Site pictogram HET IS KOERS!

Vergeten wielrenner: De Wolf, Fons

Fons de Wolf (22 juni 1956)

De geschiedenis van Fons de Wolf is de geschiedenis van een stijlvolle coureur. Wie spreekt over Fons de Wolf, spreekt vroeg of laat over zijn stijl.

Een engel op de fiets, door Bernini hoogstpersoonlijk gebeeldhouwd.

Fons de Wolf was een nieuwe Merckx, zoals er talloze nieuwe Merckxen waren. Hij zag er ook in de finales van de zwaarste koersen uit als een kwieke twintiger die met z’n tante een ommetje voor de frisse lucht maakt. Zijn lijden voltrok zich in een zwijgzame pracht, hij reed mooier dan Merckx ooit gereden had.
Onderwijl werd er in zijn hoofd een heel ander stuk opgevoerd. Daar, achter zijn ietwat slaperige ogen, speelde niet de schoonheid, maar de onzekerheid de hoofdrol.

Fons’ hoofd kon zijn fysiek niet bijbenen, zo was het. En tegelijk deden zijn benen niet altijd wat zijn hoofd in gedachten had.

De ene dag won hij een topklassieker, om er de volgende af te waaien als een nieuweling met een trainingsachterstand. Hij was zo wisselvallig als het weer in september, Fons de Wolf.

Zijn definitieve doorbraak als nieuwe Merckx gebeurde in het najaar van 1980, toen hij op de valreep van een aardig seizoen nog even de bloemen van het podium van de Ronde van Lombardije meegriste.

Het jaar 1981 zou het jaar van Fons de Wolf moeten worden. Het zou anders uitpakken.

Hij begon sterk, sterker dan ooit tevoren zelfs. In Milaan-Sanremo demarreerde hij en kwam solo aan op de Via Roma. Terwijl hij de fontein op het kruispunt passeerde, wist hij dat deze zege de verwachtingen alleen nog maar verder zou aanwakkeren.

Daar passeerde hij de streep, vast op de fiets als een kunststof fietsmodel.

Het startschot van een fenomenale loopbaan. Tevens zijn laatste werkelijk grote zege.

Fons de Wolf zal altijd volhouden dat het een zee-egel was hem die hem de das omdeed. Wanneer hij in 1981 tijdens een korte strandvakantie op Guadeloupe in zee op zo’n beestje gaat staan, nestelt zich een worm in zijn lichaam.

Vanaf dat moment is het percentage rode bloedcellen van Fons de Wolf voorgoed verstoord – epo zal pas een decennium later zijn entree in het peloton maken. Hij is dan al gestopt.

Jarenlang blijft hij het proberen. Een keer nog knoopt hij aan bij de gouden dagen van de herfst van 1980 en het voorjaar van 1981: hij zegeviert in de veertiende etappe van de Tour de France. Hij slaagt erin Fignon en Hinault achter zich te houden.

Het is een laatste stuiptrekking van een engelachtig talent wiens loopbaan op sterven na dood is.

Een jaar later is het einde definitief daar: dromerige Fons arriveert vijf minuten te laat bij de start van de Tourproloog. Aan de finish is die achterstand opgelopen tot 6 minuut 23 op winnaar Hinault.

Fons is buiten tijd. Hij wordt uit koers genomen voor de wedstrijd goed en wel begonnen is.

Over de loopbaan-na-de-loopbaan van Fons de Wolf is veel geschreven.

Tien jaar was hij vertegenwoordiger in auto-onderdelen, maar dat verveelde hem op den duur. Ook was hij korte tijd ploegleider, bij DOMO – Farm Frites. Hij vond er niks aan.

En toen was daar plots dat bericht: Fons, mooie Fons, zou doodgraver zijn geworden.

Het was bijna waar: De Wolf werd begrafenisondernemer. Eerst in het bedrijf van zijn vrouw Krista, later zelfstandig, in Temse – zijn werk bestond uit het verzorgen van contact met de familie van de overledene en het opstellen van de doodsbrieven.

Mooi, dankbaar werk. Maar geen vrolijk werk. Dat heeft Fons de Wolf geweten.

Twee duistere jaren leed hij aan langdurige depressies. Hij gooide alles weg wat met zijn wielerloopbaan te maken had, niets wilde hij nog met die truitjes en bekers te maken hebben, nooit wilde hij nog herinnerd worden aan de talloze wedstrijden die hij had kunnen winnen, als hij niet zo vreselijk wisselvallig was geweest.

Vandaag de dag bevindt het enige wat Fons de Wolf nog heeft van zijn carrière zich in zijn hoofd: duizenden dvd’s waarop wedstrijden die hij heeft gereden staan gebrand. Onaangeroerd staan ze daar stof te vangen, op de bovenste plank van zijn geheugen.

Tegenwoordig loopt Fons de Wolf hard. Da’s goed, voor de conditie en voor de endorfines. Vraag maar aan de psycholoog. Daar gaat hij, de ene dag hard, de andere dag langzaam. Maar: stijlvol als altijd.

Mobiele versie afsluiten