Malcolm ElliottMalcolm Elliott (1 juli 1961)

Sommige mensen willen schrijven. Altijd maar schrijven, van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat. Schrijven tot ze erbij neervallen.

Meestal beginnen schrijvers jong en stoppen ze pas wanneer ze hun laatste adem uitblazen. Dat is het grote voordeel van schrijven: je kunt het eindeloos blijven doen, er is geen maximum leeftijd.

Niemand heeft ooit eens voorzichtig geïnformeerd bij een schrijver van 49 of het niet eens tijd werd om ermee op te houden. Zoiets doe je niet.

Waarom zou je dat dan wel bij een wielrenner van 49 doen, eigenlijk?

Malcolm Elliott was een gevreesd sprinter, lang geleden. Hij zegevierde in etappes in de Vuelta, won er ook het puntenklassement, werd vijfde op het wereldkampioenschap ploegenachtervolging en won later nog etappes in talloze grote en kleinere etappewedstrijden. Eenmaal haalde hij het podium van de Amstel Gold Race. Altijd in de sprint, altijd op zijn terrein.

In 1997 beëindigde hij zijn loopbaan. 36 was hij toen al, hoogbejaard voor een sprinter. Een mooie carrière gehad, en nu wachtte het echte leven. Het ging zoals het hóórt te gaan met oude wielrenners. In de jaren die volgden liet hij alles een beetje lopen. Hij freewheelde nog wat, terend op de successen van lang geleden. Tot hij helemaal tot stilstand gekomen was en een nieuwe bezigheid moest zoeken.

Vijfenhalf jaar later was de naam Malcolm Elliott al lang en breed vergeten. En net toen bijna niemand meer wist wie of wat hij was geweest, keerde zijn naam terug op de startlijsten. Er werd vragend gekeken: zou het dezelfde Malcolm Elliott zijn? En zo ja: hoe oud was die man intussen wel niet?

Elliott was destijds 42. Dat jaar, 2003, won hij als individuele renner een aantal Britse wedstrijden voor zijn individuele ploegje Pinarello – Assos. Hij reed mee, trainde, won als het zo uitkwam en leek in alles twintig jaar jonger dan hij in werkelijkheid was. Slechts de groeven in zijn gelaat herinnerden eraan dat hij ouder was dan de meeste ploegleiders.

In 2006, 45 jaren jong, tekende hij een contract bij een nieuwe ploeg, het Plowman Craven Team. Voor dat team werd hij datzelfde jaar wereldkampioen bij de 40+-ers, in Sankt Johann, Oostenrijk. Elliotts tweede jeugd begon steeds meer op zijn eerste te lijken.

Ieder jaar vroeg men hem of hij nog een jaar doorging. En ieder jaar weer deed Malcolm Elliott alsof hij de vraag niet helemaal begreep. Ok, toegegeven, er waren steeds minder goede dagen, maar ze waren er nog, en als ze er waren, dan keerde het gevoel van vroeger weer terug.

Hij werd 47. Hij werd 48. En bleef prof.

Op 48-jarige leeftijd startte hij in de heruitgegeven Tour of Britain, een relatief goedbezette profwedstrijd. Hij hoopte een etappe te winnen, maar vooral wilde hij een steun en toeverlaat van Russell Downing zijn, zijn ruim twintig jaar jongere kopman.

De etappe kwam er niet.

In 2010, Malcolm Elliott was nog niet eens vijftig jaar, verscheen een nieuwsbericht op Internet. Elliott werd opgenomen in het management van de ploeg waar hij op dat moment nog voor reed, het Team Motorpoint. Die zomer had hij nog de Halfords Tour Series gewonnen.

Het bericht repte van een ‘schat aan ervaring’ en ‘veel betekend voor het wielrennen’. Er was ook een citaat van Elliott aan toegevoegd. Als het zo uitkwam, zou hij best nog af en toe mee willen fietsen, zei hij.

Het is er in 2011 tot op heden nog niet van gekomen. Zou iemand hem gevraagd hebben of hij er niet eens mee op zou moeten houden? Het kan een jaar duren, het kan vijf jaar duren, maar er komt een dag dat de naam Malcolm Elliott terugkeert op de startlijsten van een wielerkoers. En ook dan zullen de mensen elkaar aankijken en zich afvragen: het zal toch niet dezelfde Malcolm Elliott zijn? Het antwoord: waarschijnlijk wel.

Frank Heinen