Herkent u dit tafereel? U zit in de wachtkamer van de fysio/huisarts/tandarts. Op de achtergrond het muzikale behang van Sky Radio, aan de muur een flatscreen waarvan het geluid is uitgeschakeld. Op een formicatafel liggen wat oude tijdschriften uit de leesmap van twee jaar terug en in een hoek staat een curverbak vol smoezelig speelgoed. In precies zo’n wachtkamer zat ik vanmiddag te wachten op mijn fysiotherapeut. Om de tijd te doden pakte ik mijn telefoon.
Eenmaal thuis gaat de ijszak weer op de knie en pak ik mijn aantekeningen van een paar maanden geleden erbij. Voor Wielerland Magazine sprak ik Wilco Kelderman vlak voor en tijdens zijn debuut in de Tour Down Under. De ambitie spatte ervan af. Binnen vijf tot zes jaar in de top tien van een grote ronde. In mei en juni dit jaar pieken – voor de Ronde van Californië en het NK. En niet alleen kijken, leren en afwachten, maar ook gewoon knallen, want, zo grijnsde hij: ‘Dat is nu eenmaal mijn stijl van rijden.’
En wat deed Wilco Kelderman de afgelopen tijd? In de Tour Down Under eindigde hij als beste Nederlander. In de Ronde van Californië werd hij zevende, reed hij bergop met de besten mee en pakte hij de jongerentrui. En nu rijdt hij Cadel Evans eraf in een tijdrit van 53 kilometer; een afstand die de 21-jarige nog niet eerder tegen de klok reed. De drie renners voor hem zijn trouwens ook niet de kleinsten als het op tijdrijden aankomt: Bradley Wiggins, Tony Martin, Michael Rogers.
* met dank aan André Schaminée
- Het pontje van Amerongen - 09/05/2016
- Kampioenenzweet, kampioenenoren - 05/02/2016
- Een rondje met Joop - 03/12/2015