Site pictogram HET IS KOERS!

Top Zes Van Uitstekende Redenen Om Toch, Ondanks Alles, Te Pakken

pillenVan doping ga je harder fietsen en dat is fijn want als je bij het wielrennen harder gaat dan de rest, dan win je. Win je, dan ben je de man, verdien je veel geld en je komt ook nog eens ergens.

Ze zeggen dat alles nu anders is. Dat een renner anno 2013 zich wel realiseert dat als hij nu nog doping pakt, hij zijn eigen sport te gronde richt. Je merkt het aan hoe er wordt gereageerd op een dopinggeval. Tot de jaren tachtig haalde men de schouders op, in de jaren negentig raakte men al lichtelijk verongelijkt en in de jaren nul waren er de eerste gevallen van een kleine volkswoede. Bij nieuwe dopinggevallen lees ik reacties van mensen die zich zo persoonlijk geraakt voelen dat de speekselspetters me vanaf mijn beeldscherm bijna in het gezicht springen. De collectieve verontwaardiging van de wielerliefhebber kent inmiddels geen grenzen meer. Hoe durven ze, die hufters, het is onze wielersport!

Ze zeggen dat alles nu anders is. Dat je nu wel een héél goede reden moet hebben om naar te pakken. En dan nog. Welnu, die redenen zijn er nog altijd. Want in individuele gevallen – en mensen zijn nu eenmaal individuele gevallen – zijn er soms belangrijker zaken dan de wielersport. Vandaar de Top Zes Van Uitstekende Redenen Om Toch, Ondanks Alles, Te Pakken.

6 Je komt er maar niet door
Je bent vijfentwintig. Drie jaar geleden maakte je de overstap naar de profs. Er waren zelfs drie ploegen die je wilden hebben. Je was zo trots, je eerste shirt hangt nog steeds aan je slaapkamermuur. En aan die van de pronkkamer van je vader. Hij bewaart alles wat met jouw fietscarrière te maken heeft.

Maar de laatste tijd komt daar niet zoveel meer bij, want sinds je bij de profs zit word je er aan alle kanten afgereden, geregeld kom je alleen binnen. Je merkt het aan tafel; in het begin deden ze nog superaardig tegen je, leken zelfs geïnteresseerd, maar nu hoor je jezelf kauwen.

Allemachtig, wat was het anders toen je net bij de ploeg zat. Ze wilden zich allemaal wel over je ontfermen. Je merkte het direct: als je een coming man bent, dan wil iedereen wel in je nabijheid verkeren, ze willen allemaal op de eerste rang. Als de oudere dames die bij Koninginnedag al om acht uur ’s ochtends met de knieën stijf tegen de dranghekken zitten.

Je werkt er keihard voor, nog harder dan eerst. Fiets je niet, dan fiets je in je hoofd. Het kostte je zelfs je verkering. Als het fietsen nu tenminste wat beter ging, dan kon je daar misschien nog een beetje mee te leven. Je mist haar.

Maar het gaat dus niet beter. Soms, na een rit, doen je poten zo zeer dat je de trap van de teambus nauwelijks op komt. De chauffeur vraagt je nog wel hoe het ging, maar je vermoedt dat dat vooral uit medelijden is. Hij heeft een zoon van jouw leeftijd.

Tot vlak voor je overgang naar de profs won je vaak genoeg een rit, altijd een stuk of acht per jaar. De schouderklopjes wenden snel, maar met afgaan is dat heel anders. Sterker nog, de pijn in je buik wordt steeds erger. En dan die pa van je die inmiddels maar is begonnen oude foto’s opnieuw in te plakken. Soms zie je hem zitten in zijn kamertje. Dan wrijft hij met z’n hand over een mooie foto.

En als je eerlijk bent, hangt dat ingelijste eerste profshirt van je helemaal niet meer aan je muur. De lijst ligt nu onder je bed.

Dit wordt niks.

Opties
A Doorgaan en nog harder proberen
B Stoppen
C Pakken

5 De tijd dringt
Je begint oud te worden, bent vierendertig. Je geniet best aanzien binnen het peloton, want je bent aardig, behulpzaam en nooit te beroerd een ander uit de wind te houden. Op je drieëntwintigste won je een etappe in de Ronde van Luxemburg. Mooi. Toen je achtentwintig was werd je een keer tweede in een rit in de Dauphiné en je won een jaar later een koppeltijdrit in Portugal. Ook mooi.

Maar de wilt zo graag een keer écht. Alleen: de tijd dringt, je voelt het soms al in je benen. Ze zijn nog hartstikke sterk, maar het herstellen duurt al langer dan voorheen. En toch, je weet zeker dat je het in je hebt, als nieuweling won je immers ook zo vaak. Dan moet dit toch kunnen, die ene zege die je carrière plots transformeert van een leuke in een geslaagde? Een rit in de Ronde van Zwitserland? Eentje in Parijs-Nice? Wat zou dat mooi zijn. Of, nu we toch dromen, in de Giro misschien? Het kan nu nog.

Opties
A Doorgaan op de oude weg. Je wielercarrière dooft uit. Zelfs die schrale maar zoete troost, Vergeten Wielrenner worden van Frank Heinen, is je niet gegund.
B Pakken

4 Leven of dood
Man, wat was je blij toen je twee jaar geleden voor twee jaar kon bijtekenen. Je deed het meteen. Twee jaar langer wielrenner, twee jaar langer de rekeningen betaald.

Je vrouw werkt niet, dat besloten jullie samen toen jij het circuit inging. Je bent zo vaak van huis, jullie vinden dat zij er dan op z’n minst moet zijn voor de kinderen. Ze worden er trouwens niet goedkoper op, die kinderen.

Nu loopt je contract af en je hebt nog geen enkel signaal gekregen dat ze je willen houden, al was het maar voor de helft van je vorige contract. Je vrouw begint er steeds vaker over, inmiddels reageer je daar niet eens meer op. Eerst zei je nog dat het wel goed zou komen, want dat is altijd nog zo geweest, nu doe je zelfs dat niet meer. Dat je er ’s nachts van wakker ligt hoeft ze niet te weten. Van dat wakker liggen ga je trouwens ook niet beter fietsen, dat merk je dagelijks.

En die zaakwaarnemer van je is een lul, die komt nooit ergens mee.

Winnen doe je nooit, maar nuttig ben je altijd geweest. Maar als je eerlijk bent wordt dat wel wat minder. Die verdomde onzekerheid ook, het is als stroop aan je tubes. Sinds de Giro van vorig jaar hebben ze je niet meer meegenomen naar een grote ronde. Als een collega je tijdens een koers vraagt hoeveel UCI-punten je dit seizoen al hebt verzameld, doe je altijd of je ploegleider je net via je oortje naar de auto roept. ‘Sorry, ik moet even bidons halen. Spreek je later!’

Opties
A Straks toch maar iets gaan doen met die lagere school die je hebt afgemaakt.
B Pakken

3 Miljardair in je dorp
Thuis zijn ze arm. Ze zijn gelukkig, dat wel, maar geld voor een fiets of een studie is er niet. Of tenminste, wás er niet. Want toen jij je eerste contract tekende, verdiende je meteen meer dan al je dorpsgenoten bij elkaar. Nu heb je een schooltje gebouwd en je ouders hebben – net als alle buren – een huis met isolatie, een koelkast en een schotelantenne op het dak. Zo kunnen ze jou zien fietsen. In de buik van het peloton, dat wel, maar tjonge wat zorgt dat geld voor een welvaart.

Je bent de held van het dorp, iedereen is je zo dankbaar, je wordt er verlegen van. Iedere keer als je er bij nadenkt heb je heel even dat warme gevoel in je buik. Het gevoel dat alles goed is.

Maar stel nou, je wordt nóg beter en tekent een contract bij een van die rijke ploegen. Sky of Astana ofzo. Katoesja? Dan hebben we het over heel andere bedragen. Met het zetten van je handtekening zorg je er dan in één klap voor dat het dorp voor de komende decennia verzekerd is van alles wat altijd onbereikbaar zou blijven. En het dorp verderop misschien ook wel, het dorp waar je vrouw vandaan komt.

Opties 
A Blijven in de buik van het peloton. Zoals het nu is, is het al mooi genoeg.
B Pakken

2 Je was zo goed
Je hebt eerder gebruikt, want iedereen deed het. En man, dat spul werkte wel. Je lijf reageerde er super op. Voorheen kon je alleen klimmen, toen je het pakte kon je ineens ook tijdrijden. Man wat een tijd. Je won de Tour, de Giro, de Vuelta. Als jij aanzette, huilden volwassen mannen om hun moeders. Er waren momenten dat ze je niet eens meer probeerden te volgen. Tweede worden achter jou was toen als winnen.

Je bent een winnaar, altijd geweest ook. Maar nu ben je dat slechts nog in je hoofd, want met de bloemen zwaaien doe je niet zo vaak meer en die punch bergop waarom je zo bekend stond, die is weg. Dat verdomde biologisch paspoort ook, je speelruimte is zo verkleind, het is niet leuk meer. In de laatste tour werd bergop je gelost door Laurens ten Dam. Láurens ten Dám! Aardige vent hoor, maar kom op zeg.

Wat mis je die mooie tijd en wat verlang je er naar terug. Heus niet naar dat geheimzinnige gedoe zelf, maar wel naar het hoogste schavot. Stel, je wint de Tour nog één keer. Dan is alles toch klaar? Dan stop je meteen.

Nog één keer…

Opties
A Blijven zwemmen. Je gaat de boeken in als die renner die het alleen met doping kon.
B Pakken

1 Je bent Andy Schleck
Je bent Andy Schleck.

Opties
A Na komend seizoen stoppen
B Pakken

Mobiele versie afsluiten