Komend weekend gaat de Tour van start, meneer. Gaat u kijken?
De Tour? Voor wie zou ik moeten kijken? Froome wint en De Belgen doen niet mee.
Zestien Belgen staan aan het vertrek, meneer. Het is al van 2001 geleden dat we nog met zoveel waren!
Ze zullen er voor spek en bonen rondrijden. Neen, ik doe mezelf de ontgoocheling niet aan!
De traditionele wielerkriebels die de Belg in het voorjaar in zijn greep hebben, maken tijdens het grootse wielerfeest van het jaar plaats voor een flinke dosis scepticisme. Net als in elke sport is ‘succes’ in de koers de parameter der parameters. Volksheld Lucien Van Impe was in 1976 de laatste Belgische winnaar van La Grande Boucle. Vijf jaar later was de Kleine van Mere de laatste Belg op het Tourpodium. Sindsdien konden de Belgen zich optrekken aan top 10-plaatsen van Claude Criquelion, Axel Merckx en nog recenter Jürgen Van Den Broeck, maar een Belgische kandidaat-eindwinnaar is nooit opgestaan. Het ontbreekt de Belgische wielerfan aan herbruikbare superlatieven voor een Tourwinnaar – of iemand die daar de karaktereigenschappen, uitstraling en kwaliteiten van bezit. Met Louis Vervaeke, Bjorg Lambrecht, Harm Vanhoucke en Steff Cras staan enkele begiftigde jongeren klaar om de leemte op te vullen, maar zij moeten hun grote talent nog bevestigen. De weelde in het Nederlandse wielrennen, met Tom Dumoulin als hét uithangbord, is te benijden.
Ondanks de zwartkijkerij zijn er voldoende redenen om uit te kijken naar de prestaties van de Belgen. Het aantal – zestien verspreid over acht teams – weerspiegelt de algemene waardering voor de Belgische renner, enkel the usual suspects Frankrijk (39) en Italië (18) zijn beter vertegenwoordigd. Julien Vermote, Dimitri Claeys en Jürgen Roelandts zullen allicht geen topresultaten neerzetten, maar zijn wel gerespecteerde pionnen in de lead-outtrein van respectievelijk Marcel Kittel, Nacer Bouhanni en André Greipel. Serge Pauwels en Thomas De Gendt werden door de Tourorganisatie al genoemd als favorieten voor de bolletjestrui. Vorig jaar vocht het duo een beklijvend duel uit tijdens de ingekorte etappe naar de Ventoux – De Gendt trok aan het langste eind en bezorgde België zijn tweede ritzege. Het nummer drie uit de Giro 2012 etaleerde zijn kunde in de voorbije Dauphiné, waar hij na winst in de openingsetappe vijf dagen de gele trui droeg. De Stille van Semmerzake heeft een reputatie als rittenkaper opgebouwd, maar sprak ook zijn ambitie uit om de concurrentie met Thibaut Pinot aan te willen gaan voor de bollen.
Liefst zes Belgen, waarvan vier uitkomen voor het debuterende Wanty-Groupe Gobert, maken hun Tourdebuut. Pieter Vanspeybrouck (wat een geweldige naam!!), Guillaume Van Keirsbulck (zowaar nog mooier), Frederik Backaert (‘Bakaarrrt’ zul je de Franse commentatoren horen zeggen) zullen heel vaak kiezen voor de vlucht van de dag. Claeys rijdt zich wellicht de longen uit het lijf voor Bouhanni. Tiesj Benoot, twaalfde (!!) in de Dauphiné, en Thomas Degand zijn outsiders om samen met Serge Pauwels en Thomas De Gendt te vechten voor een zege in de Vogezen en de Jura. Vooral de ontwikkeling en het recuperatievermogen van multitalent Benoot, die hoopt de witte trui te dragen na de etappe naar La Planche des Belles Filles, zal ik met argusogen volgen.
De zwaargewichten in de Belgische delegatie zijn olympisch kampioen Greg Van Avermaet, ex-wereldkampioen Philippe Gilbert en kersvers Belgisch kampioen Oliver Naesen. Tijdens het voorjaar lieten zij ons meermaals proeven van een herboren wielerconcept: aanvallen, aanvallen, aanvallen. De verwachting is ook dat ze met die aanvalslust aan de start zullen staan in Düsseldorf. Net als Tim Wellens, die in de eerste week in zijn sas zal zijn gezien de slechte weersvoorspellingen, en Jan Bakelants mikken zij op dezelfde etappes, waardoor een beklijvend Belgisch onderonsje zich aankondigt in ritten 3,5,8,14 en 15.
Hoewel we in de klassementen nog amper iets voorstellen, beschikken de Belgen over een uitstekend contingent aanvallende renners. Ik roep ook op om daarvan te genieten. Laat ons op de banken gaan staan wanneer Van Keirsbulck zondag in eigen land de bolletjestrui verovert, laat ons gekluisterd achter de televisie blijven zitten wanneer De Gendt het hazenpad kiest en laat ons zonder terughoudendheid luisteren naar de geschiedkundige verhalen van Michel Wuyts over Tom Boonen. België bevindt zich in de zeldzame positie dat elke overwinning mooi meegenomen is. Voor de Britten (gele trui Froome, Cav 34e ritzege), de Fransen (podium Bardet, bollen Pinot, groen Démare), de Italianen (podium Aru), de Duitsers (8 ritzeges met Kittel, Greipel, Tony Martin en Degenkolb), de Aussies (geel Porte) en de Spanjaarden (Contador en Valverde podium) voorspel ik nu al een gigantische teleurstelling. Zij worden elk jaar immers verwend, de verwachtingen van het volk liggen niet meer in lijn met de mogelijkheden. Dit jaar kunnen de Belgen, maar ook de Nederlanders vol hoop naar de Tour kijken. Misschien worden we dan wel opnieuw betaald in tranen van geluk, zoals Gert Steegmans ons geduld in 2008 beloonde met een koninklijke spurtzege op de Champs-Élysées. Of misschien wordt de Belgische onderneming wel een onvoorstelbare chasse patate. Maar aanvallen zullen onze helden. En de minzame Belg zal ondanks een gebrek aan kasseien, klassementsrenners en sprinters trouw kijken. Al is het maar om de tijd in aanloop naar het voorjaar te doden.
- Wat kunnen de Belgen? - 30/06/2017
- Peter Sagan mist afspraak met wielergeschiedenis - 01/03/2017