domfietsenNa afloop van de HetisKoers Wielerquiz! in Utrecht eind januari sprak ik Jeroen Wielaert. Het gesprek kwam waarschijnlijk niet geheel toevallig op Wielaerts jarenlange lobby voor Le Grand Départ in de Domstad. ‘De kans is groot dat het gaat lukken’, vertrouwde hij me toe. Als wielerliefhebber was en ben ik enthousiast. Half maart dacht ik terug aan dat gesprek. Rabobank trok zich terug als sponsor van de mogelijke Utrechtse Tourstart en de KNWU sprak openlijk uit het initiatief niet te ondersteunen. Gelukkig staat de gemeente  nog wel achter de plannen. ‘Wat ons betreft, is er niets veranderd. Wij zien juist nog de kansen die zo’n Tourstart voor de stad en de regio brengt’, zei burgemeester Aleid Wolfsen in De Telegraaf.

Op HetisKoers! pleiten voor Le Grand Départ in Utrecht is preken voor eigen parochie. Ik hoef u als wielerliefhebber niet te overtuigen. Maar nu de lobby voor de Tourstart in zwaar weer is beland, kan het geen kwaad om u als wielerliefhebber van munitie te voorzien in deze discussie: vijf redenen waarom Le Grand Départ naar Utrecht moet. Lees het onderstaande en u heeft voortaan op feestjes de argumenten in huis om zwartkijkers en tegenmensen van repliek te dienen.

1. Voor initiatief is moed nodig

Kritiek is makkelijk, voor initiatief is moed nodig. Vorig jaar veegde het kabinet met één pennenstreek de plannen van tafel om de Olympische Spelen in 2028 naar Nederland te halen. Oud-atleet Hans Koeleman schreef  op Sport Knowhow XL onlangs een column waarin hij dit omschrijft als ‘het demasqué van de grijze Nederlandse kruideniersgeest.’ Het plan om de Tourstart naar Utrecht te halen is minder veelomvattend dan het Olympisch Plan 2028, maar ook hier is sprake van initiatief, van ondernemende mensen die bereid zijn risico’s te lopen om iets moois te organiseren. ‘Visionairs van gisteren en vandaag weten dat juist het stellen van schier onmogelijke doelen noodzakelijk is als middel voor echte vooruitgang’, schrijft Koeleman. Zeurpieten zijn er al genoeg en beren op de weg zijn er om geschoten te worden.

2. Zwijgende meerderheid

Overigens zijn die tegenmensen als het gaat om de Tourstart in Utrecht niet veel meer dan een schreeuwende minderheid. Wat wil de zwijgende meerderheid eigenlijk? Uit draagvlakonderzoek van het Business Peloton Utrecht blijkt dat in totaal 79,9 procent van alle inwoners van Utrecht enthousiast is over de Le Grand Départ in de Domstad. Onder wielerliefhebbers ligt dat cijfer op 96 procent, maar ook onder niet-liefhebbers is nog altijd 76 procent enthousiast.

3. Doping krijgt wielrennen niet klein

De Rabobank stopte als sponsor van de Rabowielerploeg vanwege doping. Het imago van de wielersport is besmeurd en tegenmensen gebruiken dat argument wellicht ook tegen het initiatief om Le Grand Départ naar Utrecht te halen. Ik ben niet naïef. Zoals ik in 1998 niet geloofde dat de wielersport na de Tour Dopage opeens schoon zou zijn en zoals ik na Operación Puerto 2006 niet geloofde in het nieuwe wielrennen, zo geloof ik ook nu niet dat het wielrennen opeens schoon is. Maar zoals de sport in 1998 zijn aantrekkingskracht niet verloor en zoals ook Operación Puerto de sport in 2006 niet klein kreeg, zo blijft de sport ook nu onverminderd populair. Een enkele hypocriete kniesoor wil er niets meer mee te maken hebben, maar het grote publiek blijft smullen van de verhalen die de wielersport voortbrengt, met of zonder doping.

En overigens, als we vanwege doping geen wielerevenementen meer kunnen organiseren, waarom zouden we dan wel nog voetbalwedstrijden tolereren? Of tennistoernooien? Of om het even welke andere sportwedstrijden? Doping, matchfixing, mensenhandel, kindermishandeling. Er zijn weinig sporten die niet op zijn minst kampen met van één van deze problemen. En dan heb ik het alleen nog maar over sport. Wat mij betreft sluiten we ook alle banken in Utrecht, de Rabobank voorop. Thijs Zonneveld legde op 5 maart in een column op NuSport.nl al eens haarfijn uit hoe de bankmeneer van de Rabobank na het schoonvegen van zijn wielerstraatje overging tot de orde van de dag: ‘zo veel mogelijk centjes verdienen. Door te sjoemelen met de rente bijvoorbeeld. Of met investeringen in clusterbommen en landmijnen. Met kernwapens. Of met foute hypotheekadviezen. En anders wel met plofkippen.’

4. Geld

Met die banken komen we op het volgende argument van de zwartkijkers en de tegenmensen: geld. Op de organisatie van grote sportevenementen worden keer-op-keer kosten-baten-analyses losgelaten. Deskundologen en balanswichelaars van diverse pluimage beschieten elkaar met nauwelijks te controleren cijfers. Daar ga ik mijn vingers niet aan branden. Wat ik wel weet, is dat in 2009 en 2010 binnen het tijdsbestek van één jaar de Vuelta (Assen), de Giro (Amsterdam) en de Tour  (Rotterdam) Nederland hebben aangedaan. Het heeft de diverse gemeenten ongetwijfeld geld gekost, maar als we de rapporten moeten geloven heeft het in alle drie de gevallen ook geleid tot een zogenaamde ‘economische impuls’.  In Assen, Amsterdam en Rotterdam schermden de gemeentes achteraf met positieve saldi in kosten-batenanalyses door onafhankelijke onderzoeksbureaus. Het is de oppositie niet gelukt daar plausibele gaten in te schieten, dus ik ben geneigd te geloven dat die rapporten de waarheid geen al te groot geweld hebben aangedaan. Tot economische rampspoed heeft het in de desbetreffende gemeenten in ieder geval niet geleid. Je kunt je afvragen of de gemeente haar geld niet beter aan andere zaken kan besteden, maar dat kun je bij meer projecten in de gemeente Utrecht en elders in den lande. Een feestje kost geld, maar er zijn ook altijd mensen die eraan verdienen.

5. Spin-off

In 2011 interviewde ik een groot aantal hotemetoten in de Nederlandse sportwereld voor de Bundel #Hollandbid voor League of Experience. Het ging over het naar Nederland halen van grote sportevenementen. Bart Zijlstra, directeur sport van het ministerie van VWS, was een van mijn gesprekspartners. Terecht merkte hij op dat een kosten-batenanalyse over meer gaat dan over geld alleen. ‘Ik vergelijk het weleens met een feestje’, aldus Zijlstra. ‘Kosten-baten alleen is korte termijn. Hoeveel nootjes en wijn moet je kopen en weegt dat op tegen de flessen wijn en de cadeautjes die je van je gasten krijgt? Daarnaast is het ook nog zoiets als een gezellig samenzijn met vrienden. Zoiets is moeilijk in cijfers uit te drukken, maar je neemt het wel mee in je afweging.’

le tourIn sporthotemetotenjargon heet dat spin-off. Wat heeft dat gezellige samenzijn met vrienden tijdens Le Grand Départ in 2010 Rotterdam en Nederland eigenlijk opgeleverd als het gaat om immateriële baten? In ieder geval HetisKoers! Dit blog was een spontaan initiatief van een aantal wielerliefhebbers die elkaar op twitter hadden leren kennen. Zij vonden dat er ‘iets’ moest gebeuren rond de Tourstart in Rotterdam en HetisKoers! was geboren. Inmiddels is dat ideetje uitgegroeid tot een website met ongeveer 700.000 bezoekers per jaar en een vereniging  die diverse activiteiten organiseert, zoals Cinema Het is Koers, een wielerquiz, de Hetiskoerskoers en de Ronde van Vlaanderen Live. Het levert veel mensen drie jaar na die Tourstart in Rotterdam nog altijd enorm veel plezier op en ik twijfel er niet aan of Le Grand Départ in Rotterdam heeft naast HetisKoers! nog veel meer creatieve initiatieven opgeleverd. Dat is pure winst en dan heb ik het nog niet eens over de ervaring van alle mensen die direct bij de organisatie van de Tourstart betrokken zijn geweest.

Vorig jaar werkte ik als wielerverslaggever in dienst van het persbureau van de Olympische Spelen in Londen. Daar heb ik met eigen ogen gezien wat de organisatie van een groot evenement betekent voor alle vrijwilligers die eraan meewerken. In mijn team met wielerverslaggevers alleen al werkten we met meer dan twintig vrijwilligers, studenten, stagiairs, maar ook gewoon enthousiaste mensen die vrij hadden genomen van hun werk om erbij te zijn. Ik heb begrepen dat er in Londen ruim 70.000 vrijwilligers waren. Niet alleen maakten zij die Spelen tot een succes, voor henzelf was het een onvergetelijke ervaring. De twintig vrijwilligers met wie ik nauw heb mogen samenwerken hebben in die dikke twee Olympische weken waarschijnlijk meer geleerd dan in de vijf jaar ervoor en de vijf jaar erna. Met velen van hen heb ik nog contact, dat zijn de zegeningen van Facebook. De waarde van die internationale contacten en de impact van de totale ervaring van al die vrijwilligers, is nauwelijks op waarde te schatten. Een Tourstart is wat schaalgrootte betreft niet te vergelijken met de Olympische Spelen, maar de effecten zijn hetzelfde. Twee weken geleden raakte ik in het vliegtuig naar Barcelona in gesprek met mijn buurman. Toevallig kwam ik erachter dat hij als vrijwilliger langs het parcours had gestaan bij Le Grand Départ in Rotterdam. Het vuur dat in zijn ogen brandde toen hij daarover vertelde, sprak boekdelen.

Leo Aquina
Laatste berichten van Leo Aquina (alles zien)