Philippe Gilbert heeft geen zin in de Hamburgse Vattenfall Classic, dit weekend. Ik ook niet.
Voor elke klassieker maak ik mijn agenda vrij. Niet voor deze. Niet dat ik die voormalige HEW Classic klassieker wil noemen trouwens, mijn eigen rondje Amerongen zou nog eerder in aanmerking moeten komen voor die status. Natuurlijk, Parijs-Roubaix en Luik-Bastenaken-Luik bestonden ooit óók maar vijftien jaar.
Een paar jaar geleden was ik toevallig in Hamburg tijdens die HEW Classic. De organisatie deelde hele irritante ratels uit. Het toen nog massaal toegestroomde publiek ging er enorm mee tekeer, bij elke stemverheffing van de speaker. Die had er ook al geen verstand van. Schreeuwde al zodra er een politiemotor voorbij kwam.
Hij had goed geluisterd naar Duitse tv-commentatoren, die toen nog live verslag deden van de Tour. Alles benoemen, liefst met stemverheffing, alsof een koers vier uur lang boeit, liefst ook steeds een fractie van een seconde te laat.
Toen ze er als laatste bewoners op aarde achter kwamen dat één van de meest spannende facetten binnen deze sport doping heet, vonden ze het tijd voor een über-moreel gebaar: ze stopten met uitzenden.
Die middag zag ik evenveel koersverloop als tijdens een kermiskoers. Eén lang lint van renners, ronde na ronde. Géén koersverloop. Niet omdat de Duitsers het toch niet zouden begrijpen, nee, vanwege het parcours.
Er is één geforceerd ingepast klimmetje, daarna komt alles weer bij elkaar. Er demarreert eens wat en de sprint is zelden spectaculair. Het zal de meeste renners een zorg zijn, na een hectische periode van Tour en de aansluitende -echte- criteriums. De hele koers lang zweven ze over obstakelloze driebaanswegen. Tot de laatste kilometer. De organisatie bedacht dat het leuk is om die middenin een krap winkelgebied te leggen. Zoals wielerbobo’s van de UCI ooit bedachten dat het leuk is Duitsland een eigen klassieker te geven. Mocht Currywurst-Imbiss Harrie zich melden om de sponsoring over te nemen, dan noemen ze de wedstrijd volgend jaar gewoon zo.
Een mooie erelijst hebben ze wel, geen topcoureur van het afgelopen decennium ontbreekt. Het minst interessante deel van het wielerseizoen krijgt de wedstrijd die het verdient, met veel te mooie winnaars.
Als ik toch zou kijken, dan supporter ik voor een waardige opvolger van de eerste winnaar in 1996: Rossano Brasi. Nog vijf van zulke namen op de erelijst en wie weet is het dan de Dutch Food Valley Classic die volgend jaar de klassiekerstatus mag overnemen.
Maar misschien ook komen de Duitsers erachter dat wielrenners rode stoplichten negeren tijdens de koers en trekken ZDF en ARD de stekker eruit. Tot dat moment klinken die schelle, eenvormige ratels in mijn oren.
Misschien ook verdient mijn chagrijn een betere verklaring. De Vuelta is amper begonnen, Lombardije nog ver weg. En toch is Hamburg ieder jaar een eerste, onverbiddelijke aankondiging op een meestal nog warme zomerdag: het wielerseizoen loopt ten einde. Donnerwetter.