Site pictogram HET IS KOERS!

Wielrenster van het Jaar: Splits die prijs!

Op 14 april 1969 gebeurde er tijdens de uitreikingen van de Oscars iets merkwaardigs. Toen de winnares van de Oscar voor Beste Vrouwelijke Hoofdrol werd genoemd, werden er twee namen genoemd, in plaats van één. Katherine Hepburn en Barbara Streisand deelden de prijs. Het was voor het eerst in de geschiedenis van de filmprijs dat twee personen hetzelfde aantal stemmen hadden gekregen.

Vanavond wordt er ook een prijs uitgereikt. In Sporttempel Maaspoort in Den Bosch worden de beste wielerprestaties van het afgelopen jaar gevierd en geëerd. Dankzij de grote prestaties van het afgelopen jaar doet zich bij de vrouwen een situatie voor die doet denken aan de Oscars van 1969. De rollen van de twee actrices worden vertolkt door Anna van der Breggen en Annemiek van Vleuten. Allebei kunnen winnen, en zouden de prijs verdienen. Het drijft journalisten er zelfs toe een muntje op te gooien om de vraag te beantwoorden wie Wielrenster van het Jaar zou moeten worden.

Allebei een wereldtitel. De een de grote etappekoersen. De ander vrijwel alle grote eendagswedstrijden. Afgezien dan van die ene grote wedstrijd La Course. Daar werd ze in de allerlaatste meters geklopt. Inderdaad, door die ander. Een Head-to-Head-test om de rensters te vergelijken geeft een uitslag die vrijwel 50-50 is. Allebei een sloot aan overwinningen en ereplaatsen. Negen keer stonden ze samen op het podium afgelopen jaar. Annemiek van Vleuten staat formeel bovenaan met 1923.86 UCI-punten. Anna van der Breggen komt kort daarna met 1912 UCI-punten. De eerste volgende renster (ook al een Nederlandse!) komt op enige afstand met 1764.88 punten. Het maakt duidelijk dat deze twee rensters op de weg boven de rest uitsteken, maar zeer aan elkaar gewaagd zijn.

Dan los van de cijfers en kijkend naar de verhalen. Dat maakt de keuze helaas niet eenvoudiger. Ook hierbij kan iedereen een goede argumentatie vinden voor zijn eigen favoriet. De een zal beginnen over het grote talent dat nu tot volle wasdom komt en eindelijk goud wint, na zes keer zilver op een WK. Over het afmaken met grote afstand op de rest, juist in een koers dat iedereen op je wiel zit omdat je huizenhoog favoriet bent. De ander raakt niet uitgepraat over hoe knap de comeback is na de zware val en het verloren Olympisch goud. Over hoe goed en gretig je moet zijn om op relatief latere leeftijd nog zo gemotiveerd te zijn, en zoveel te winnen.

Het is niet voor niets dat bij de nominatie voor de Sportvrouw van het Jaar geen keuze voor een van de rensters gemaakt werd. Normaliter is er ruimte voor drie genomineerden, maar vanwege dit bijzondere evenwicht werd het uitgebreid naar vier. Het is Scylla en Charybdis, een Salomonsoordeel of welk ander cliché je aan een duivels dilemma kan geven. Hoe langer je erover nadenkt, hoe lastiger het wordt.

Mochten ze echt er niet uitkomen, omdat de keuze simpelweg te moeilijk is. Dan breng ik graag Kirsten Wild onder de aandacht. Zij haalde dit jaar drie wereldtitels op de baan, en nog een keer zilver. Daarnaast pakte ze twee Europese titels op de baan, en vijf overwinningen op de weg. Een prestatie die dreigt onder te sneeuwen omdat de weelde in het hedendaagse vrouwenwielrennen zo overweldigend is.

Waar twee vechten om een been, gaat misschien de derde ermee heen.

Mobiele versie afsluiten