Op 27 mei eindigt de Giro in Rome. Hij gaat dit jaar van de heilige stad Jeruzalem naar de heilige stad Rome. Het is vierde keer dat de Italiaanse rittenkoers eindigt in de hoofdstad. Vaak laat de route de eeuwige stad links liggen op weg naar de Gran Sasso en andere ‘grote stenen’ in Midden-Italië.
De vorige keer in Rome kunnen Nederlandse wielervolgers zich vast nog herinneren. Voor een regenachtig Colosseum viel Denis Mentsjov, maar wist de Rabobankploeg toch haar tweede grote ronde te winnen. Destijds was de reden voor een bezoek aan Rome het honderdjarig bestaan van de ronde.
In 1950 won ‘mooie’ Hugo Koblet de ronde in Rome na een lange etappe uit Napels. Oresto Conte pakte de ritwinst. De derde Ronde van Italië in 1911 was de eerste die in Rome eindigde. In twaalf etappes, vooral via de grote steden, ging de ronde van Rome naar Rome. Galetti won het eindklassement voor de tweede maal, nadat hij in Bari twee dagen eerde het roze had veroverd. Hij zou in 1912 weer zegevieren. Corlaita won de laatste etappe, wederom Napels-Rome.
Dit jaar wordt het niet zo spannend als in 2009, aangezien het ene typische ‘galaetappe’ is, tien rondjes door het centrum van Rome. Na 11,5 km komt men steeds uit op het Piazza del Popolo, het neo-klassieke plein genoemd naar zowel de populieren als het volk. Het eindigt met waarschijnlijk een sprintduel – en hopelijk een hernieuwde kroning van keizer Dumoulin.
De reacties in Rome waren lauw. ‘We krijgen dan tenminste wat verse bestrating’ was op Roma Today te lezen. Wielrennen is namelijk in het midden en zuiden van Italië een stuk minder populair dan in het noorden. Toen ik ten tijde van Omloop het Nieuwsblad in een besneeuwd Rome aankwam, kon niemand mij vertellen waar ik de koers kon kijken, zelfs niet bij een Romeinse wielerclub op Strava.
Rome staat dus niet bekend als wielermekka. Voor de Olympische Spelen in 1960 werd er uiteraard een Velodroom gebouwd. Het lag in het EUR, de voor Mussolini ontworpen zaken wijk in het zuiden van de stad. In 2008 werd het gesloopt. Er ligt nog wat hout van de baan op het terrein, anno 2018. Centraler in de stad ligt nog de Via del Velodromo Vecchio, waar een authentieke Romeinse Osteria de herinnering aan de baansport levend houdt op de plek waar in het begin van de vorig eeuw een wielerbaan stond.
Dit jaar bestaat de wielertak van AS Roma 90 jaar. Ze leverden onder meer de Olympisch Kampioen van 1932 in Los Angeles af. Het is vooral een tourclub, wel met schitterende shirts, net als de voetbalclub. Inmiddels ben ik als Romafan ook aangesloten. Ook SS Lazio heeft, als omnisportclub, een wielerafdeling, waar zelfs Coppi nog even lid van is geweest.
De Ronde van Lazio was een semi-klassieker die tot van 1933 en met 2008 jaarlijks werd georganiseerd. In 2013 en 2014 keerde hij terug, met hulp van Giro-organisator RCS als de Roma Maxima. Ze deed ook een aantal jaar dienst als het nationale Italiaanse kampioenschap. Er waren ideeën om de oude Via Appia, de oudste kasseistrook ter wereld, integraal onderdeel te maken van de koers, maar daar is de afgelopen jaren weinig van vernomen.
Beroemde Romeinse wielrenners zijn er dan ook weinig. Alessandro Proni reed een paar jaar geleden voor Vini Fantini. Chiappini Pietro was een knecht van Coppi en later voorzitter van de wielerafdeling van Roma.
Toch wordt er meer gefietst in Rome dan vroeger. Voor een deel door toeristen, en voor een deel door dappere stadsbewoners. De in Nederland verguisde o-bike is op veel straathoeken inmiddels te vinden, en op zich zijn de heuvels in Rome prima te doen.
Steeds vaker zie je ook in Rome ‘fiets & koffie’-tenten oppoppen door echte liefhebbers, zoals Cycling Cafe Italia. Het internet zorgt ook dat de fietsers elkaar makkelijker vinden en kunnen helpen.
Vanuit de randen van de stad in zijn er natuurlijk schitterende routes te doen, naar Tivoli, over de Via Appia Antica, Villa Doria Pamphili, langs de Tiber en nog veel meer. Tijdens de giro was er zelfs een door Nederland gesponsord fietsfeest langs de Tiber: BiciRoma.