(Of: hoe een valpartij de val van de ploeg Post inluidde)

Als een klodder verf, die door een ruwe armbeweging de kwast met hoge snelheid verlaat en hardhandig op een oppervlak belandt, kwakt Wilfried Nelissen tegen de grond. Nee, plaats van handeling is niet Armentières. De beruchte val in de eerste Touretappe van 1994 bestaat op dit moment nog uitsluitend in de glazen bol van een accurate toekomstvoorspeller. Het is een opstandig putdeksel dat enkele maanden voor die beruchte val in Frankrijk op ruwe wijze een streep zet door Nelissens ambities in de voorjaarsklassiekers. Met een doffe klap landt de Belg op het drijfnatte wegdek, ergens tussen Kuurne en Brussel. Als de opgave van de kopman van de Historploeg niet veel later via de koersradio wordt gemeld, stokt de adem van Peter Post in zijn keel. Een licht gevoel van paniek maakt zich meester van de ploegmanager. Het putdeksel heeft niet alleen Wilfried Nelissen van zijn voorseizoen beroofd, Post is zijn uitgesproken kopman voor het klassieke werk voorlopig kwijt. Weemoedig dwalen de gedachten van de gewezen Zesdaagsekoning af naar het verleden. Jarenlang had Post immers aan het roer gestaan van eerst TI-Raleigh en later Panasonic. Ploegen die, waar ze ook aan de start verschenen, voor ongeveer de helft uit favorieten voor de dagzege bestonden.

Eendagskoersen of het meerdaagse werk, de ‘Postbodes’ draaiden er hun hand niet voor om. Raleigh-kopmannen als Joop Zoetemelk, Jan Raas, Hennie Kuiper en Gerrie Knetemann regen de overwinningen aaneen in een tempo waarin een studentencorps een fust bier ledigt. En als de kopmannen zelf even een ‘off-day’ hadden, stonden luitenanten als Johan van der Velde, Cees Priem, Leo van Vliet en Bert Oosterbosch klaar om de klus te klaren. Ook bij Panasonic, dat in 1984 de rol van TI-Raleigh als hoofdsponsor van de ploeg Post had overgenomen, kon de champagne met de regelmaat van de klok worden ontkurkt. Met name in het klassieke werk zorgden renners als Eric Vanderaerden, Eddy Planckaert, Teun van Vliet, Olaf Ludwig en Eric van Lancker dat het Japanse elektronicaconcern vele zoete vruchten kon plukken van het geïnvesteerde sponsorgeld. In de grote rondes was Panasonic weliswaar minder succesvol dan TI-Raleigh, maar met Phil Anderson, Robert Millar en Erik Breukink streden de mannen van Post nog steeds veelvuldig mee in de voorste linies.

Terwijl Peter Post van zijn ploegarts verneemt dat Wilfried Nelissen naar het ziekenhuis wordt afgevoerd, waar even later een breuk in het linkersleutelbeen wordt geconstateerd, gaan zijn gedachten terug naar twee jaar eerder. De directeuren van Matsushita, het hoofdconcern waar Panasonic onder valt, hadden Post te kennen gegeven het aflopende sponsorcontract niet te zullen verlengen. Na tien jaar TI-Raleigh en negen jaar Panasonic, stond de ploegmanager in 1992 voor de zware taak een nieuwe geldschieter aan zich te verbinden. Lange tijd koesterde Post de hoop opnieuw een Japanse multinational te kunnen strikken, maar onderhandelingen liepen telkens spaak. Precies op het moment dat de Nederlander serieus rekening begon te houden met een noodgedwongen ‘sabbatical’ was er een oplossing uit onverwachte hoek gekomen. De Belg Paul Desmet, directeur van Sigma Coatings, voorkwam dat Peter Post in 1993 het gehele wielerseizoen thuis op de bank in Amstelveen zou moeten volgen. Na een jaar van afwezigheid wilde Desmet met Sigma opnieuw een wielerteam sponsoren. Tot en met 1991 was het verfbedrijf al hoofdsponsor en naamgever van een Belgische ploeg geweest. Eerst prijkte de naam Sigma op het blauwwitte koerstenue, de tweede helft van het zesjarig bestaan van de ploeg voerde submerk Histor de boventoon. Dankzij Etienne de Wilde, Luc Roosen, Herman Frison, Andreas Kappes en Søren Lilholt waren de namen Sigma en Histor met regelmaat voor in het peloton te lezen op beslissende momenten in de koers. De pupillen van ploegleider en oud-renner Willy Teirlinck lieten Desmet na afloop van Touretappes, Omloop Het Volk en meerdere, voornamelijk kleinere, eendagskoersen breeduit grijnsen van trots na een overwinning. Ondanks dat (gewezen) klassementsrenners als Hennie Kuiper, Luc Leblanc, Stephen Roche en Uwe Ampler stuk voor stuk één of meerdere seizoenen in dienst van Sigma en/of Histor in het peloton rond reden, kon de Belgische ploeg in de grote rondes weinig potten breken.

Wilfried Nelissen is één van de zestien renners die, een klein half jaar nadat Peter Post en Paul Desmet proostten op de comeback van Histor in het peloton, in Lille aan de buitenwereld worden gepresenteerd. Lille. Inderdaad, Frankrijk. Het land waar Paul Desmet namens Sigma Coatings werkt aan de naamsbekendheid van één van de submerken. Het verklaart waarom er niet Sigma of Histor op de blauwe shirts staat, maar Novémail. Het is de naam die in Frankrijk om strategische redenen op de blikken verf wordt gebruikt. Om actief te blijven in de wielersport heeft Peter Post een aantal van zijn principes overboord moeten zetten. Bij TI-Raleigh en Panasonic stonden renners uit allerlei windstreken onder contract, maar nooit en te nimmer een Fransman. Een bewuste keuze. Post vond de Fransen te eigengereid en bovendien moeilijk in de omgang. Maar nood breekt wet. En principes. Dus toen Paul Desmet te kennen gaf dat de nieuwe ploeg op een Franse licentie zou moeten gaan rijden, met op verzoek van de sponsor een behoorlijk aantal Franse renners en met een dito koersprogramma in het vooruitzicht, besloot Post zijn gewetensbezwaren om te zetten in professionaliteit en ambitie. De nieuwe Novémail-ploeg bood immers ook kansen. In de laatste jaren van Panasonic had Post geen echte ronderenners meer in de gelederen, maar met de komst van Charly Mottet en Ronan Pensec, die beiden al meerdere keren top 10 hadden gereden in de Tour de France, naar Novémail glooide er zowaar weer licht aan de horizon.

Na afloop van de ploegenpresentatie in Lille laat Post de pers zelfs optekenen voortaan liever met Franse renners te werken dan met Nederlandse. Hoge salariseisen voor karige prestaties, luidt de verklaring waarom Novémail met Eddy Bouwmans en Nico Verhoeven slechts twee Nederlanders onder contract heeft. Wel is er plaats voor trouwe Panasonic-wegkapiteins en oudgedienden Marc Sergeant en Guy Nulens. Naast de Franse kopmannen verwacht Post vooral van Viatcheslav Ekimov en Wilfried Nelissen dat de naam Novémail veel op erepodia te zien zal zijn. Of de naam Histor, de merknaam die Sigma Coatings buiten Frankrijk voert en die wel degelijk door de wielerploeg gebruikt dient te worden zodra er niet op Frans grondgebied gekoerst wordt. Iets dat soms tot merkwaardige taferelen leidt. In Parijs-Brussel rijden de ‘Postbodes’ het eerste deel van de wedstrijd in overjacks met de naam Novémail erop, om die bij het passeren van de Belgische grens uit te trekken en de wedstrijd te vervolgen in shirts met korte mouwen waarop Novémail weliswaar nog wel op de schouders staat, maar op de borst is de Franse merknaam ingeruild voor die van Histor. Ook hebben Post en zijn staf te maken met twee soorten visitekaartjes, stropdassen en briefpapier.

Novémail voor Frankrijk, Histor voor de rest van de wereld. Peter Post schudt regelmatig afkeurend het hoofd als hij weer eens met de onhandige situatie geconfronteerd wordt. Tegelijkertijd realiseert hij zich dat hij simpelweg geen andere opties had. Het is niet anders. Maar niet al zijn principes zet Peter Post opzij. Als de broers Marc en Yvon Madiot te veel bedenktijd nemen voor hun geboden contract, gooit de Amstelvener onverbiddelijk de deur in het slot. Het is graag of niet. Ook de staf van de nieuwe ploeg is nauwelijks Frans. Post, die in de laatste jaren van Panasonic al veel meer teammanager is dan ploegleider, neemt ploegleiders Walter Planckaert en Theo de Rooij in hun vertrouwde rol mee naar Novémail.

Een nieuw gezicht is er in de volgauto’s wel in de persoon van Philippe Crépel. Volgens de regelementen van de Franse wielerbond kan een ploeg namelijk alleen een licentie krijgen als er een gediplomeerde Franse ploegleider de scepter zwaait. Crépel is de perfecte ‘excuustruus’. Dat de oud-ploegleider van teams als La Redoute en La Vie Claire zijdelings betrokken is bij de Société du Tour de France en een goede vriend is van Tourdirecteur Jean-Marie Leblanc is mooi meegenomen. Een startbewijs in de belangrijkste etappewedstrijd van het jaar is op die manier alvast gegarandeerd.

De naam Histor is uitstekend leesbaar als Wilfried Nelissen op de laatste zaterdag van februari 1993 met beide handen hoog boven zijn hoofd de finishlijn in Gent passeert. Zes jaar na de winst van Teun van Vliet staat opnieuw een renner uit de ploeg van Peter Post op het hoogste treetje van het erepodium na afloop van de Omloop Het Volk. Nelissen profiteert op minder dan drie kilometer voor de finish van een onhandige manoeuvre van BRT-motard Frans Suls. Die brengt cameraman Jean-Pierre Verbeecke dichter bij het peloton dan hem lief is. Een haakse bocht maakt dat de motor plotseling veel meer snelheid verliest dan het voortdenderende peloton. In een poging de renners voor te blijven stuurt Suls te scherp in, raakt met de valbeugel van zijn motor een stoeprand en als een klodder mayonaise die op een portie verse Vlaamse frites wordt gekwakt, knalt de motard met cameraman Verbeecke achterop tegen het asfalt. Slechts vijf renners kunnen de valpartij ternauwernood ontwijken. Wilfried Nelissen is één van hen. De Vlaming besluit een kilometer verderop een sprint tegen medevluchters Johan Capiot, Johan Museeuw en Gilles Delion niet af te wachten. Zelfs niet met de assistentie van de vijfde renner die aan de stuntelige capriolen van Suls heeft weten te ontsnappen, ploeggenoot Marc Sergeant. Een fietswissel, eerder die dag, maakt dat Nelissen niet meer op zijn eindschot vertrouwt. Met een korte krachtsinspanning ontdoet de kopman van Histor zich van zijn vluchtgenoten, om een paar minuten later solo de Watersportbaan in Gent op te draaien en de kersverse ploeg van Peter Post aan de gedroomde seizoenstart te helpen. Het is dat Kuurne-Brussel-Kuurne een dag later door winterse weersomstandigheden wordt afgelast, anders had Nelissen de feestvreugde wellicht nog groter kunnen maken.

Op de dag af een jaar na die glansrijke zege in de Omloop, op 27 februari 1994, is het humeur van Peter Post honderdtachtig graden gedraaid. Het één-tweetje tussen de weergoden, die Vlaanderen maar weer eens trakteren op een niet aflatende hoeveelheid hemelwater, en een putdeksel dat daardoor geniepig een paar centimeter boven het wegdek uitsteekt, zet een dikke streep door de aspiraties van de Historploeg. Terwijl het seizoen net als een jaar eerder goed was begonnen. Ook nu hadden Wilfried Nelissen, Charly Mottet, Nico Verhoeven, Ronan Pensec en Bruno Cornillet in kleine etappekoersen als de Ronde van de Middellandse Zee, de Route du Sud en de Ster van Bessèges hun neus aan het venster gestoken en de eerste successen geboekt namens Novémail (niet Histor, want men rijdt in Frankrijk). Bovendien had Wilfried Nelissen een dag voor zijn val tussen Kuurne en Brussel nogmaals toegeslagen in de Omloop Het Volk in het blauwe shirt van Histor (nu zitten we weer in België, dus Histor en niet Novémail. Zo verwarrend is het…). Ditmaal niet door een splijtende demarrage in de slotkilometers, maar door te vertrouwen op zijn specialiteit: de sprint. Opnieuw met hulp van godin Fortuna. In de laatste honderden meters naar de aankomstlijn volgen de gebeurtenissen elkaar in hoog tempo op. Eerst is het Jelle Nijdam die zijn beroemde turbodijen maar weer eens aanspreekt, in de hoop dat ploeggenoot Frédéric Moncassin een gat laat vallen. De Fransman veronderstelt op zijn beurt dat de Nederlander de sprint voor hem aantrekt en blijft in het wiel plakken. Als Nijdam op vierhonderd meter voor de finishlijn afgeeft komt Djamolidine Abdoujaparov plotseling te vroeg op kop van het peloton. De Polti-renner kan niet anders dan volle bak de sprint inzetten, op de hielen gezeten door rappe mannen als Moncassin, Erik Zabel, Andreas Kappes en Wilfried Nelissen.

De Belg zit in eerste instantie ingesloten, duikt dan links van de weg handig in een plotseling ontstaan gat en komt vervolgens met elke pedaalomwenteling een paar centimeter dichter op het achterwiel van de langzaam stilvallende ‘Abdou’. De Oezbeek hoort Nelissen met rasse schreden naderen en stuurt zijn fiets steeds verder naar links. Eerst heel geleidelijk, maar al snel rigoureuzer, in een poging zijn voornaamste opponent de doorgang te beletten. Nelissen kan instinctief maar één oplossing verzinnen voor het door zijn opponent veroorzaakte probleem: letterlijk de weg vrij maken. Met zijn rechterhand port hij in de linkerzij van Abdoe om zijn collega-sprinter zo te kunnen passeren en duwt hem van zich af.

Nelissens opzet om ruimte te creëren slaagt en als hij luttele seconden later als eerste de aankomstlijn passeert, maakt Abdoujaparov met wilde handgebaren duidelijk welk onrecht hem zojuist is aangedaan. De jury twijfelt. Wie is de boosdoener? Abdou, die van zijn lijn is afgeweken, of Nelissen die hem opzij heeft geduwd? Peter Post houdt bij het zien van de beelden zijn adem in. De speaker op de Watersportbaan in Gent durft zich ook niet te laten verleiden tot een voorbarige uitspraak over wie de 48ste editie van de Omloop heeft gewonnen. Net als een jaar eerder mag Wilfried Nelissen de BRT bedanken. Was het in 1993 motard Frans Suls die met zijn onhandige stuurbeweging de aanzet gaf tot Nelissens zege, nu is het Suls’ collega Mark Vanlombeek die een steentje bijdraagt. De commentator nodigt de aarzelende jury uit om de televisiebeelden nog eens aandachtig te bestuderen in zijn cabine. De camera’s vanuit de lucht laten er geen misverstand over bestaan: Abdoujaparov zat fout door van zijn lijn af te wijken. Nelissen kon simpelweg niet anders dan zijn rechterhand gebruiken en zich zo een weg banen door de steeds smaller wordende afstand tussen de Oezbeek en de dranghekken. Peter Post haalt opgelucht adem. Terwijl de withete Abdoujaparov het journaille laat weten nooit meer in België aan het vertrek te zullen verschijnen, om een dag later doodleuk weer op te zullen stappen in Kuurne-Brussel-Kuurne, kan Paul Desmet net als een jaar eerder ‘fier’ zijn op de blauwe Historbrigade.

Vierentwintig uur later blijkt de gemoedstoestand van Peter Post net zo snel te kunnen draaien als de mening van Abdou. De val van Wilfried Nelissen in Kuurne-Brussel-Kuurne zet euforie de volgende dag om in rouw. En in paniek. Het incident luidt stilzwijgend de aftocht van de Histor-/Novémail-ploeg uit het profpeloton in en daarmee ook die van Peter Post. Zonder Wilfried Nelissen rijdt de ploeg de eerstvolgende weken als een stel figuranten in de rondte. Dat Viatcheslav Ekimov aan het begin van het seizoen door gebrek aan budget is overgestapt naar het WordPerfect van Jan Raas helpt ook niet bepaald mee en het feit dat Post met Gerrit de Vries, Eddy Schurer en Patrick Jonker toch maar weer meer Nederlanders onder contract heeft genomen, maakt eveneens weinig verschil. Enige lichtpuntje is dat Nelissen wonderbaarlijk snel herstelt van zijn sleutelbeenbreuk. Iets meer dan twee maanden na de crash in het Vlaamse openingsweekeinde staat hij na de eerste etappe van de Vierdaagse van Duinkerken alweer met de bloemen te zwaaien. Nog eens een kleine twee maanden verder sleept Nelissen de Belgische nationale titel in de wacht. Opnieuw liggen succes en pech dichtbij elkaar. Precies een week later knalt de kersverse nationale kampioen tegen het asfalt, zoals een platvloerse uitspraak van Herman Brusselmans op een teer zieltje belandt. Ditmaal is Armentières inderdaad plaats van handeling. Een politieagent. Het maken van een foto. Laurent Jalabert, Alexander Gontchenkov en Fabio Fontanelli, die met Wilfried Nelissen in die eerste Touretappe van 1994 tegen het Franse asfalt smakken… Lees vooral de schitterende reconstructie die Wiep Idzenga enkele jaren geleden voor De Muur 33 maakte.

De zware valpartij betekent het einde van de Tourambities van Novémail. Met het wegvallen van Wilfried Nelissen rijden de ‘Postbodes’ doelloos door Frankrijk. Meer dan een paar schamele top 10-klasseringen van Marc Sergeant in vlakke etappes zit er niet in. Bovendien blijken Mottet en Pensec, ondanks etappezeges en ereplaatsen in Parijs-Nice en de Dauphiné Libéré, nauwelijks nog een schim van de klassementsrenners die ze ooit waren. Al tijdens de Tour van 1994 sijpelen de eerste berichten door dat zowel Sigma Coatings als cosponsor Laser Computers niet van plan is gebruik te maken van de optie om de ploeg Post nog een derde seizoen te sponsoren. Met de val van Wilfried Nelissen, eerst in Kuurne-Brussel-Kuurne en vier maanden later ook in de Tour de France, blijkt ook de val ingezet van de ooit zo succesvolle en legendarische ‘ploeg Post’. Dat de Vlaamse spurtbom ook nu weer bijzonder snel herstelt van zijn kwetsuren en in het najaar bij wijze van troostprijs nog de GP d’Isbergues op zijn naam schrijft, kan de Histor-/Novémail-ploeg niet meer redden.

Peter Post doet nog een ultieme poging een nieuwe sponsor te vinden. Een Belgisch bedrijf lijkt geïnteresseerd haar naam toe te voegen aan het rijtje TI-Raleigh – Panasonic – Histor/Novémail, maar tot een overeenkomst komt het niet. Post wil een contract voor meerdere jaren om aan de toekomst te kunnen bouwen en jong talent op te leiden, maar dat zien de Belgen niet zitten. Op 3 oktober 1994 kondigt Peter Post in een restaurant in Breda aan het volgende wielerseizoen noodgedwongen vanaf de zijlijn te zullen volgen. Het is het, dan nog voorlopige maar achteraf definitieve, einde van Posts carrière als ploegleider en teammanager. Met betraande ogen en overslaande stem legt hij de toegestroomde pers uit hoe de vork precies in de steel zit. Wilfried Nelissen is op dat moment al in onderhandeling met de Belgische Lottoploeg en ook zijn ploeggenoten dingen naar de gunsten van potentiële werkgevers, als verstokte vrijgezellen die zich aanbieden op een speeddate-avond.

Een paar maanden later verschijnen de namen van Wilfried Nelissen, Peter Post en de Omloop Het Volk nog één keer in één zinsconstructie in de krant. Tijdens de Vlaamse seizoenstart laat de tweevoudig winnaar van de Omloop aan de pers weten dat Post in gesprek zou zijn met KPN over een nieuwe ploeg en dat Nelissen zelf zijn handtekening direct onder een contract zal zetten, zodra de deal beklonken is. Zover komt het niet. KPN trekt zich terug en voorkomt een hernieuwde samenwerking tussen Post en Nelissen. Het wielerseizoen zal voorgoed zonder een ‘ploeg Post’ in haar midden van start moeten.

Vincent de Lijser