HET IS KOERS!

Van der Poel en Turner

In een televisieprogramma ging het over de Engelse kunstschilder William Turner (1775-1851). William Turner was een wonderkind, de Engelse Rembrandt. Al op zijn 14e werd hij toegelaten tot de prestigieuze Royal Academy of Arts. Zijn vader, kapper van beroep, faciliteerde het talent van zijn zoon niet allen door zijn zaak vol te hangen met zijn werk, maar ook door zijn lijsten te prepareren, zodat zoon Turner enkel hoefde te doen waar hij het beste in was: onvergetelijke kunstwerken maken.

Onwillekeurig, en wellicht verraadt dat cultuurbarbarisme, dacht ik aan Mathieu van der Poel. En ik dacht aan vader Adrie die altijd maar met de fietsen van zijn zoon loopt te sjouwen, zodat zijn zoon zich enkel hoeft bezig te houden met waar hij het beste in is: onvergetelijke kunstwerken maken.

William Turner was meer dan een fantastische schilder; hij veranderde de kunst, hij zette een nieuwe standaard. Zijn latere werk werd steeds meer abstract, waarmee hij ook wel wordt gezien als een voorloper van het impressionisme.

Opnieuw dacht ik aan Mathieu van der Poel. Niet alleen omdat ook hij een nieuwe standaard zet, maar ook omdat zijn kunstwerken zo sprekend zijn dat een gedetailleerde uitwerking overbodig is. Van der Poel op Piazza del Campo in Siena. Een roodwitblauwe schicht die langs vaalwitte aardkleurige vegen jaagt. Daarachter, in de diepte, uit de schaduw van de gebouwen, een overvloed aan licht. Een impressionistisch meesterwerk, deels noodgedwongen omdat de scheppingsdrift van De Meester geen ruimte voor een gedetailleerde adempauze laat.

Het is niet alleen de beeld dat om een andere benadering vraagt; ook de klassieke toets van de sportliteratuur volstaat niet meer. Geen metaforische berg die door de sportman wordt bedwongen, geen uitvergroot contrast tussen vreugde en verdriet, maar een hoogvlakte van succes. Een galerij vol kunstwerken van De Meester met eeuwigheidswaarde en van een intimiderende pracht.

 

Mobiele versie afsluiten