Wie de koers volgt via Sporza (en waarom zou je dat niet doen?) bleef jarenlang op de hoogte dankzij ‘de chrono’ van André Meganck die de tijdsverschillen tussen renners met de stopwatch klokte. Meganck was uniek, bekend van het wielercommentaar zonder ooit een woord te zeggen.

In 1974 begon Meganck als chauffeur bij de Vlaamse omroep BRT. Al snel werd hij gevraagd om de verslaggevers en cameralieden rond te rijden tijdens wielerwedstrijden, dat beviel de jongeling uit Vlierzele zo goed, dat hij nooit meer is weggegaan. Niet bij de omroep en niet bij het wielrennen.

Door zijn lange staat van dienst (39 Tours, 26 Giro’s, 13 Vuelta’s, 40 WK’s, ontelbare klassiekers en zes Olympische Spelen – doet Smeets hem dit eigenlijk na?) en ontelbare contacten heeft Meganck nogal wat te vertellen. En dan is een boek met sappige anekdotes meer dan gerechtvaardigd.

__utf-8_b_qw5kcsopie1lz2fuy2sgmiaotfiplmpwzw____Meganck mocht dan nooit veranderen van werkgever, zijn takenpakket veranderde wel. Van chauffeur groeide hij langzaam uit tot fixer, iemand die ervoor zorgde dat alles wat er voor de uitzending nodig was voor elkaar kwam. Belangrijk onderdeel daarbij was om renners van finish naar commentaarpositie te loodsen. Je mocht hem dan misschien niet horen, je zag hem na de eindstreep wel geregeld met zijn arm om de Belgische en/of winnende renner richting commentatoren rennen.

En dan was er nog het regelen van de verbindingen, het volgen van de Tourradio om de commentatoren van extra informatie te voorzien, zijn immense netwerk van renners, ploegleiders en volgers die nieuwtjes konden doorspelen of moesten worden geïnterviewd. Meganck werd een manusje van alles op wie de Belgische commentatoren blind konden varen.

In zijn carrière waren die commentatoren Fred de Bruyne, Mark Vanlombeek en Michel Wuyts, met de nodige sidekicks (José!), gasten en andere presentatoren (Lieven, Karl, Carl, Renaat en velen meer).

Meganck steekt niet onder stoelen of banken dat hij het commentaarduo Mark Vanlombeek en Mark Uytterhoeven het beste vond én het prettigste om mee te werken. Dat doet je gelijk afvragen wat Meganck van de huidige presentatoren vindt, zijn stilzwijgen daarover in dit boek is veelzeggend.

Er komen veel presentatoren en renners (Cancellara. Merckx, Nys, Maertens, Van Impe en Museeuw) aan het woord om hun bewondering voor Meganck te uiten. Maar nergens een lovend woordje van Wuyts. Ook andersom niet. Meganck noemt bij voorkeur zijn voornaam niet, geeft enkele voorbeelden van egoïstische acties van Wuyts en besluit het boek met de mededeling dat de spanning in de Sporza-commentaarbox de laatste jaren te snijden was.

Je zou er graag meer over lezen, maar overal in het boek blijkt hoe hondstrouw Meganck aan de omroep is. Zelfs na zijn pensioen bevuilt hij zijn eigen nest niet.

am

De memoires van Meganck bevatten een berg aan leuke anekdotes. Soms wat hoekig opgeschreven, waarbij er nogal wat taalfoutjes zijn blijven staan, maar ook wel zo dat je door het boek heenvliegt.

Daar kan de Sporzakijker mooi de tijd mee vullen tot het wielerjaaroverzicht er is.

Alex van der Hulst