Wegen zijn er al sinds de Romeinen terug wilden naar hun hoofdstad. Ooit is er besloten om die wegen een naam te geven. Wel zo gemakkelijk, om de communicatie te vergemakkelijken. (In plaats van “bij die derde boom moet je naar rechts”.)

Veel namen zeggen ons niks. Het hangt allemaal af van wat je zoekt of wat je interesseert. Zo zullen in ons gezelschap van koersliefhebbers de oogjes wel gaan glimmen als namen klinken als de Carrefour des Arbres, de Via Santa Catalina, de Rue des Chapelles of de Broektestraat.

Een ander zou er echter gewoon kunnen wonen, lekker anoniem, op huisnummer 2 bijvoorbeeld, mooi op de buiten, of eventueel in een loft. Velen zullen niet opkijken als je hun je adres doorgeeft. Maar dat zijn dan ook niet-wielerliefhebbers, die kampen met de leegheid van hun levens.

Het hoeven ook niet altijd hellingen te zijn. Aankomststroken die klinken als een klok: Boulevard de la Sauvenière (wie kent ‘m nog?), Avenue de la Grammont, de Via Roma…

Wielerrecreanten, die de koers op amateurniveau praktiseren zullen vaak niet weten onder welke naam de weg waar je overheen fietst bij het kadaster staat geregistreerd. Zij hebben logischerwijs meer oog voor de putten in het wegdek, of de vogel in het weiland dan het straatnaambordje.

Zo moest een volger van mij op Strava mij erop attenderen dat ik geregeld over de Wylerbaan (een naam als een klok) fietste. Op zich wel logisch die naam, het is de naam van de weg van het Duitse grensplaatsje Wyler naar Groesbeek of andersom.

Zo niet de Kartenspielerweg, iedere recreant hier in de contreien van het Rijk van Nijmegen kent die naam, en het weggetje sowieso. De pakweg 7 kilometers dansen en wiegen lichtjes op en neer, als kabbelend water, in een heerlijk ritme, een tango met je renpaard, niet zwaar, tot op het laatst als je het Reichswald verlaat een knik opdoemt, als een door de hitte kromgetrokken golfplaat.

Flora en fauna etaleren zich onderweg. Everzwijnen die de berm hebben omgewoeld.  Varens die de weg omzomen. Klaroenstoten van de boomklever. Een geluksvogel ziet voor zijn neus een reetje  schielijk oversteken.

Voor zover ik weet heeft er nooit een professionele competitie plaatsgevonden. Voor de lokale recreant is het echter een iconisch stukje koers. Een vaak onvermijdelijke doorsteek, op weg naar of net vertrokken van huis. De reden zal naast de schoonheid ook het feit zijn dat de weg vrij is van autoverkeer, heel belangrijk!, exclusief vergunninghouders (Forstwirtschaftlicher Verkehr frei). En allicht ook de raadselachtige naam.

Maar waarom dan Der Kartenspielerweg?

De weg als ontsnappingsroute, of als behouden vaart huiswaarts. Der Kartenspielerweg, tussen de Gocher Strasse en het Ortschaft Grafwegen. Grafwegen, schampend aan Nederland, is dan weer beroemd vanwege boscafé Merlijn, voorwaar nog een reden voor de populariteit van de weg.

Merlijn, vh. Fritz Kwartier daarna Gasthaus Deutsches Eck

Het toeval wil dat ik naast recreant-fietser ook recreant-bridger ben. Voor wie het niet weet: bridge is een kaartspel. De fascinatie is dan al snel gewekt. Tijd voor een onderzoekje.

Dit is het resultaat. Het weggetje heette eerst de Koedrift. (Kuhdrift zo het de andere kant van de grens beliefde, Nederlands en Duits vervloeiden in het grensgebied.) Het waren Nederlandse boeren die er hun koeien lieten grazen.

In de aanloop naar de Wereldoorlog II veranderde het lokale bestuur van de nationaal-socialisten de naam in Kartenspielerweg, volbloed Duits. Deze naam circuleerde al in de volksmond. Het verwees naar de groepjes werkloze Groesbekers die vooral ’s avonds een hangplek hadden gevonden, op deze wat obscure doorgangsweg, in de schemer van de openbaarheid. Er werd gedronken, er werd geroken, en er werd een kaartje gelegd (welk spel dat zegt de saga niet). Ook werd er florerende smokkelhandel bedreven.

Ja, ik had gehoopt op een groter verhaal. Iets met bridgers die graag fietsen, of andersom. Ja, de werkelijkheid is vaak saai, te plat voor onze dromen. Maar goed, ik ben (behalve fietser annex kaartspeler) ook schrijver, gelukkig maar, dus mag ik ook verzinnen. De werkelijkheid een beetje helpen, een beetje interessanter maken. Dus aan de slag. De fantasie aan het werk gezet.

In de Kommandatur in Goch heeft de Obersturmbanngruppengauleiter die ochtend zijn Feldwebel Müller uit Grafwegen verordonneerd.

“Guten Morgen Herr Obersturmbanngruppengauleiter.” De hakken van de stiefellaarzen klakken hard tegen elkaar. Müller neemt zijn dienstpet af, en houdt die strak vast voor zijn buik.

“Guten Morgen, Feldwebel Müller, setzen Sie sich.”

De Feldwebel neemt plaats aan de lange eiken tafel. Hij kijkt recht uit op het onvermijdelijke portret van Der Führer.

De Obersturmbahngruppegauleiter bladert door wat losse papieren. Hij neemt het woord.

“Also, das Reichsministerium hat mich gebeten, einige strukturelle Änderungen hier im Bereich Goch durchzuführen. Dafür brauche ich Ihre Hilfe.”

Hij richt zich tot de Feldwebel. Die knikt gedienstig, zijn dienstpet nu op schoot.

“Um das Dritte Reich endgültig zu etablieren, müssen wir einige zusätzliche Massnahmen nehmen. Dazu gehören auch alle Strassennamen im Grenzgebiet mit den Niederlanden. Es gibt da diesen Verbindungsweg durch den Reichswald. Wie heiβt er, Kuhdrift oder so. Feldwebel Müller, was machen wir damit?”

“Verzeihen Sie mir, Herr Obersturmbannführergruppengauleiter, ich habe einen Vorschlag. Jeden Abend gibt es da abends ein paar betrunkene Leute, die sich dort mit Kartenspielen die Zeit vertreiben.”

“Ja, und was soll ich damit?”

“Ich schlage vor, diesen Weg nach diesen Leuten zu benennen.”

“Wie meinen Sie?”

“Wir nennen ihn den Kartenspielerweg, Herr Obersturmbannführergruppen-gauleiter. Ich denke, das wird die Leute aus der Gegend van Groesbeek beruhigen.”

“Jaja, ich verstehe. Da gibt es ja wahrscheinlich noch einen bolsjewistisch-zionistischen Clan.”

De Obersturmbannführergruppengauleiter humt wat, steekt een sigaret aan, neemt een trek, blaast rook in de lucht, draait zich om richting Der Führer, draait zich terug, en zegt:

“In Ordnung, gute Idee, Feldwebel Müller. Erledigen Sie das sofort. Sie können jetzt abtreten.”

“Jawohl, Herr Obersturmbannführergruppengauleiter. Sieg Heil!”

“Feldwebel Müller, befehlen Sie den Kommis in der Ortschaft das Schmuggeln auszumerzen und zwar sofort. Oh, und bevor ich es vergesse, Feldwebel Müller. Platzieren sie auch gleich die Strassenschilder, so dass die Leute sofort wissen, worum es geht.”

“Jawohl, Herr Obersturmbannführergruppengauleiter! Sieg Heil!”

En zo geschiede het.

Hoe ging het dan verder?

Na der Krieg was alles kaputt, ook het Ortschaft Grafwegen moest van de grond af opnieuw opgebouwd worden.

Tijdens het bestaan als Koedrift was het pad nog geflankeerd door weides. Tijdens de oorlog werden er landingsstrips aangelegd, sommige gekruist. Enkele sporen zijn als je er fietst nog traceerbaar.

Na de oorlog vond de wederopbouw plaats, al ging dat moeizamer omdat de Duitsers geen Marshall-hulp hadden en eerder de lasten van herstel ondervonden. Naast de huisrestauratie betrof dat de aanplant van bossen. Begin jaren ’60 werd het bospad geasfalteerd, Goch zag het belang als doorgang door het Reichswald. Later (jaren ‘80) werd Grafwegen geherindeeld bij Kranenburg. Het belang van de weg verminderde, en het Forstamt besloot de weg af te sluiten voor autoverkeer (zoals gezegd uitgezonderd vergunninghouders als de kastelein van boscafé Merlijn). Er kwamen barelen om te voorkomen dat onverlaten vuilnis gingen storten bij de doorgang waar ooit een smalspoor liep, essentieel voor de logistiek ten tijde van het conflict.

Het enige wegbeheer waar het Forstamt nog geld voor overheeft betreft het jaarlijks strooien van de Rollsplit.

Einde verhaal. Kortom, een nogal non-descripte banale reden voor een naam, of zie ik het verkeerd, had ik soms te hoge verwachtingen? Helaas, soms is de werkelijkheid gewoon heel saai. Aan ons, wielerrecreanten, de opdracht er iets moois van te maken.

Een keer per jaar zou je een herdenking kunnen organiseren. Tijdens de Walpurgisnacht bijvoorbeeld, een bridgedrive ergens halverwege de weg, in al dan niet beschonken staat, wel op de fiets komen!

P.S. Volgende opdracht: waarom heet de Vogelsang (klein weggetje 0,4 km – 3,3%, net over de grens achter Wyler) de Vogelsang?

Kartenspielerweg

Met dank aan informant Hendrik-Jan Janssen, voormalig uitbater van boscafé Merlijn.

Marc Peeters