnellen en zette hem met fiets en al op een verhoging waar een plank tegenaan lag, een soort ramp, en toen duwde hij mijn zoon eraf. Hij fietste heel even, heel snel ook, en viel heel hard. Daarna fietste hij lang niet.
Fietsen om te winnen, dat is de Tour de France, en dat winnen lukt niet meer.
Nederland heeft sinds Pieter Weening in 2005 geen etappe meer gewonnen. Dat zijn zeven magere jaren. Dat moet veranderen. Er volgen vanaf nu zeven vette jaren. Of eigenlijk als we tellen vanaf 2006 tot en met 2012, dan volgen die vette jaren pas vanaf de Tour van 2013. Volgens mijn voorspellingen klopt dat wel, maar houd moed! Dit jaar is een afsluitingsjaar. De afsluiting van de magere jaren.
Op hetiskoers.nl, de beste wielersite van Nederland, al is het alleen al omdat ze de Ronde van Vlaanderen keken in EKKO Utrecht, met muziek, Belgisch Bier, en Belgisch eten, is een campagne gestart om Nederlanders weer een etappe te laten winnen. We hebben er de renners voor.
Rabobank komt met Maarten Tjallingi, Laurens ten Dam en Bram Tankink. Die winnen nooit ritten. Daar hoeft u niet naar te kijken. Helpers. In boksen zeggen ze: ‘Helpers weg’. Dat zouden ze bij fietsen ook moeten doen.
Verder brengen ze drie klimmers: Robert Gesink, Bauke Mollema en Steven Kruijswijk. Kunnen allemaal een etappe uitzoeken in de Alpen of de Pyreneeën, maar de fout die Rabo maakt is dat ze alledrie hoog in het klassement moeten komen. Liever drie in de top 15, dan een ritzege. Is een idioot idee.
Helaas denkt de Boerenleenbank er anders over.
Van de Rabo moeten we het dus niet hebben. Blijft Vacansoleil over, want Niki Terpstra, die voor een of andere vage Belgische, Duitse of Deense ploeg rijdt, wint ook niks. De blauw-geel-witte formatie rijdt met Hoogerland, Westra, Poels en Ruijgh. Mooi clubje avonturiers, dat soms de berm in gereden wordt. In de eerste week, vooral in de Jura, hebben zij kansen. En in de Pyreneeën.
En dan is er nog Argos. Die rijden met Roy Curvers, Koen de Kort, Albert Timmer en Tom Veelers, maar dat zijn de Nederlandse wagonnetjes in de sprinttrein die speciaal voor de Duitse kopman Marcel Kittel geformeerd is. Ik dacht dat Kittel een autocoureur was. In de Tour van 2012 zullen we Argos-Shimano niet zien en in de Tour van 2013 ook niet, want dan bestaat die ploeg waarschijnlijk niet meer.
Argos doet me denken aan het verhaal van mijn vriend die een date had. De vrouw zei: Ik doe niet aan seks op de eerste date. Hij zei: Maar luister eens: dit is de laatste date.
Argos doet niet aan winnen de eerste deelname. En daarom is het de laatste keer.
Er gaan kansen komen voor de Nederlanders in deze Tour. In rit 7 en 8, in de Jura, liggen cols van de eerste categorie aan het slot. Hier gaan Nederlanders hun slag slaan. Noteert u maar: Het weekend van zaterdag 7 en zondag 8 juli: Johnny Hoogerland en Steven Kruijswijk.
Dan volgt een dag later een tijdrit en een rustdag, allebei even interessant, en dan gaan we de Alpen in. Twee dagen, 11 en 12 juli, topgebergte waar Mollema en Gesink kunnen uitblinken, mits ze in die tijdrit genoeg verloren hebben. Ook verwacht ik hier Poels, maar die kan beter wachten tot de Pyreneeën.
14 tot en met 17 juli zijn allemaal zware ritten met vooral in de laatste twee flinke bergen. Die ritten zijn echter kort, dus: vroeg ontsnappen en flink doorpeddelen, dan komt het goed. Hier verwacht ik Mollema, Kruijswijk en Hoogerland. Gesink verwacht ik teleurgesteld voor de camera, na de rit.
Dan zijn we al bijna in Parijs. Nog een vlakke rit, een tijdrit en de rit naar de Champs-Élysées, waar een sprintje gehouden gaat worden.
Ik gok op twee Nederlandse ritzeges. In 2013, als de echte vette jaren gaan beginnen, doet er een prima tijdrijder mee en klimt de nieuwe generatie op het podium.
Mijn zoon heeft voor zijn verjaardag een cruiser gekregen, een zwarte fiets met vlammen erop en een hoog stuur. Heel gaaf. Hij heeft lang dik blond haar, tot zijn schouders, en hij kan met losse handen fietsen. Hij beukt tegen stoepjes op en er weer af. Hij valt niet. Die jongen doet trouwens aan karate.
Bovenstaande column sprak Jan van Mersbergen afgelopen zaterdag uit tijdens de Sportzomernacht in De Wintertuin (Nijmegen).
- Voltooid commentaar - 18/07/2013
- Nog niks van de Tour de France gezien - 02/07/2013
- Gewoon doortwitteren - 26/01/2013