Boegeroep weerkaatst tegen de muren van het Colosseum. Het kalksteen van het Flavische amfitheater maakt de hoongeluiden imposanter dan ze in werkelijkheid zijn. Terwijl de tifosi hun teleurstelling over de afloop van de Giro verbijten, komt een laatste renner naar de aankomstlijn gereden. Het is een merkwaardig tafereel. Toeschouwers die niet precies hebben meegekregen wat zich zojuist op de natte Romeinse straten heeft afgespeeld, zullen denken dat een recreant of een op aandacht beluste grapjas zich op het parcours van de afsluitende tijdrit van de Giro van 2009 heeft gewaagd. Zijn outfit – donkerblauw T-shirt, grijsgroene driekwartbroek en sneakers – staat haaks op het uiterlijk van de fiets waarop hij zich voortbeweegt. Die onderscheidt zich niet van die waarop zojuist de rozetruidrager is gepasseerd. Omringd door politieauto’s en -motoren sukkelt de man richting finish. ‘Die wordt weldra van zijn fiets getrokken, tegen de grond gedrukt en afgevoerd door de carabinieri’, zullen onwetende Italiaanse toeschouwers wellicht hebben gedacht. Niets is minder waar. Direct na het overschrijden van de witte aankomstlijn voegt de man zich bij een klein feestvierend gezelschap dat Nederlands spreekt. Bij de immer chauvinistische Italiaanse fans voert teleurstelling de boventoon. Het is de verklaring voor het boegeroep dat opstijgt rond het Colosseum. Niet de Italiaanse lieveling Danilo di Luca, maar zijn Russische opponent Denis Menchov heeft zojuist de 92ste editie van de Giro d’Italia op zijn naam geschreven. Dankzij de man die een paar minuten na Menchov over de finish bolt. Het is de mecanicien van Menchovs Rabobank-ploeg: Vincent Hendriks.

Een handvol minuten eerder lijkt er geen vuiltje aan de lucht voor Denis Menchov. De Rus is hard op weg om na de Vuelta van 2007 nu ook de Giro bij te schrijven op zijn verder nog niet heel omvangrijke palmares. Jarenlang staat Menchov te boek als eeuwige belofte. Eerst bij de Banesto-ploeg, waar men in de Rus aanvankelijk een opvolger ziet voor kampioenen als Pedro Delgado, Miguel Induráin, Abraham Olano en Alex Zülle; stuk voor stuk veel-winnaars die de sponsorende Spaanse bankdirecteuren tientallen malen champagne hebben laten nippen dankzij fraaie zeges in Tour, Giro, Vuelta en diverse andere grote en kleinere koersen. Menchov fietst in Spaanse dienst echter vooral ereplaatsen bij elkaar. Ondanks de winst in het jongerenklassement van de Tour de France in 2003 en een eindzege in de Ronde van het Baskenland een jaar later lijkt Menchov op beslissende momenten net niet over voldoende capaciteiten te beschikken om door te stoten naar de wereldtop. Als de Banesto-ploeg, die dan inmiddels is omgedoopt tot Illes Balears, eind 2004 het contract met de Rus niet verlengt springt een andere bank in de bres. Rabobank ziet in Menchov haar nieuwe kopman voor de grote rondes. Nu Michael Boogerd zijn ambities in die richting definitief heeft laten varen en Levi Leipheimer naar het Duitse Gerolsteiner is overgestapt, zit de ploeg te springen om een kopman voor de grote rondes. Dat Menchovs beste prestatie op dat moment een elfde plek is in de Tour van 2003 mag de pret tijdens de contactbesprekingen niet drukken.

In zijn eerste jaar in het oranje-blauw-wit van Rabobank bewijst de Rus dat de ploegleiding een juiste keuze heeft gemaakt. In de Vuelta van 2005 wint Menchov direct de proloog en acht dagen later ook een tijdrit in vakantieoord Lloret de Mar. Het is dat er in de twee weken die volgen geen maat staat op Roberto Heras. De Spanjaard laat zijn concurrenten, zodra de weg ook maar een beetje omhoog begint te lopen, onmiddellijk zijn achterwiel zien en voltooit in Madrid zijn hattrick van drie Vuelta-overwinningen op rij. Een paar maanden later zal blijken dat Heras op de voorlaatste dag van de ronde een positieve plas heeft ingeleverd, waardoor Menchov als runner-up in het eindklassement plotseling tot Vuelta-winnaar wordt uitgeroepen. Wat volgt is een reeks pleidooien en rechtszaken waarmee de Amerikaanse advocatenserie Suits met gemak meerdere seizoenen had kunnen vullen. Jaren later komt de eindoverwinning, met dank aan de rechter, toch weer bij Heras terecht. Net als een forse schadevergoeding. In de tussentijd heeft Menchov dan al bewezen ook zonder juridische tussenkomst de Vuelta te kunnen winnen. In 2007 mag hij in Madrid op het erepodium de champagne ontkurken. Het is een kleine pleister op de diepe wonde die Rabobank twee maanden eerder heeft opgelopen met de uitsluiting van Michael Rasmussen in de Tour de France. Door de affaire en het ontslag van de Deen, die door de ploegleiding met gele trui en al naar huis wordt gestuurd als blijkt dat hij heeft gelogen over zijn verblijfplaats in voorbereiding op de Tour, is Menchov weer de enige Rabo-kopman in de grote rondes. De Rus had er in Frankrijk zichtbaar moeite mee zijn eigen kansen te moeten opofferen voor die van Rasmussen. Hij is er op gebrand zich te bewijzen. Halverwege de Vuelta van 2007 is de voorsprong van Menchov op zijn naaste belagers al opgelopen tot meer dan twee minuten.

Zo riant als ruim anderhalf jaar eerder in Spanje staat de Rus er in de Giro van 2009 niet voor. Slechts twintig seconden bedraagt het gat met voornaamste opponent Danilo di Luca voor de start van de afsluitende tijdrit door Rome. Eén minimale tegenslag, of het nu een lekke band is of een stuurfoutje, kan zomaar een dikke streep zetten door de kansen op de eindzege.

Een spannendere ontknoping had de koersdirectie zich vooraf niet kunnen wensen. Het is de kers op de verjaardagstaart ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van de Giro. Precies een eeuw geleden is het dan dat Luigi Ganna de allereerste Giro d’Italia op zijn naam schreef. Om het jubileum luister bij te zetten heeft de organisatie weer eens voor Rome gekozen als eindbestemming. Ondanks dat de Giro niet heel trouw is als het gaat om de aankomstplaats van de slotetappe is Milaan meestal het eindpunt van de ronde. Het is immers de thuisstad van La Gazzetta dello Sport. In de jaren voor 2009 is Rome slechts twee maal eerder eindpunt, in 1911 en 1950. Beide keren werd de Giro afgesloten met een rit in lijn, maar in 2009 is voor een tijdrit gekozen. De Italianen koesteren warme herinneringen aan Giro’s die eindigen met een race tegen de klok. Zoals een kwart eeuw eerder, bijvoorbeeld. In 1984 is het Francesco Moser die in de laatste etappe, een tijdrit over 42 kilometer, Laurent Fignon uit het roze fietst. De Fransman zou nadien beweren dat een helikopter van de Italiaanse televisie bewust zodanig boven hem had gevlogen dat hij er extra tegenwind door zou hebben gehad. Moser zou op zijn beurt juist zijn geholpen door een helikopter, die door achter hem te vliegen voor meewind zou hebben gezorgd. Feit is dat Moser in de slotetappe van de Giro van 1984 een kleine twee en een halve minuut minder nodig heeft dan Fignon om van Soave naar Verona te fietsen. Daarmee maakt ‘De Sheriff’ zijn achterstand in het klassement meer dan goed. De tijdrit levert hem zelfs ruim een minuut voorsprong op Fignon op in de eindrangschikking.

De strijd tussen Di Luca en Menchov vijfentwintig jaar later zal veel meer een secondespel worden, dat staat op de ochtend van 31 mei 2009 al vast. Niet alleen is de marge tussen de kemphanen amper twintig tellen in het voordeel van de Rus, het te rijden lusje door Rome is niet langer dan 14,4 kilometer. Di Luca zal dus gemiddeld zo’n anderhalve seconde per kilometer moeten goedmaken. Geen onmogelijke opgave, al is Menchov de betere tijdrijder. Op papier, maar ook in de enige andere individuele tijdrit in de Giro van 2009. Iets meer dan zestig eenzame kilometers telde die maar liefst en Menchov heeft er genadeloos uitgehaald naar een ieder die ook maar een seconde dacht aanspraak te kunnen maken op de eindzege in de Giro d’Italia. Alleen Levi Leipheimer weet de schade op de heuvelachtige wegen tussen Sestri Levante en Riomaggiore binnen de perken te houden. Alle andere concurrenten moeten minstens een minuut inleveren. Di Luca’s achterstand bedraagt één minuut en 54 seconden en sommige andere favorieten verliezen twee minuten of meer op de ontketende Rabo-kopman.

Menchovs coup levert hem naast de dagzege ook het roze op en bovendien een voorsprong van ruim een halve minuut op Di Luca in het algemeen klassement. Dat verschil had groter kunnen zijn als Menchov met Rabobank in de openingsrit, een ploegentijdrit in Venetië, niet wat tijd had verloren op het LPR van Di Luca. De achterstand van de Rus is vervolgens nog wat gegroeid door een moment van onoplettendheid in de derde etappe. Menchov zit te ver van achteren als een massale valpartij een breuk in het peloton veroorzaakt. Hij moet opnieuw een aantal tellen toegeven op Di Luca. De twee volgende etappes maken duidelijk dat de strijd om het roze in 2009 tussen de Italiaan en de Rus zal gaan. Beiden winnen in de eerste Giro-week een etappe en pakken hier en daar alvast wat tijdwinst op de andere favorieten, onder wie niet alleen Leipheimer, maar ook Ivan Basso, Franco Pellizotti en Carlos Sastre. Alleen die laatste twee snoepen in de tweede helft van de ronde nog wat van hun achterstand af, maar staan na de tijdrit naar Riomaggiore al te ver achter op de twee topfavorieten om nog een serieuze gooi naar de eindoverwinning te doen.

Oud-Girowinnaars Stefano Garzelli, Gilberto Simoni en Damiano Cunego behoren dan al tot het leger der kanslozen, net als twee debutanten in de ronde. De één is na een afwezigheid van drie jaar terug in het peloton en weet alle ogen op zich gericht. De ander is derdejaars prof en rijdt op dat moment nog in nagenoeg volledige anonimiteit in de rondte. Hun namen? Lance Armstrong en Chris Froome! De Amerikaan heeft een aantal maanden eerder met veel bombarie zijn comeback aangekondigd en aast in 2009 op een achtste Tourzege. Ter voorbereiding doet hij iets dat hij nooit eerder in zijn carrière heeft gedaan: hij gaat van start in de Giro. Armstrong bemoeit zich geen moment met de strijd om het roze, maar ziet zijn naam na drie weken terug op de twaalfde plaats in het eindklassement. Vierentwintig plekken lager staat die andere debutant, die bijna een decennium na Armstrongs hegemonie de Tour de France zal gaan domineren. In het rood-witte tricot van de Britse Barloworld-ploeg glipt Chris Froome een paar keer mee in een ontsnapping. Veel meer dan een bemoedigende schouderklop van de ploegleiding na de veertiende etappe levert hem dat niet op. Froome zit in de ontsnapping van de dag, gaat in het zicht van de finish zelfs in de aanval, maar moet uiteindelijk zijn meerdere erkennen in Simon Gerrans. De Australiër boort met zijn ritwinst de drie dagen eerder 24 jaar geworden Froome een mooi verjaardagscadeau door de neus.

‘Menchov vs. Di Luca’, luidt het affiche dus als de Giro op de laatste dag van mei neerstrijkt in Rome, om vanaf de Via dei Fori Imperiali langs monumentale plaatsen als de Piazza del Popolo en het Vaticaan de Via del Corso te bereiken en vervolgens via de Piazza Venezia, Circus Maximus en het Colosseum weer terug te keren op de Via dei Fori Imperiali. Terwijl de in de eerste helft van het rijdersveld gestarte Ignatas Konovalovas op een droog wegdek de snelste tijd op de klok zet, dreigt de top van het klassement te maken te krijgen met de onberekenbare grillen van de weergoden. Niet alleen spierkracht, conditie en stuurmanskunst zullen van doorslaggevend belang zijn, ook de materiaalkeuze wordt cruciaal. Beide tenoren twijfelen. Als het daadwerkelijk gaat regenen zal een gewone fiets meer grip bieden op de gladde stenen ondergrond rond het Colosseum. Een tijdritfiets daarentegen zal op de rechte Via del Corso richting het monument van Vittorio Emanuele II aerodynamische voordelen bieden. Een compromis tussen beide wordt ook nog even overwogen: Menchov zinspeelt op een gewone fiets mét beugelstuur. Naarmate de start van de hoogst geklasseerde renners nadert, vallen voorzichtig de eerste regendruppels omlaag, maar als de top van het klassement aan het vertrek komt lijkt het weer droger te worden. Alsof er vanuit het katholieke Rome even contact is gelegd met de weergoden daarboven en hen vriendelijk doch dringend is verzocht het hemelwater op zak te houden. Menchov hakt de knoop door. Di Luca ook. Maar de twee favorieten maken niet dezelfde keuze. Terwijl de klassementsleider vlak achter het startpodium zijn tijdritfiets klaar maakt voor vertrek, schiet Di Luca op een gewone racefiets van het schavot voor zijn aanval op de roze trui. De twintig minuten die volgen moeten uitwijzen wie zich het beste heeft laten voorlichten over de aanstaande weersomstandigheden. Kort na het vertrek van Menchov draaien de weergoden hun kranen weer open, als een stel pesterige pubers die precies datgene doen dat hen zo-even nog uitdrukkelijk is verboden. Eerst vallen kleine druppels, maar naarmate de strijd tussen Menchov en Di Luca ontbrandt klettert de regen steeds royaler neer op de elke seconde gladder wordende Romeinse straten.

Di Luca schiet als een komeet uit de startblokken. De Italiaan kiest voor een alles-of-niets strategie en grijpt ieder risico dat hij kan nemen met beide handen aan om weer een tel in te lopen op Menchov. Behendig manoeuvreert hij zijn fiets door het bochtige begin van de tijdrit. De aanpak lijkt te lonen. Bij het eerste meetpunt is Di Luca vijf seconden sneller dan de Rus. De Italiaanse fans langs het parcours zitten in gedachten al aan de spumante, maar Menchov blijkt de snelle start van zijn concurrent te hebben ingecalculeerd. Ploegleider Erik Breukink heeft zijn pupil kort voor vertrek nog maar eens ingeprent dat hij op de rechte stukken in het voordeel is met zijn tijdritfiets. Daar kan de winst worden gepakt. Als renner was Breukink eind jaren ’80 maar liefst drie keer dichtbij de eindzege in de Giro, maar ieder jaar stond er op een onverwacht moment een man met een hamer lang het parcours om de Nederlander een dusdanig tijdverlies te bezorgen dat de roze trui een fata morgana bleek.

Wijsheid komt met de jaren, luidt het gezegde. Waar Breukink zijn eigen krachten als renner soms niet helemaal juist wist aan te voelen, schat hij die van Di Luca wel goed in. De Italiaan kan zijn tempo van de eerste paar kilometers niet vasthouden en bij het tweede meetpunt is Menchov dan ook sneller dan zijn rivaal. De rozetruidrager heeft zelfs de tussentijd van Konovalovas in het vizier. Wat zou er mooier zijn dan de eindoverwinning in de Giro luister bij te zetten door ook de afsluitende tijdrit te winnen? Een prestatie die alleen is weggelegd voor de allergrootsten uit de Giro-geschiedenis. Bernard Hinault, de al genoemde Francesco Moser en ook Giuseppe Saronni en Stephen Roche stonden na afloop van de slottijdrit in de Giro als dag- én eindwinnaar op het podium. Met elke pedaalomwenteling komt het moment dat Menchov zijn naam mag bijschrijven in dat illustere rijtje dichterbij. De bochten op de natte, spekgladde stenen rond de Palatijn neemt de Rus zonder problemen. Vooraf had Breukink zich nog zorgen gemaakt over de tijdrit. Niet alleen de verraderlijke ondergrond en het bochtige parcours in de Italiaanse hoofdstad kunnen hem niet bepaald bekoren, ook de hoeveelheid olie en vuil op de Romeinse wegen is Breukink een doorn in het oog. Als Menchov op iets minder dan elfhonderd meter voor de finish twee scherpe bochten naar links goed doorkomt en onder de rode driehoek van de laatste kilometer door snelt, gaat een zucht van opluchting door de volgauto van Breukink en collega Adri van Houwelingen.

In het zicht van de aankomstlijn en in de wetenschap dat Di Luca uiteindelijk driekwart minuut heeft prijsgegeven op de snelste tijd van Konovalovas klinken de eerste felicitaties in de Rabobank-auto. In het moment dat volgt wordt duidelijk dat slechts een fractie van een seconde nodig is om euforie te doen omslaan in paniek. Op slag wordt de ontknoping van de Giro er een als in een spannende film. Zo een waarin de hoofdrolspelers elkaar na een hachelijk avontuur in de armen vallen, opgelucht dat de ‘bad guy’ verslagen is. En net op het moment dat je als kijker denkt dat het er op zit en alles goed is afgelopen, is er die onverwachte ultieme plotwending. Alsof de hoofdrolspelers nog niet genoeg te verduren hebben gehad, krijgen ze opnieuw een paar benauwde momenten voor de kiezen. Het is precies hoe het op zondag 31 mei 2009 op de gladde klinkers van de Via di San Gregorio in Rome gaat. Met nog zo’n zeshonderd meter te rijden is het alsof de zadelpen van Denis Menchov wordt vastgegrepen door een onzichtbare arm, die vanachter een dranghek over de weg reikt. Eerst stuitert het achterwiel van de Giant waarop de roze truidrager door Rome dendert een beetje, maar een fractie later slipt het wiel weg en verliest de Rus de controle over zijn fiets. Machteloos schuift de klassementsleider over de gladde Italiaanse klinkers, alsof hij in een nieuw onderdeel van Ter Land, Ter Zee En In De Lucht is belandt. Zijn fiets glijdt een meter of twee voor hem uit. Een golf van ongeloof en schrik weerkaatst tegen het Colosseum. Duizenden toeschouwers zien met eigen ogen of op televisieschermen langs het parcours hoe de eindzege Menchov door de vingers dreigt te glippen. ‘Deze ontknoping had Hitchcock nog niet kunnen verzinnen!’, riep NOS-commentator Evert ten Napel jarenlang als er in de laatste minuten van een voetbalwedstrijd iets opmerkelijks gebeurde. Zelden is dat cliché toepasselijker dan nu. Ook Danilo di Luca, die net na de finish staat uit te hijgen, staart vol ongeloof naar een scherm en ziet Menchov opkrabbelen en zijn fiets van de stenen pakken.

In een spannende film komt na de huiveringwekkende plotwending het moment dat de held verschijnt om de benarde situatie met een korte, snelle actie alsnog tot een goed einde te brengen. Ook in Rome gaat het net als in de film. Terwijl Menchov de controle over zijn fiets verliest en uit alle macht probeert om zo zacht mogelijk op de Romeinse klinkers terecht te komen, is Vincent Hendriks al uit de ploegleidersauto van Rabobank gesprongen. Alsof hij zijn roeping als stuntman heeft gemist staat de mecanicien, nog voordat het voertuig goed en wel tot stilstand is gekomen, naast de auto en trekt Menchovs reservefiets van het dak. Vooraf is binnen de ploeg duidelijk afgesproken dat, mocht de Rus iets overkomen onderweg, hij hoe dan ook van fiets moet wisselen. ‘Denis! New bike!’, schreeuwt Hendriks naar zijn stuntelende renner. Die is in alle consternatie de afspraak even vergeten en maakt aanstalten weer op zijn oude fiets te klauteren. Door zijn roze leiderstrui te combineren met de oranjekleurige helm en overschoenen van de Rabobank-ploeg heeft Menchov in de ogen van de modebewuste Italianen een misser begaan, maar Hendriks behoedt de Rus op tijd voor een échte miskleun: het vergeten van de afgesproken fietswissel. Terwijl Di Luca ineens het gevoel krijgt dat hij zijn Giro-titel uit 2007 kan prolongeren, duwt Vincent Hendriks uit alle macht de op zijn reservefiets gestapte Menchov aan. De tifosi houden hun hart vast. De tijd tikt door.

Nog geen tien seconden na zijn val zit de klassementsleider wonder boven wonder al weer in het zadel en nog eens tien tellen later heeft de Rus zijn nieuwe fiets in de juiste versnelling geschakeld. Adrenaline en wilskracht zijn een uitstekende remedie tegen schrik en pijn. Zelden zijn een valpartij en haar gevolgen zo snel uitgewist als op de laatste zondag van mei in 2009. De dagzege in de tijdrit kan Menchov dan wel vergeten, die gaat naar Konovalovas, maar ondanks de val snelt de rozetruidrager toch naar een fraaie tiende plaats in de etappe-uitslag. Vierentwintig tellen geeft hij toe op de etappewinnaar. Het is ongeveer de tijd die Menchov heeft verloren met zijn val. Het verschil met Di Luca is in de tijdrit nog altijd eenentwintig seconden in het voordeel van de Rus. De adrenaline spuit uit Menchovs oren als hij direct na de finish van zijn fiets springt en op de ploegleidersauto van Rabobank afsnelt. Opnieuw komt er iemand als een duveltje uit een doosje uit de wagen gesprongen. Nu is het niet Vincent Hendriks, maar Erik Breukink. De oud-renner, die drie keer op rij zijn kansen om de Giro te winnen liet glippen, sluit zijn uitgeputte maar dolblije pupil in de armen. Adri van Houwelingen heeft de ploegleidersauto net na de finishlijn stil gezet en voegt zich bij het zichtbaar geëmotioneerde duo. Koersofficials nemen de kersverse Giro-winnaar vervolgens in beslag en escorteren hem naar het erepodium. Na Jevgeni Berzin in 1994 en Pavel Tonkov twee jaar later is Denis Menchov de derde Rus die de Ronde van Italië wint. Opluchting en vreugde verdringen de paniek die zich in de afgelopen minuten meester had gemaakt van de lichamen van Breukink en Van Houwelingen. Enkele Di Luca-fans zetten hun gevoelens van chauvinisme en teleurstelling om in boegeroep. Ze krijgen bijval van het Colosseum, dat de grieven met haar kalkstenen muren nog eens overdrijft. In de verte draait een man op een tijdritfiets het laatste rechte stuk naar de aankomst op. Het is Vincent Hendriks.

Terwijl de mecanicien zijn longen uit zijn lijf rent om Denis Menchov terug op snelheid te brengen, trekt Adri van Houwelingen in een reflex de ploegleidersauto van Rabobank weer in gang. Zonder Hendriks. En zonder de fiets waarmee Menchov zojuist onderuit is geschoven. Zodra de rozetruidrager zijn weg op eigen kracht vervolgt mag de nog nahijgende mecanicien zich over het rijwiel ontfermen. Hendriks kijkt onderzoekend naar de Giant, legt de afgelopen ketting op zijn plaats en concludeert vervolgens dat er niets beschadigd is. Hij klimt op het zadel en legt de laatste zeshonderd meter van de Giro van 2009 op de fiets van Denis Menchov af. Onder begeleiding van de carabinieri, die geduldig wachten tot het parcours weer helemaal vrij is. Terwijl Menchov zich naar het podium laat begeleiden om als eindwinnaar van de Giro van 2009 een laatste verse roze trui in ontvangst te nemen, rijdt de man, die daar dankzij zijn meer dan kordate optreden een belangrijk aandeel in heeft, met een brede grijs over de Via dei Fori Imperiali in Rome. Vincent Hendriks, The Hero Of The Giro.

Noot: later zou de eindklassering van zowel Danilo di Luca als Franco Pellizotti, de nummer drie, worden geschrapt. Di Luca testte tijdens de Giro tweemaal positief op cera, terwijl Pellizotti na afwijkende bloedwaarden een jaar later zijn podiumplek alsnog moest inleveren.

Vincent de Lijser