Je ziet ze zo vaak. Groepjes renners op zondagochtend. Snelle fietsen, nauwe pakjes, gladde benen. Allemaal eender. De serie ‘Waarom wij fietsen’ gaat over zulke renners, fictief bijeengebracht. Onder de gelijkheid van de koersliefde ontdek je al snel het verschil. Ieder heeft zijn unieke redenen om te gaan fietsen. Hier de reden van Herman van der Zandt, de tiende renner uit deze door het toeval bijeengebrachte groep van 13 fietsers.
Herman van der Zandt is journalist en presentator van onder andere het NOS journaal en De Avondetappe.
‘De passie voor het wielrennen, dat is iets jeugdigs,’ vertelt van der Zandt. ‘Iets dat je in je vroege jeugd opdoet. De fascinatie van op straat fietsen. Je stuur omdraaien, rondjes om het blok rijden en kijken wie het snelst is. Dat zat er bij mij al snel in. Op het moment dat ik iets ouder werd deed ik meer gezelligheidssporten, zoals voetbal. Fietsen niet zo. Ik vond dat toch meer een sport voor oudere mannen.’
De presentator valt nog niet in de categorie oude mannen, maar zit tegenwoordig toch regelmatig op de velo. Wat is er gebeurd? ‘Je moet worden meegenomen door iemand. Een vriend die zegt, kijk eens hoe leuk dat fietsen eigenlijk is. De verhalen van de profs spelen daar ook in mee. Er waren vroeger wel dagen dat je niets te doen had, en hele Touretappes keek. En dat je criteriums bezocht. Maar om het zelf te gaan doen, moet je vrienden hebben die vertellen over afzien, over de Stelvio. Zodat je denkt van ik moet mee met die gasten, daar gebeurt iets. Je ziet hun fitheid ook. Ik had altijd wel een racefietsje staan hoor, maar ik deed er weinig mee. Dat is nu veranderd, het is een passie geworden. Ik zoek echt naar momenten waarop ik even kan fietsen.’
‘Het is de lol om elkaar,’ vervolgt van der Zandt wanneer hem gevraagd wordt te beschrijven wat dat fietsen speciaal maakt. ‘Je kunt er eindeloos over praten. Iedereen maakt wat anders mee. Neem bijvoorbeeld een zware tocht. Dat is iets waar je samen naartoe leeft dus dat schept een band. Maar het is ook best nog serieus, op de dag zelf. Mensen hebben gewoon zenuwen van, dit is de wedstrijddag, we gaan laten zien wat we waard zijn! Ik ben competitief ingesteld, en bij sport kun je je heel direct meten. Ik word daar wel gelukkig van. Wat voor auto iemand nou rijdt of zo dat interesseert me geen lor, maar op de fiets wil ik wel altijd winnen, dat is dan belangrijk op dat moment.’
Ik vraag Herman of die druk om te presteren, die zenuwen, een vervelend aspect aan de sport zijn. Het tegendeel blijkt eerder waar. ‘Dat maakt het juist leuk. Het gedoe van ‘hoeveel bar doe jij erin’, en ‘toch nog extra olie’. Je maakt elkaar nerveuzer en het gaat natuurlijk nergens meer over, maar tegelijkertijd valt er wel heel veel lol te behalen. De geheime trainingen, die je niet op Strava zet. Niemand heeft natuurlijk ook getraind, en iedereen is niet helemaal fit. Die nervositeit gaat er in de loop van de jaren wel af. Maar die spanning van ‘we gaan zo lang klimmen en wie blijft bij wie, en kan ik Pietje lossen’, dat blijft.’
En wat is jouw verhaal? #waaromwijfietsen
- Waarom wij fietsen (11/13): Léon Geuyen - 04/07/2018
- Waarom wij fietsen (9/13): Koene Rem - 27/06/2018
- Waarom wij fietsen (8/13): Joop Zoetemelk - 19/06/2018