Francisco Cepeda is nog niet dood als er plotseling een onbekend meisje in de hal van het ziekenhuis van Grenoble staat. In haar handen heeft ze een groot, fleurig boeket bloemen.
Bloemen voor El Negro.
Het meisje verdwijnt weer, zonder haar naam te zeggen. De bos bloemen blijft achter.
Kort daarna sterft Cepeda. Hij is niet meer bij kennis geweest.
El Negro, zo noemden ze hem allemaal in Sopuerta, het dorp van zijn jeugd. Het was een geuzennaam; iedereen hield van Francisco Cepeda. In Sopuerta tot ver daarbuiten.
Iedere dag was hij in de San Pedro Apostolo, het dorpskerkje, te vinden. Daar stak hij de ene kaars na de andere aan en bad tot de Heer. Altijd bad Francisco Cepeda voor hetzelfde.
Een goede afloop.
Bijna een volledig wielerleven lang liep alles goed af. Toch vergat Francisco nooit voor vertrek een kaarsje te branden en God te smeken hem nog niet tot zich te nemen. Het kon tenslotte altijd mis gaan.
En verdomd (verdoemd), op 11 juli 1935 liep letterlijk alles in het leven van Francisco Cepeda mis.
Het is Francisco’s vierde Tour de France, hij is een ervaringsdeskundige, dus hij weet waarover hij spreekt als hij zegt dat hij het nog nooit zo heet heeft meegemaakt.
Deze zevende etappe van Aix-les-Bains naar Grenoble, lijkt niet dwars door de Alpen maar door een nog niet uitgevonden magnetron op maximale stand te voeren.
Het asfalt van de grote wegen begint te smelten en zuigt zachtjes aan de tubes van de renners.
Bergbeekjes verdampen.
Dorpspompen weigeren dienst.
En de zon schroeit de ruggen van de renners, die de ene col na de andere bestijgen.
Al snel voelt Francisco Cepeda dat het niet zijn dag is, deze 11e juli. Al op de Galibier raakt hij achterop en in alle eenzaamheid vangt hij de afdaling aan. Hoe ver hij achter ligt op de kop kan hij onmogelijk weten, maar ongetwijfeld gelooft hij nog in zijn kansen: hij is al een uitstekend klimmer, hij is vooral een uitmuntend daler.
Wat er dan gebeurt, zal niemand ooit kunnen navertellen. Mogelijk is in de hitte de band van de tube geknapt. Misschien ook is hij geslipt over het in de hitte zwetende wegdek.
Wie weet heeft hij eenvoudigweg te veel risico’s genomen.
Francisco Cepeda stort in het ravijn, talloze meters diep. Wanneer hij er uit tevoorschijn getakeld wordt, heeft hij het bewustzijn reeds verloren. In het ziekenhuis in Grenoble wordt een schedelbasisfractuur vastgesteld. Drie dagen lang zal El Negro van Sopuerta zweven tussen leven en dood.
Dan, op 14 juli, Quatorze Juillet, stort hij neer en sterft. Het is het eerste dodelijke ongeluk in de geschiedenis van de Tour. Er zullen er nog enkele, veel beroemdere volgen.
In het dorpskerkje wordt nu voor Francisco Cepeda gebeden. De dorpelingen steken kaarsen voor hem op.
Het mooie meisje van de bloemen is nooit getraceerd. Omdat – ondanks intensief gebed – de dingen vaak uiteindelijk toch niet alleen maar goed aflopen.
- Voorpublicatie ‘Fietsen om niet aan te komen’ van Frank Heinen - 30/04/2021
- Vergeten wielrenner: José Beyaert - 20/04/2021
- Vergeten wielrenner: Rebecca Twigg - 01/04/2021