wie is dit?Hij heeft het wereldrecord onopgemerkte comebacks op zijn naam staan (welke renner biedt er meer dan twee?). Afgelopen week nog, tijdens het NK tijdrijden, bleef hij keurig maar naamloos in het spoor van collega’s met dikke contracten. Remmert Wielinga (27 april 1978) is nog altijd wielrenner. Of wéér, dan wel binnenkort weer.

Toch is hij vooral het zonderlinge talent, dat zo schlemielig in beeld kwam, nota bene in jaar van zijn doorbraak. Elke dag op achterstand in de Tour van 2003, elke dag een ander excuus. De echte reden hield ‘ie uit schaamte nog een paar jaar stil: pelotonvrees.

Exponent van een tussengeneratie. Toen we begin jaren nul collectief smachtten naar een nieuwe ronderenner. Dit was er eentje die écht kon tijdrijden, die tijdens de Dauphiné met de besten meeklom, het viel Armstrong zelfs op. Remmert had bovendien zijn eigen route uitgestippeld, een karaktertrek die duidt op dadendrang. Geen doorstromer uit een beschermd opleidingsplan. Bij Rabo wisten ze pas wat ze met hem moesten nadat hij er eerst te licht was bevonden, ze hem terughaalden na een – opnieuw beloftevol – Italiaans avontuur. En daar ging zijn reis van ploeg naar ploeg, land na land. Mooie uitslagen af en toe, soms wat exotisch. Was hij bij zijn tweede comeback dit jaar niet direct tweede geworden tijdens de Ronde van Geroskipou, dan had de wereld nooit geweten dat er profkoersen zijn op Cyprus.

Talent is ook een creatieve rekensom. In barre tijden alle gunstige voortekenen naar boven afronden. Onvoorziene omstandigheden en mentale stabiliteit achter de komma wegmoffelen. Zo gaan die talenten er ook zelf in geloven. En weldra rijden dadendrang en stress elkaar in de wielen.

De Italiaanse sportarts Cecchini bevestigde wat Remmert op trainingen al zo vaak vermoedde: zoveel geweld op de pedalen, hier staat iets groots te gebeuren.
Bij langdurig uitblijven van échte resultaten: opnieuw die rekensom maken.

Toch was er na de Rabo-jaren voldoende bevestiging, niet bij de minste ploegen ook: bij Quickstep en Saunier Duval geloofden ze in de Eindhovenaar. En bij elk nieuw wielerjaar leken de uitslagen dat te onderstrepen. Zoals er ook altijd een goed excuus kwam om een nieuwe, stille periode te verklaren. Van knieblessure tot liefdesverdriet.

En pelotonvrees. Het woord alleen al.
In volle finale weg willen uit het gedrang, bijna dwangmatig doorberekenen hoe de stuurbeweging van een renner ríjen verderop zou kunnen leiden tot jouw vreselijke val. Met klamme handen afhaken. Alle energie verloren door gepieker en achterin het peloton bungelen. Remmert ging er zelfs voor in therapie.
Z’n laatste overwinning, jaren geleden alweer, was een lange solo. Hoe kon het ook anders.

Op 33-jarige leeftijd is Remmert ingehaald door een peloton van nieuw talent. En deze generatie lijkt de belofte wel in te lossen. Hij zou zijn zegeningen kunnen tellen, in vijf talen inmiddels. Zich kunnen schikken in renners-rijtjes, al heeft ‘ie nooit zo ergens bij willen horen. Te-vroeg-gestopte-tussengeneratie-die-het-niet-waarmaakte (Eltink, Löwik, Elijzen).

Ach, zijn het niet de onaantastbaren, de ongrijpbaren die wielergeschiedenis schrijven, in plaats van kille, suffe uitslagen. De onbegrepenen, niet te vergeten.

Ook al onopgemerkt: sinds 2011 rijdt Remmert voor het poenerige Russische Katoesja. Bij de opleidingsploeg, dat wel. Tussen de talenten.

P.S. Remmert Wielinga is ook de oplossing van de opgave in ‘Raad het plaatje’ van vanmorgen… Maar dat had u al begrepen…

Mark de Bruijn